Geschiedenis

De "Hector" was de tweede sleepboot van een serie van 4 sleepboten die in opdracht van Bureau Wijsmuller werden gebouwd.

De "Hector" werd op 1 april 1958 te water gelaten.

Het verschil met de eerste sleepboot die was afgeleverd, de "Simson", was het ontbreken van een kaartenkamer achter het stuurhuis en een andere vorm van de schoorsteen (rondere vorm) en het aanwezig zijn van 2 ovale gaten in de verschansing van de brug waardoor er een beter zicht was vanaf de brug op de voor bolder.

Op 2 juli 1958 maakte de "Hector" haar officiële proefvaart, met gasten, vanaf de Parkkade in Rotterdam naar lichtschip "Goeree".

Op de terugreis naar Rotterdam werd de "Hector" voor de havenmond van Hoek van Holland door de scheepswerf, Jonker en Stans, overgedragen aan Bureau Wijsmuller.

Na afloop van de plechtigheid meerde de "Hector" weer af aan de Parkkade in Rotterdam en vertrokken de gasten voor een diner in restaurant Cock d'Or in Rotterdam.

De "Hector" vertrok daarna vanaf de Parkkade naar IJmuiden en werd in de late avond van 2 juli 1958 in de haven van IJmuiden verwelkomt en werd onmiddellijk bij de havendienst in dienst genomen.

De "Hector" maakte zich al meteen verdienstelijk door van de "Cycloop" een baggermolen voor de haven van IJmuiden over te nemen en deze door te slepen naar Rotterdam.

De "Cycloop" was met de baggermolen onderweg vanuit de haven van Gothenburg - Zweden naar Rotterdam.

Dinsdag 15 juli 1958 werden er in de haven van IJmuiden filmopnamen gemaakt voor de film 'Operation Amsterdam' waarbij de "Hector" en de "Simson" diverse ondersteunende werkzaamheden verrichten bij het maken van de film.

De "Junior" heeft nog een klein rolletje gekregen in die film, als de sleepboot die een diamanthandelaar met zijn diamanten naar een wachtende Britse Torpedoboot moest brengen.

Op dinsdag 6 oktober 1958 werd de Noorse walvisvaarder "Kosmos V"(1949 – 19.000 Brt.) door de "Simson", "Cycloop", "Hector" en "Stentor" vastgemaakt in de haven van Schiedam.

De "Kosmos V" had brand gehad in de machinekamer en moest voor reparaties worden versleepte naar Amsterdam.

In de vroege morgen van woensdag 7 oktober om 02.10 uur werd de "Kosmos V" in de sluis van IJmuiden overgedragen aan de slepers van Goedkoop voor aflevering bij de A.D.M. in Amsterdam.

Tijdens een Noord Wester storm op 15 oktober 1958 liep het Argentijnse vrachtschip "Entre Rios"(1954 – 7.604 Brt.) de haven van IJmuiden binnen.

Tijdens het binnenlopen kwam het ter hoogte van het semafoor aan lager wal. Maakte als gevolg daarvan een halve draai en kwam met de kop naar zee vast te zitten op de glooiing.

Op het achterschip van de "Entre Rios" werd door de "Simson" en "Stentor" vastgemaakt en de "Junior" maakt op de "Stentor" vast.

De "Cycloop" en de "Hector" maakten vast op het voorschip van de "Entre Rios" en de "Nestor" maakte vast op de "Cycloop".

Ondanks de storm lukte het om de "Entre Rios" vlot te brengen en af te leveren in de Noordersluis.

Op 16 oktober 1958 werd gedurende de middag en avond de Franse "Briançon"(1943 – 7.176 Brt.), die bij Petten in een Noord Wester storm windkracht 8 op de kust dreigde te verdagen, gekonvooieerd door de "Hector", "Cycloop" en "Stentor"

17 oktober 1958 raakte, bij het verlaten van IJmuiden, de "Boskoop"(1927 – 5.538 Brt.)de Zuidpier van IJmuiden.

Maar vervolgde toch haar reis, later bleek dat haar roer schade had opgelopen en ontstond er een scheur in het hoofddek nabij ruim 4.
 
De "Boskoop" zette weer koers naar IJmuiden en werd door de "Simson" en "Stentor" vastgemaakt.

De "Boskoop" werd door de "Simson" en "Stentor" met stuur assistentie van de "Hector" de haven van IJmuiden binnen gesleept.

Op 17 oktober 1958 is s'morgens om kwart voor vier de "Boskoop"(1927 – 5.538 Brt.) van de K.N.S.M., die anderhalf uur tevoren bij het verlaten van de haven van IJmuiden op een zandbank ten zuiden van de Zuidpier was gelopen, op eigen kracht vlot gekomen.

Drie sleepboten en de reddingboot "Neeltje Jacoba" waren vannacht bij de "Boskoop" om eventueel assistentie te verlenen. De kapitein van de "Boskoop" liet echter niets van zich horen en toen zijn schip weer in dieper water kwam, kon er evenmin een bedankje af voor de schepen, die stand-by hadden gehouden.

s'morgens om negen uur moest de kapitein zich wel melden. Op vijftien mijl Noord West van IJmuiden was zijn schip opnieuw in moeilijkheden geraakt.

Een defecte stuurinrichting en een scheur in het dek maakten assistentie noodzakelijk.

Nadat de "Simson" en "Stentor" vanuit IJmuiden waren uitgevaren kwamen zij die ochtend om half elf langszij de "Boskoop".

Na vermoeiend gemanoeuvreer op zware zeeën heeft de "Simson" om ongeveer elf uur vastgemaakt. Korte tijd later volgde de "Stentor".

Inmiddels had ook de "Hector" zee gekozen. De "Hector" heeft speciale bergingspompen aan boord, die eventueel op de "Boskoop" kunnen worden gebruikt.

In de middag arriveerde de "Boskoop" gesleept door de "Simson" en "Stentor" in de haven van IJmuiden.

De "Simson" en de "Hector" hebben op 6 november 1958 de "Cottica"(1927 – 3.800 Brt.) van de K.N.S.M. naar Hendrik Ido Ambacht versleepte.

De "Cottica" werd in 1927 gebouwd en was vrijwel altijd in de vaart op de Suriname lijn.

Voor de oorlogsjaren voer het in een geregelde dienst Amsterdam — Paramaribo — New York, in de oorlogsjaren bracht het schip passagiers en goederen vanuit West Indië naar de Verenigde Staten en na de wereldoorlog werd de "Cottica" ingezet in de Suriname dienst tot l november 1957.

Op de laatste reis over de Noordzee — minstens 30.000 passagiers zijn door het schip in dertig jaar over de oceaan vervoerd — werd de stoomfluit bij het verlaten van IJmuiden niet gehoord.

Op de Nieuwe Rotterdamse Waterweg aangekomen, keerde de "Simson" terug naar IJmuiden en bracht de "Hector" de "Cottica" verder de rivier op.

Later namen sleepboten van Muller het transport naar Hendrik Ido Ambacht over.

Op 15 november 1958 strandde het Zwitserse vrachtschip "Nyon"(1952 – 5.082 Brt.) nabij St. Abby's Head aan de Schotse Oostkust. De "Hector" en de "Simson" vertrokken vanuit IJmuiden naar de strandings plaats.

Op 28 november 1958 werd het achterschip van de "Nyon" afgeleverd in de haven van North Shields – Engeland.

Het voorschip was redeloos verloren en bleef op de Meg Watson rots achter. (het volledige verhaal van de berging van de "Nyon" staat bij verhalen "Hector").

1959

De "Hector" vertrok op 6 januari 1959 vanuit IJmuiden om een baggermolen vanuit de haven van Southampton - Engeland naar Folkestone - Engeland te verslepen.
 
Tijdens de sleepreis vanuit de haven van Southampton - Engeland naar Folkestone - Engeland heeft de bemanning van de "Hector" in de nacht van 8 op 9 januari 1959 een angstig moment meegemaakt.

De sleep was ter hoogte van Dungeness - Engeland toen een flink schip, dat later het Liberiaanse vrachtschip "National Fortune"(1943 – 8.393 Brt.) bleek te zijn, aan bakboord kwam oplopen.

De "National Fortune" liep de baggermolen voorbij, en veranderde toen plotseling van koers.

De "National Fortune" kwam stuurboord uit en voer met topsnelheid tussen de baggermolen en de "Hector" door.

De signalen, die ijlings vanaf de "Hector" werden gegeven, mochten niet baten.

De "National Fortune" overvoer de sleepdraad, die tot geluk van de bemanning van de "Hector" en van de runners op de sleep vrijwel onmiddellijk brak.

Het gevaar, dat baggermolen en sleepboot naar elkaar toe werden getrokken, was daarmee voorbij. De baggermolen kwam los rond te drijven.
 
Kapitein Arie van der Wiele waarschuwde de scheepvaart via North Foreland radio en besloot een achtervolging van het toen nog onbekende schip in te zetten. Zodoende kon men nog de naam op het achterschip "National Fortune" waarnemen.

In de ochtend van 9 januari slaagde de "Hector" er in een nieuwe sleepdraad vast te maken en de sleepreis naar Folkestone - Engeland te vervolgen.

Na aflevering van de baggermolen vertrok de "Hector" vanuit de haven van Folkstone - Engeland naar Sheerness - Engeland om van daaruit een sleepboot naar IJmuiden te verslepen.

Bij het binnenlopen van de haven van IJmuiden, in de ochtend van 27 januari 1959, raakte het Liberiaanse vrachtschip "National Prestige"(1957 – 10.044 Brt.) in dichte mist de betonblokken van de Zuidpier.

De "Nestor", "Hector", "Simson" en "Stentor" hebben de "National Prestige" in de bergingshaven aan de grond gezet.

Bij onderzoek bleken de ruimen 1 en 2 lek te zijn. Na het lossen van een deel van de lading en het provisorisch dichten van de lekken werd de "National Prestige" op 30 januari in Amsterdam in het dok geplaatst.

Op 1 februari 1959 vertrok de "Hector" samen met de "Zeeland" naar Kiel - Duitsland, om een 80 meter lang dok bestemd voor Amsterdam, op te halen.

De "Hector" arriveerde op 2 februari 1959 in de haven van Kiel - Duitsland.

Na enige dagen vertraging door de mist vertrokken de "Hector" en de "Zeeland" op 9 februari 1959 met het dok vanuit de haven van Kiel - Duitsland naar IJmuiden.

Stukje uit een krant van 12 februari 1959:

Wijsmuller versleepte een dok, met een hefvermogen van 4.500 ton naar Amsterdam.

"Meeuw I" stond er op de wand van het drijvende droogdok, dat de "Zeeland" en "Hector" van Bureau Wijsmuller uit IJmuiden uit Kiel – Duitsland hebben gehaald voor Verschure en Co's scheepswerf en machinefabriek te Amsterdam.
 
Het dok, dat eertijds toebehoorde aan de Duitse marine en in Kiel werd gerepareerd en tevens vier meter breder werd gemaakt, moest deze naam aannemen, omdat het verboden is met een naamloos vaartuig op zee te varen.

Vanmorgen 12 februari is de sleep behouden in IJmuiden aangekomen en vandaar door gevaren naar Amsterdam. De vorige week lagen de beide sleepboten reeds klaar om met het dok, dat een lengte heeft van 130 meter en 27 meter breed is, te vertrekken.

Kapitein Maarten de Koe, die de leiding had van deze expeditie, kreeg echter pas maandag toestemming om de reis te beginnen.

Dagen moest er gewacht worden in verband met de mist op het Kieler Kanaal.

Met de "Zeeland" als trekkende sleepboot stuurde de "Hector", die op de andere kant van het dok had vastgemaakt, achter bij.

Ook nu noodzaakte de mist tot voorzichtig varen. Dinsdagmiddag half twee werd bij Brunsbuttel open zee bereikt.
 
Hoewel de mist de reis niet gemakkelijk maakte, werd dankbaar geprofiteerd van het windstille weer, dat de zee bijna als een spiegel maakte.

In de morgen van 12 februari 1959 arriveerde het konvooi voor IJmuiden.

Behoedzaam werd het dok tussen de pieren door geloodst en naar de Noordersluis gevaren.

Daar werd de "Meeuw I" overgenomen door de slepers van Goedkoop, die het dok naar Amsterdam brachten.

Het dok heeft een hefvermogen van 4.500 ton. Het komt te liggen op de plaats, waar nu nog het kleine dok ligt, aan de ingang van het Johan van Hasselt kanaal bij het IJ.

De "Hector" was op 14 en 15 februari 1959 en op 18 februari 1959 buitengaats met de boorponton "Huib".

Vanaf de "Huib" werd onderzoek verricht van de zeebodem voor de Nederlandse kust ter hoogte van Noordwijk. Dit onderzoek geschiedt met het oog op de plannen om olieboringen voor de kust te verrichten.

Uit de Beting van maart 1959

"Hector" MAAKT DE HAVEN BOM-VRIJ

In de avond van zondag 15 februari 1959 moest de scheepvaart via de Noordersluis in IJmuiden worden gestremd door de vondst van een flinke bom in het buiten-toeleidings kanaal naar de sluis. De bom — ter grootte van een flink vat — werd aangetroffen tijdens opruimingswerkzaamheden van een meerstoel door het bergingsbedrijf Van den Akker.

Terwijl in de Noordersluis enige van Amsterdam komende zeeschepen afmeerden werd door de Rijkshavenmeester besloten om de buitendeur van de sluis voorlopig dicht te houden. De bom was op een bij de meerstoel liggende dekschuit gedeponeerd.

Nadat de opruimingsdienst van de Koninklijke Marine te Den Helder was gewaarschuwd en ook een deskundige van de Velser politie was geraadpleegd, werd later in de avond besloten om de in de sluis liggende schepen naar zee te laten vertrekken.

De "Hector" — onder andere met de Rijkshavenmeester en marinepersoneel aan boord — kwam er daarna aan te pas om de IJmuidense haven bomvrij te maken.

De "Hector" maakte de dekschuit vast en sleepte deze via het verbindingskanaal naar de kade voor de kalkzandsteen-fabriek aan de Haringhaven. Met behulp van een drijvende bok werd de bom van de dekschuit overgeladen in een vrachtauto van de marine.

Volgens de marine deskundigen betrof het hier een dieptebom, die in de oorlogstijd waarschijnlijk op de nu gesloopte meerstoel is aangebracht en die niet tot ontploffing is gekomen.

In Den Helder is dit intussen wel gebeurd. Daar werd de bom — het bleek later de ladingsbus van een mijn te zijn — door de opruimingsdienst vernietigd.

Op 25 en 26 februari 1959 versleepte de "Hector", samen met de "Nestor", "Hr. Ms. Pelikaan" vanuit de haven van Den Helder naar IJmuiden.

De "Hector" vertrok op 27 februari 1959 vanuit de haven van New Castle – Engeland met het stoomschip "Hampshire Coast"(1941 – 1.225 Brt.), bestemd voor de sloop naar Rotterdam.

Vanuit de haven van Rotterdam werd door de "Hector" koers gezet naar Grimsby – Engeland.

Op 1 maart 1959 vertrok de "Hector" met een vrachtschip (voor de sloop) op sleeptouw vanuit de haven van Grimsby - Engeland naar Rotterdam.

Op 4 maart 1959 vertrok de "Hector" na aflevering van haar sleep vanuit de haven van Rotterdam naar IJmuiden.

9 maart 1959 versleepte de "Hector" een droogdok vanuit de haven van Sheerness - Engeland naar Amsterdam.

Op 11 maart 1959 vertrok de "Hector" met een baggermolen op sleeptouw vanuit de haven van Southampton – Engeland naar Cork – Ierland. Waar het transport op 13 maart arriveerde.

De "Hector" zette vanuit de haven van Cork – Ierland, waar een baggermolen vanuit Southampton - Engeland, werd afgeleverd koers naar Falmouth - Engeland.
 
In de haven van Falmouth - Engeland was inmiddels de "Nestor II" met twee pontons op sleeptouw aangekomen.

19 maart 1959 vertrok de "Hector", vanuit de haven van Falmouth – Engeland, samen met de "Nestor II" en haar sleep om deze een deel van het volgende traject te begeleiden (verder te slepen).

Op 31 maart 1959 werd de haven van Gibraltar aangedaan. De volgende dag vertrok het transport weer, na gebunkerd te hebben, vanuit de haven van Gibraltar in de richting Port Said - Egypte.

Met de "Nestor II" en de sleep, bestaande uit twee pontons, arriveerde de "Hector" op 16 april 1959 op de rede van Port Said - Egypte.

Op 18 april 1959 werd de aankomst op de rede van Suez – Egypte gemeld.

Nog dezelfde dag zette de "Hector" weer koers in de richting van Nederland.

Als gevolg van brand in de reduktie kast kwam de "Titan" in de eerste helft van april 1959 te drijven in de Middellandse zee.

De "Hector" die de "Nestor II" had gesleept tot aan Suez - Egypte, en onderweg was naar Malta voor stations dienst, maakte de "Titan" vast en sleepte deze naar de haven van La Valletta - Malta voor reparaties.

Op 28 april 1959 strandde de Nederlandse kustvaarder "Leemans"(1956 – 491 Brt.) bij Kelibia op de Tunesische kust (vijftien mijl ten zuiden van Cap Bon).

De "Titan" en de "Hector" zetten vanaf Malta koers naar de "Leemans".

Met het vastmaken van de "Leemans", de coaster was onderweg geweest vanuit Port de Bouc - Frankrijk naar Susa - Tunesië, moest worden gewacht tot de Tunesische autoriteiten toestemming verleenden om met buitenlandse sleepboten een berging op de kust van Tunis uit te voeren.

Dankzij de medewerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag,  van de Nederlandse consul in Tunis en de steun van het Foreign Office in Londen, werd deze toestemming op 30 april 1959 verleend.

De "Titan" en "Hector" maakten vast en nog diezelfde dag slaagden zij er in de "Leemans", die door de branding was heengeslagen en dwars op de kust lag, negentig graden te draaien en tien meter in de richting van zee te trekken.

In de nacht van 30 april op l mei 1959 kwam het schip nog meer en 's morgens om zeven uur liet de heer F. Jonkman, die de leiding van deze berging had, weten dat de "Leemans" was vlot gebracht.

De "Leemans" zette op eigen kracht koers naar de haven van bestemming.

De "Titan" en "Hector" zetten na de berging van de "Leemans" weer koers naar La Valletta - Malta waar ze op 2 mei 1959 arriveerden.

3 Mei 1959 vertrokken de "Titan" en de "Hector", vanuit de haven van La Valletta - Malta met de uitgebrande Panamese tanker "Monterrey"(1950 – 12.812 Brt.) op sleeptouw naar Marseille - Frankrijk.

Na aflevering van de "Monterrey" in de haven van Marseille - Frankrijk vertrokken de "Titan" en de "Hector" weer naar La Valletta - Malta waar ze op station gingen.

Vanuit de haven van La Valletta - Malta vertrok op 16 mei 1959 de "Hector" naar de positie van het vrachtschip "Dabaibe"(1909 – 3.717 Brt.), die lekkage meldde en om sleepboot hulp vroeg.

De "Dabaibe" was echter op positie 34.52 Noord en 19.28 Oost in tweeën gebroken en was reeds gezonken alvorens de "Hector" ter plaatse was. De bemanning werd gered.

Vanuit de haven van La Valletta - Malta zette de "Hector" samen met de "Titan" op 19 mei 1959 koers naar Istanbul - Turkije.

Op 24 mei 1959 vertrokken de "Hector" en de "Titan" met het vracht-passagiers schip "Izmir"(1955 – 6.049 Brt.) op sleeptouw vanuit de haven van Istanbul - Turkije met bestemming Bremerhaven - Duitsland.

Van een ruim vier maanden lange reis keerde de "Hector" op 22 juni 1959 terug in IJmuiden. Samen met de "Titan" en later samen met de "Stentor" versleepte de "Hector" het Turkse vracht-passagiers schip "Izmir" vanuit Istanbul - Turkije, naar Bremerhaven - Duitsland.

Op 25 juni 1959 vertrok de "Hector" weer vanuit de haven IJmuiden om samen met de "Nestor" het Liberiaanse Liberty schip "Gertrud Thérèse"(1944 – 7.176 Brt.) vanuit de haven van Zeebrugge - België naar Schiedam te slepen.

Op 26 juni 1959 werd de "Gertrude Thérèse" afgeleverd in de haven van Schiedam.

De "Nestor" en "Hector" keerden na aflevering van de "Gertrude Thérèse" terug naar de haven van IJmuiden.

27 juni 1959 zette de "Hector" vanuit de haven van IJmuiden koers in de richting van het Kanaal, waar ter hoogte van Dungeness - Engeland de Nederlandse Shell tanker "Vasum"(1955 – 20.685 Brt.) werd opgewacht.

De "Vasum" werd gekonvooieerd naar Rotterdam.

Op 28 juni 1959 was de "Hector" weer terug in de haven van IJmuiden.

Aan boord van het Britse vrachtschip "Staniel"(650 ton) brak op 27 juni 1959 brand uit.

Drie Nederlandse sleepboten, de "Maas" van L. Smit en Co., de "Hector" en de "Stentor" zetten koers naar de positie van de "Staniel".

Aangekomen op de positie van de "Staniel" zagen ze dat de "Staniel" was omgeven door zware rookwolken en vuur op verschillende plaatsen van het dek.

Nadat het brandende wrak op het strand was gezet kon de brandweer uit de kustplaatsen met de hulp van het blusmateriaal van de Nederlandse slepers het vuur te lijf gaan.

4 juli 1959 arriveerde de "Hector" vanuit de haven van Terneuzen in IJmuiden.

Op 8 juli 1959 vertrok de "Hector" met een baggermolen op sleeptouw vanuit Rotterdam naar IJmuiden. Waar de baggermolen op 9 juli werd afgeleverd.

10 juli 1959 vertrok de "Hector" met een drijvende kraan op sleeptouw vanuit Delfzijl naar IJmuiden. Waar de drijvende kraan op 11 juli 1959 werd afgeleverd.

28 juli 1959 verbleef de "Hector" voor reparaties in Amsterdam, aard van de reparaties helaas niet bekend.

Op 12 september 1959 versleepte de "Hector" de trawler "IJM. 129 Shamrock" vanuit IJmuiden naar Scheveningen, waar de "IJM. 129 Shamrock" bij de Sleephelling Mij. Scheveningen gesloopt zal worden.

18 november 1959 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Rotterdam waar de "Hector" een graanelevator vast maakte voor een sleepreis vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

19 november 1959 arriveerde de "Hector" met haar sleep, een Graanelevator, in de haven van IJmuiden.

Kikvorsmannen gaan Brittenburg zoeken.

Ter hoogte van Katwijk aan Zee proberen vandaag 25 november 1959 kikvorsmannen op ongeveer 800 meter uit de kust de fundamenten te ontdekken van de oude Romeinse burcht 'Brittenburg'.

De kikvorsmannen hebben tot eerste taak daarvan situatieschetsen te maken.
De expeditie is georganiseerd door de archeologische werkgemeenschap voor westelijk Nederland — een groep amateur archeologen.

De werkgemeenschap ondervond veel medewerking van het IJmuidense sleepvaartbedrijf Bureau Wijsmuller, dat de sleepboot "Hector", een vlet en bovendien nog een motorsloep voor deze operatie beschikbaar stelde.

De vaartuigen waren met echolood, radar en duikapparaten uitgerust. Het was voor het eerst in ons land, dat archeologen met kikvorsmannen samenwerken.

Begin december 1959 versleepte de "Hector" het fregat "Hr. Ms. Van Kinsbergen" vanuit de haven van Den Helder naar IJmuiden.

Hierna vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Oslo - Noorwegen om daar vandaan twee bakken naar Rotterdam te verslepen.

12 december 1959 vertrok de "Hector" met twee bakken de "Kalahari" en "Negeb" op sleeptouw vanuit de haven van Oslo - Noorwegen naar Rotterdam.

Dwars van IJmuiden werd de "Negeb", op 14 december 1959 overgegeven aan de "Stentor".
 
De "Hector" arriveerde, na aflevering van haar sleep in de haven van Rotterdam, op 14 december 1959 in de haven IJmuiden.

Op 15 december 1959 werd door de "Hector" een zuiger vanuit Katwijk aan Zee naar de haven van Vlaardingen versleept
 
1960

Omstreeks 20 januari 1960 waren de "Hector" en de "Cycloop" op de Noordzee bij de in stormweer voor anker liggende tanker "Tank Empress"(1950 – 15.797 Brt.), die machineschade had gemeld ter hoogte van het lichtschip Texel.

Op dat moment stond er een Noord Wester storm windkracht 8 tot 10. Later keerde de "Hector" terug naar de haven van IJmuiden.

28 januari 1960 verloor de "Witte Zee" van Smit & Co. op 3 mijl ten Westen van het lichtschip "Texel" haar sleep.
De "Witte Zee" was onderweg vanuit de haven van Brunsbutlekoog - Duitsland, naar Zeebrugge - België, met het sloopschip "Hindsholm"(1922 – 1.512 Brt.).

Later slaagde de "Witte Zee" er in opnieuw vast te maken. Maar omdat de sleep nog steeds drift maakte in Zuid Oostelijke richting, vertrok de "Hector" vanuit de haven van IJmuiden naar de positie van de "Witte Zee" voor assistentie.

In de middag van 1 februari 1960 begonnen de "Friesland" en "Hector" in het Noorder toeleidingskanaal van IJmuiden aan een sleepreis met het middenstuk van een tanker.

Met het middenstuk, 95 meter lang en 21 meter breed, van de oude tanker "Esso Den Haag"(1944 – 10.297 Brt.) langs de Nederlandse kust naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg, waar het middenstuk overgenomen werd door haven sleepboten om naar de sloopwerf te Hendrik Ido Ambacht gebracht te worden.

Op 2 februari 1960 arriveerde de "Hector" vanuit de Nieuwe Waterweg weer in de haven van IJmuiden.

19 februari 1960 strandde het Britse vrachtschip "Harpalion"(1947 – 5.441 Brt.) op de Haaksgronden nabij Texel.

De "Simson" vertrok naar de strandingsplaats van de "Harpalion" en kreeg een contract op basis van Lloyd's Open Form.

Ook de "Hector" en de "Nestor" vertrokken naar de strandings plaats van de "Harpalion".

20 Februari werd er door de sleepboten vastgemaakt en na drie pogingen lukte het laat in de avond om 23.30 uur de "Harpalion" vlot te brengen.

De "Simson", "Hector" en "Nestor" versleepten de "Harpalion" naar de haven van IJmuiden.

Na duikonderzoek naar de schade werd de "Harpalion" versleept naar Amsterdam om gelost te worden.

Na het lossen werd de "Harpalion" opgenomen worden in het dok waar de schade zichtbaar werd.

De "Harpalion" had zware schade aan de bodem met deuken en scheuren verder was het roer weggeslagen en had de schroef zware schade opgelopen.

4 maart 1960 verdaagde de ertstanker "River Afton"(1953 – 11.558 Brt.) bij het binnenlopen van de haven van IJmuiden tijdens slecht weer, stormachtige wind uit het Noord Westen, op de kop van de Noordpier.

De "Nestor" en "Simson" maakten vast op de "River Afton" en op de "Nestor" en "Simson" werd weer vastgemaakt door de "Hector" en "Stentor" en ondanks het slechte weer slaagden de sleepboten er in de "River Afton" vlot te brengen.

Na inspectie van de "River Afton", er bleken verschillende bodemtanks lek te zijn, maar de pompen konden het schip droog houden, kreeg men toestemming het schip naar binnen te slepen en bij de Hoogovens af te meren om te lossen.

Op 15 maart 1960 strandde het Liberiaanse vrachtschip "Sideris"(1943 – 7.219 Brt.) op de Hammond Knoll. De "Simson" en de "Hector" vertrokken uit IJmuiden naar de "Sideris", toen ze enkele uren onderweg waren kwam het bericht dat de "Sideris" op eigen kracht was vlot gekomen.

13 april 1960 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Zeebrugge - België voor een sleepreis met een zuiger vanuit Zeebrugge - België, naar Trondheim - Noorwegen.

In IJmuiden werd ook nog een ponton op sleeptouw genomen, eveneens bestemd voor Trondheim - Noorwegen.

Vooral op het laatste deel van de reis werd slecht weer met sneeuwstormen ondervonden.

Beide objecten de zuiger en de ponton werden in de haven van Trondheim - Noorwegen afgeleverd.

Waarna de "Hector" op 26 april 1960 vanuit de haven van Trondheim - Noorwegen, vertrok naar IJmuiden.

In de tweede helft van augustus 1960 ging de "Hector" onderweg vanuit IJmuiden naar Woolwich - Engeland.

Vanuit de haven van Woolwich - Engeland vertrok de "Hector" op 24 augustus 1960 met een kabellegger op sleeptouw naar Rotterdam.

31 augustus 1960 arriveerde de "Hector" ,vanuit de haven van Rotterdam, in de haven van IJmuiden.

Eind augustus 1960 en begin september 1960 assisteerde de "Hector" bij het verslepen van de Kruiser "Hr. Ms. De Zeven Provinciën" door de "Zeeland" vanuit Den Helder naar Schiedam.

2 september 1960 arriveerde de "Hector", vanuit Schiedam, weer in de haven van IJmuiden.

Eind september 1960 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Southampton - Engeland. Waar ze op 27 september 1960 arriveerde.

Vanuit de haven van Southampton – Engeland vertrok de "Hector" met twee bakken op sleeptouw naar Wallsend on Tyne - Engeland.

Na aflevering van de 2 bakken vertrok de "Hector" vanuit de haven van Wallsend on Tyne - Engeland, naar Milfordhaven - Engeland.

6 oktober 1960 vertrok de "Hector" vanuit de haven van Milfordhaven – Engeland met een baggermolen op sleeptouw naar IJmuiden.

"Hector" sluit IJmuidens stoom-trawler tijdperk af.
 
Met behulp van de "Hector" is op 14 oktober een streep gezet onder het glorieuze tijdperk van de grote IJmuidense stoomtrawler vloot. Als laatste stoomtrawler van Nederland ging het vlaggenschip van de IJmuidense vloot, de "IJM. 9 Haarlem" achter de "Hector" naar de sloperij in Hendrik Ido Ambacht waar ze op 15 oktober 1960 achter de "Hector" arriveerde.

De laatste — en de grootste — is in stilte heengegaan; het was al diep in de duisternis van vrijdagavond 14 oktober 1960, toen de sleep IJmuiden verliet.
Arie van der Veer, de man van het IJmuidense visserij-archief, zei het zo: De stoomtrawlers verloren de slag met de motortrawlers. Eens hebben in IJmuiden niet minder dan 197 stoomtrawlers ingeschreven gestaan. Het begon in 1898 toen als eerste IJmuidense stoomtrawler de "IJM. 75 Betsy" in de vaart kwam. De dure kolen stokende stoomtrawlers moesten vooral na de tweede wereldoorlog het veld ruimen voor de motortrawlers.

De "IJM. 9 Haarlem" heeft altijd gevaren onder bevel van de bekende IJmuidense schipper L. Blok. Het 52.47 meter lange schip, dat 431 ton mat en dat een stoommachine van 800 Ipk bezat, kwam op 6 maart 1938 onder grote belangstelling van de IJmuidense bevolking in de Vissershaven aan. De "IJM. 9 Haarlem" werd in opdracht van de inmiddels opgeheven N.V. Visserij Onderneming De VEM gebouwd door Cochrane & Sons te Selby – Engeland. Op l maart van 1960 keerde het schip van de laatste reis terug. De bestemming werd bekend: Hendrik Ido Ambacht.

Na het afleveren van de "IJM. 9 Haarlem" in Hendrik Ido Ambacht werd aansluitend de Kruiser "Hr. Ms. De Zeven Provinciën" vanuit Rotterdam naar Den Helder versleepte.

Nadat "Hr. Ms. De Zeven Provinciën" in de haven van Den Helder was afgeleverd, ging de "Hector" op 16 oktober 1960 onderweg naar Southampton - Engeland.

Daar werden twee bakken vastgemaakt, die door de "Hector" naar de haven van Falkenberg in Zweden moesten worden versleepte.

Eind oktober 1960 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar het transport van de "Titan" met een Liberty-schip. Op het laatste deel van de sleepreis naar de haven van Faslane - Engeland werd dit transport door de "Hector" door de Ierse zee geassisteerd.

1961

Gedurende heel 1961 was de "Hector" actief in de havendienst.

1962

Half februari 1962 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg om vandaar een bok en een ponton naar Lowestoft - Engeland te slepen.

Vervolgens werd op 25 februari 1962 in het Engels Kanaal de Nederlandse kustvaarder "Inspecteur Mellema"(1952 – 495 Brt.) overgenomen van de Portugese sleepboot "Praia da Adraga". Die de "Inspecteur Mellema" in Bordeaux – Frankrijk had vastgemaakt.

De "Hector" leverde de "Inspecteur Mellema" op 2 maart 1962 af in de haven van Rotterdam.

Vanuit Rotterdam zette de "Hector" koers naar Zeebrugge - België om van daaruit een zuiger naar Trondheim - Noorwegen te verslepen.

Op de terugreis werd een andere zuiger vanuit de haven van Verdal - Noorwegen naar IJmuiden versleept

19 maart 1962 arriveerde de "Hector" met haar sleep, een zuiger, vanuit de haven van Verdal - Noorwegen in de haven van IJmuiden.

Na aflevering van de zuiger werd de "Hector" weer in de haven van IJmuiden gestationeerd.

Half mei 1962 versleepte de "Hector" de Zweedse kustvaarder "Staffan"(1957 – 499 Brt.) vanuit Rotterdam naar Rouen - Frankrijk.

Op 18 mei arriveerde de "Hector" met de Zweedse kustvaarder "Staffan" in de haven van Rouen - Frankrijk.

Vanuit de haven van Rouen - Frankrijk vertrok de "Hector" op 28 mei 1962 met de Zweedse kustvaarder "Staffan"(1957 – 499 Brt.), waar deze gelost was, naar Stockholm - Zweden.

Op 4 juni 1962 arriveerde de "Hector" de Zweedse kustvaarder "Staffan" in de haven van Stockholm - Zweden.

13 juni 1962 vertrok de "Hector" met twee bakken, de "HAM 635" en de "HAM 636", vanuit de haven van Vlaardingen naar Portsmouth - Engeland.

Op 15 juni arriveerde de "Hector" met twee bakken, de "HAM 635" en de "HAM 636" in de haven van Portsmouth - Engeland.

In de haven van Portsmouth - Engeland maakte de "Hector" een dokdeur vast met bestemming IJmuiden.

Op 19 juni 1962 arriveerde de "Hector" met een dokdeur op sleeptouw in de haven van IJmuiden.

Eind juni 1962 moest de "Hector" een zuiger vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn verslepen.

Daar de weersomstandigheden niet gunstig waren om Oostmahorn te bereiken werd de sleep op 28 juni 1962 voorlopig te Delfzijl afgeleverd.

5 juli 1962 werd vervolgens een 2e zuiger vanuit IJmuiden naar Oostmahorn gebracht.

Daarna werd ook de in Delfzijl achtergelaten zuiger naar de juiste bestemming versleept

Half juli 1962 versleepte de "Hector" twee bakken naar Petten en terug van Petten naar IJmuiden.

De "Hector" arriveerde op 21 juli in de haven van Vlaardingen met een drijvende bok op sleeptouw vanuit IJmuiden.

23 augustus 1962 raakte het vracht/passagiersschip "Randfontein"(1958 – 13.692 Brt.) tijdens een Zuid Wester storm, windkracht 8, bij het binnenlopen van IJmuiden in de problemen en liep aan de grond bij de strekdam ter hoogte van het Semafoor.

In de Zuid Wester storm kwam het schip dwars van het Zuidertoeleidingskanaal te zitten.

De gezagvoerder accepteerde hulp van Wijsmuller op basis van Lloyd's Open Form waarna de "Randfontein" door de "Nestor", "Stentor", "Hector", "Simson", "Titan", "Assistent" en "Cornelis Willem" werd vastgemaakt en na korte tijd werd vlot gebracht.

Half september 1962 versleepte de "Hector" een zuiger vanuit Oostmahorn naar Den Helder en vervolgens nog een zuiger vanuit Oostmahorn naar IJmuiden.

Eind september 1962 ging de "Hector" van IJmuiden uit naar zee om de "Friesland" en "Praia da Adraga" behulpzaam te zijn bij het transport van de drijvende olieraffinaderij "Refiner" vanuit de haven van Antwerpen - België naar Marsa El Brega - Libië.

Tot half oktober 1962 heeft de "Hector" geassisteerd bij het transport van de "Refiner".

De "Hector" assisteerde daarna enkele dagen de "Help" die bezig was met de berging van de "Saipa I”(1936 – 476 Brt) die op 2 augustus 1962 strandde nabij Rio de Oro - Spaanse Sahara ter hoogte van Villa Cisneros.

Vervolgens werd van de "Utrecht" ter hoogte van Hoek van Holland een baggermolen overgenomen, die vanuit Port Harcourt - Nigeria naar Nederland werd versleept.

De "Hector" leverde de baggermolen op 6 november 1962 in de haven van Vlaardingen af en vertrok daarna weer naar de haven van IJmuiden.

Bij het verlaten van de haven van IJmuiden op 11 december 1962 was het KNSM vrachtschip "Agamemnon"(1947 – 2.318 Brt.) vastgelopen in het Noordertoeleidingskanaal ter hoogte van het Forteiland.

De weersomstandigheden waren slecht, windkracht 7 uit het Zuid Westen, toen de "Agamemnon" de Noordersluis verliet zonder assistentie van havensleepboten.

Na drie uur slaagde de "Hector" er in om de "Agamemnon" vlot te brengen.

1963

5 februari 1963 lukte de "Hector", "Cornelis Willem" en "Assistent" de in het Noordertoeleidingskanaal vastgelopen Duitse erts tanker "Stephanitor"(1938 – 11.664 Brt.) vlot te brengen.

In de avond van 7 februari 1963 strandde het Deense vracht – passagiers schip "Falstria"(1945 – 6.993 Brt.) op de in aanbouw zijnde Zuidpier.

De "Hector", "Stentor", "Nestor", "Simson" en "Titan" brachten de "Falstria" op 8 februari weer vlot.

17 februari 1963 liep het Duitse vrachtschip "Stubbenhuk"(1955 – 2.667 Brt.) op de nieuwe Zuidpier.

De "Hector", "Stentor", "Simson", "Friesland" en "Assistent" wisten de "Stubbenhuk" dezelfde dag nog vlot te slepen.

Half mei 1963 versleepte de "Hector" het casco van de Deense autoveerboot "Jens Kofoed"(1963 – 2.964 Brt.) vanuit de haven van Sunderland - Engeland naar Bremen - Duitsland.

Eind mei 1963 versleepte de "Hector" het Zweedse vrachtschip "Nigella"(1946 – 3.250 Brt.) vanuit Rotterdam naar Amsterdam.

De "Hector" bevond zich in de maand juli 1963 bij de Scheepswerf Welgelegen te Harlingen voor haar 4 jaarlijkse survey. De "Hector" kwam begin augustus 1963 weer in bedrijf.

De "Hector" versleepte in de eerste helft van augustus 1963 een stoomschip vanuit de haven van Esbjerg - Denemarken naar Zeebrugge - België

Na aflevering van haar sleep zette de "Hector" vanuit de haven van Zeebrugge - België weer koers naar Esbjerg – Denemarken.

Op 19 augustus 1963 verlegde de "Hector" haar koers en ging onderweg naar het Noorse vrachtscheepje "Basel"(1962 – 298 Brt.), dat in slecht weer bij Texel met slagzij had te kampen.

De "Hector" vervolgde de reis naar Esbjerg - Denemarken toen de "Basel" een andere sleepboot voor escorte naar IJmuiden accepteerde.

Vanuit de haven van Esbjerg - Denemarken, werd het voor de sloop bestemde Deense passagiers/vrachtschip "Trondhjem"(1923 – 1.399 Brt.) naar Zeebrugge – België versleept

Op 27 augustus 1963 versleepte de "Hector" een bak vanuit de haven van Southampton - Engeland naar Londen - Engeland.

Na aflevering van de bak in de haven van Londen - Engeland vertrok de "Hector" weer naar Southampton - Engeland.

Vanuit de haven van Southampton - Engeland vertrok de "Hector" met de baggermolen "HAM 112" en een bak op sleeptouw naar Vlaardingen.

5 september 1963 arriveerde de "Hector" met de baggermolen "HAM 112" en een bak  vanuit de haven van Southampton - Engeland in de haven van Vlaardingen.

7 september 1963 werd door de "Hector" het casco van zuiger "Peter" vanuit IJmuiden naar de Scheveningse Sleephelling te Scheveningen versleepte voor verder afbouw.

Half september 1963 was de "Hector" betrokken bij de poging tot het lichten van de op de Noordzee gezonken kotter "WR.47" door de "Octopus".

De "Hector" versleepte op 7 oktober 1963 een baggermolen vanuit IJmuiden naar Delfzijl en 22 oktober 1963 de "Gelderland" vanuit Harlingen naar IJmuiden.

De "Hector" versleepte eind oktober 1963 een zuiger vanuit Oostmahorn naar IJmuiden.

De "Hector" en de "Stentor" assisteerden op de Nieuwe Rotterdamse Waterweg het transport van de "Gelderland" met de "Leadenhall"(1958 – 14.326 Brt.) in de laatste week van december 1963.

1964

De "Hector" assisteerde 18 januari 1964 op de Nieuwe Rotterdamse Waterweg het transport van de "Gelderland" met een 'Coalhulk', welke de "Gelderland" vanuit Portsmouth - Engeland, naar Rotterdam versleepte voor de sloop.

In februari 1964 versleepte de "Hector" de trawler "Bayard"(1940 – 480 Brt.) vanuit Boulogne sur Mer - Frankrijk naar Vlaardingen.

Daarna versleepte de Hector" het casco van een veerboot vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

Een zuiger-casco vanuit Harlingen naar Scheveningen.

En begin maart 1964 het casco van de trawler "Sch. 35" vanuit IJmuiden naar Scheveningen.

10 maart 1964 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Hamburg - Duitsland. Vanuit Hamburg - Duitsland, voerde de "Hector" een aanbreng reisje voor de "Zeeland" uit met een zuiger en twee bakken naar IJmuiden. De "Zeeland" nam de drie objecten daarna in IJmuiden op sleeptouw naar de Arabische Golf.

Half maart 1964 werd door de "Hector" een zuiger vanuit IJmuiden naar de Lauwerszee gebracht en eind maart werd een dokdeur vanuit Chatham - Engeland, naar IJmuiden versleepte, waar de "Hector" op 29 maart 1964 arriveerde.

Begin april 1964 werd door de "Hector" een zuiger vanuit IJmuiden naar Oostmahorn versleept

De "Hector" versleepte mei 1964 een bak vanuit Stockholm - Zweden, via het Kielerkanaal naar Rotterdam.

Van 15 op 16 mei 1964 heeft de "Hector" twee graan-elevatoren, gebouwd bij Verschure in Amsterdam en gemonteerd op één bak, versleepte vanuit IJmuiden naar Rotterdam.

Op 2 en 3 juni 1964 was de "Hector" betrokken bij het verslepen van het kraaneiland "lepelaar" vanuit Schiedam naar IJmuiden en op 4 juni bij het plaatsen van het eiland bij de Zuidpier.

versleepte op 25 juni 1964 het casco van het Israëlische vrachtschip "Lea"(1964 – 1968 Brt.) vanuit Rotterdam naar IJmuiden.

De "Hector" vertrok op 25 juli 1964 met het vrachtschip "Eid"(1960 – 1.871 Brt.)ex "Laga" vanuit Vlaardingen naar Newcastle - Engeland.

Waar de "Hector" op 25 juli 1964 de "Eid" afleverde bij de scheepswerf Hawthorn Leslie Ltd.

Op 27 juli 1964 vertrok de "Hector" vanuit Newcastle - Engeland naar IJmuiden.

In de eerste helft van augustus 1964 versleepte de "Hector" twee bakken vanuit Galway - Ierland, naar Killybegs – Ierland, daarna een baggermolen vanuit Galway - Ierland naar Killybegs - Ierland en tenslotte een zeesleepboot vanuit Milfordhaven - Engeland naar Southampton - Engeland.

17 augustus 1964 vertrok de "Hector" vanuit de haven van Southampton - Engeland naar IJmuiden. Na aankomst in IJmuiden werd de "Hector" weer ingezet bij de havendienst in IJmuiden.

De "Hector" versleepte 3 september 1964 de zuiger "Beverwijk 28" vanuit Oostmahorn naar IJmuiden en daarna nog een zuiger vanuit Oostmahorn naar IJmuiden.

In de tweede helft van september versleepte de "Hector" een heiponton vanuit Rotterdam naar Sheerness -  Engeland. Op 25 september werd de ponton door de "Hector" afgeleverd in Sheerness - Engeland.

Begin oktober 1964 zette de "Hector" vanuit IJmuiden enige keren koers naar in nood verkerende schepen, o.m. voor de Duitse "Maria Althoff"(1958 – 1.000 Brt.), die in stormweer een schuivende lading rapporteerde en door de bemanning moest worden verlaten. De "Maria Althoff" contracteerde eerder aangekomen hulp.

Ook vertrok de "Hector" begin oktober 1964 vanuit IJmuiden naar de positie van de Nederlandse "Tempo D"(1936 – 199 Brt.), die op Haisborough Sands - Engeland aan de grond was gelopen. De "Tempo D" kwam op eigen kracht vlot.

3 oktober 1964 vertrok de "Hector" met een duwboot en een bak vanuit de haven van Dordrecht naar Le Havre - Frankrijk, waar de "Hector" op 5 oktober 1964 arriveerde.

Op 12 en 13 oktober 1964 was de "Hector" samen met de "Stentor" en de "Simson" betrokken bij de sleepreis van het kraanhefeiland "Kraanvogel" vanuit Schiedam naar IJmuiden.

Half oktober 1964 versleepte de "Hector" een baggermolen vanuit IJmuiden naar Londen - Engeland.

Vervolgens versleepte de "Hector" twee duwbakken vanuit de haven van Dordrecht naar Le Havre - Frankrijk, en aansluitend een sleepboot en een LST vanuit de haven van Plymouth - Engeland naar IJmuiden.

De "Hector" versleepte half november 1964 het casco van een motorschip vanuit de haven van Rotterdam naar IJmuiden.

De "Hector" vertrok op 15 november 1964 naar zee om van de "Titan" het radioschip "Norderney", tijdens een Wester storm windkracht 7, over te nemen en deze gedurende het slechte weer gaande te houden voor de Nederlandse kust.

Later werd de "Norderney" door de "Hector" en de "Sepiola" op 19 november 1964 weer op een vaste ankerplaats gebracht.

Op 21 november 1964 vertrok de "Hector" vanuit de haven van Plymouth - Engeland naar zee.

23 november 1964 arriveerde de "Hector" in de haven van IJmuiden.

De "Hector" voer op 6 december 1964 uit voor de nabij Callantsoog gestrande kustvaarder "Teunika"(1936 – 199 Brt.) en was gedurende enkele dagen bij de berging van de "Teunika" betrokken.

Zaterdag 12 december 1964 kwam de Nederlandse kustvaarder "Willi Bohmer"(1957 – 1.000 Brt.) met windkracht 8 op eigen risico de pieren van IJmuiden binnen, door een machine defect werd het schip op de Noordpier gedrukt.

De "Titan", "Nestor" en de "Hector" wisten de "Willy Bohmer" 's avonds weer vlot te brengen.

Op 13 december 1964 was de "Hector" betrokken bij het vlot brengen van de Engelse "Yewcroft"(1946 – 945 Brt.) in IJmuiden.

Op zondagmorgen 13 december 1964 wilde het Engelse vrachtschip "Yewcroft" op eigen risico, ondanks het slechte weer, naar binnen komen in IJmuiden.

Gedurende het binnenkomen brak de schroefas.

De Kapitein liet direct beide ankers vallen.

En de "Titan" en "Hector" maakten vast, maar bij het beginnen van het slepen braken de trossen en werd de "Yewcroft" op precies de zelfde plaats van de Noordpier gezet als de "Willi Bohmer" een dag eerder zat.

De "Neeltje Jacoba" haalde onder uiterst moeilijke omstandigheden in 5 runs 7 bemanningsleden van boord.

Vier bemanningsleden en de loods bleven aan boord achter.

De "Titan", "Hector" en "Assistent" wisten met behulp van een raket een lijn over te brengen en vast te maken waarop de "Yewcroft" een kwartier later weer vlot was gebracht.

Half december 1964 versleepte de "Hector" een baggermolen vanuit de haven van Dover - Engeland naar Rotterdam waar ze op 17 december 1964 arriveerde.

Vervolgens werd door de "Hector" een drijvende kraan vanuit IJmuiden naar Leith - Engeland, versleepte, waar de "Hector" op 22 december 1964 arriveerde.

Vervolgens versleepte de "Hector" een baggermolen vanuit Londen - Engeland naar IJmuiden, waar de "Hector" op 27 december arriveerde.

Eind december 1964 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar de Westkust van Ierland voor enige sleepreisjes.

1965

De "Hector" versleepte eind januari 1965 de coaster "Karel"(1956 – 499 Brt.) vanuit de haven van Galway - Ierland naar Landsend – Engeland waarna de "Jacob van Heemskerck" het transport overnam voor de sleepreis naar Rotterdam.

De "Hector" voerde vervolgens een reisje uit met 2 bakken en daarna met een baggermolen vanuit de haven van Killybegs - Ierland naar Castletown - Engeland.

Aansluitend werd er een sleepreis vanuit de haven van Pembroke – Engeland gemaakt naar Rotterdam met een 'Yardcraft'.

Na aflevering van de 'Yardcraft' in Rotterdam vertrok de "Hector" op 12 februari 1965 vanuit de haven van Vlaardingen met de baggermolen "Goliath" op sleeptouw naar IJmuiden.

Op 13 en 14 februari 1965 zijn de "Titan" en de "Hector" in windkracht 8 uit het Westen buitengaats om op basis Lloyd's Open Form bijstand te verlenen aan de Liberiaanse "Calliope"(1943 – 7.208 Brt.) ter hoogte van IJmuiden.

De "Calliope" slaagde er uiteindelijk in om zelf vrij van de kust te komen en had verder geen sleepboothulp nodig.

16 februari 1965 vertrok de "Hector" met de baggermolen "Goliath" en een bak op sleeptouw vanuit IJmuiden naar Leith – Engeland.

23 februari 1965 melde de Duitse kuster "Aphaia"(1954 – 398 Brt.) brand in de machinekamer.

De "Hector" en "Titan" vertrokken uit IJmuiden naar de positie van de "Aphaia".
Om 11.00 uur begon men met de bestrijding van de brand en om 16.00 uur was men de brandmeester.

En werd begonnen met het leegpompen van de machinekamer.
 
In IJmuiden werd het stoffelijk overschot van de ass. wtk. Van de "Aphaia" geborgen die bij de brand was omgekomen.

De "Hector" vertrok op 1 maart 1965 met 2 bakken vanuit de haven van Vlaardingen naar Glückstadt - Duitsland.

Aansluitend maakt de "Hector" daarna een sleepreis met 2 onderlossers vanuit IJmuiden naar Glückstadt - Duitsland.

Hierna versleepte de "Hector" een baggermolen vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn, en een coaster vanuit IJmuiden naar Vlaardingen.

Op 22 en 23 maart 1965 versleepte de "Hector" "Hr. Ms. Pelikaan" vanuit Den Helder naar IJmuiden en een coaster vanuit IJmuiden naar Rotterdam.

Begin april 1965 versleepte de "Hector" samen met de "Cycloop" "Hr. Ms. Pelikaan" vanuit IJmuiden naar Den Helder.

De "Hector" bracht vervolgens een pompstation vanuit Vlissingen naar Zeebrugge - België, en verder op 14 april 1965 een zuiger vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn, een zuiger vanuit Vlaardingen naar Emden - Duitsland en een zuiger vanuit IJmuiden naar Oostmahorn.

Op 20 april 1965 vertrok de "Hector" vanuit Rotterdam met 2 bakken op sleeptouw naar Southampton - Engeland.

Daarna versleepte de "Hector" de baggermolen "Beaverer Chief" en een bak vanuit de haven van Milfordhaven - Engeland naar Bromborough - Engeland en een tweetal bakken vanuit de haven van Milfordhaven - Engeland naar Southampton - Engeland.

Begin mei 1965 arriveerde de "Hector" in de haven van Le Havre - Frankrijk om samen met de "Willem Barendsz" het booreiland "Sea Gem" vast te maken met bestemming Middlesborough - Engeland.

Na het verslepen van het booreiland "Sea Gem" vanuit de haven van Le Havre - Frankrijk naar Middlesborough – Engeland. Vertrok de "Hector" op 13 mei 1965 vanuit de haven van Middlesborough - Engeland naar Arklow - Engeland om half mei 1965 vandaar uit een baggermolen en daarna 2 bakken naar de haven van Southampton - Engeland, te slepen waar de "Hector" op 24 mei 1965 arriveerde.

De "Hector" versleepte eind mei 1965, samen met de "Stentor", het booreiland "W.H.(Bill) Dordan" vanuit Harlingen naar Wilhelmshaven - Duitsland.

Op 5 juni 1965 versleepten de "Hector" en "Stentor" de Griekse tanker "Manegina II"(1953 – 11.276 Brt.) vanuit IJmuiden naar de werf van Wilton Feijenoord te Schiedam.

Eind juni 1965 versleepte de "Hector" een drijvende heistelling vanuit de haven van Sheerness - Engeland naar IJmuiden.

14 juli 1965 voerde de "Hector" een sleepreisje uit met een bak vanuit de Nieuwe Rotterdamse Waterweg naar Southampton - Engeland en daarna met een ferry vanuit Southampton - Engeland naar IJmuiden.

De "Hector" vertrok samen met de "Stentor" op 27 augustus 1965 vanuit de haven van IJmuiden om het Griekse vrachtschip "Agioi Anargyroi"(1937 – 5.483 Brt.), die haar schroef bij Harwich - Engeland had verloren, vanuit Harwich - Engeland naar Rotterdam te slepen.

Op 30 augustus 1965 werd vastgemaakt en de volgende dag werd de "Agioi Anargyroi" in de haven van Rotterdam afgeleverd.

De "Hector" versleepte begin september 1965 een drijvende kraan vanuit IJmuiden naar Delfzijl en versleepte half september een baggermolen vanuit Oostmahorn naar Rotterdam waar de "Hector" op 15 september 1965 arriveerde.

Daarna versleepte de "Hector" op 23 september 1965 "Hr. Ms. Luymes" vanuit Den Helder naar Rotterdam.

In oktober 1965 maakt de "Hector" diverse sleepreizen zo versleepte de "Hector" "Hr. Ms. Willem v. d. Zaan" vanuit de haven van Den Helder naar Vlissingen, "Hr. Ms. Zeeland" vanuit Vlissingen naar Den Helder en de zuiger "Ammerstol" vanuit Oostmahorn naar IJmuiden.

Begin november 1965 versleepte de "Hector" een bak vanuit IJmuiden naar Middlesborough - Engeland.

Op 8 november 1965 werd door de  de "Hector" de bak afgeleverd in de haven van Middlesborough - Engeland, waarna de "Hector" meteen weer naar IJmuiden vertrok.

De "Hector" ging op 10 december 1965 vanuit IJmuiden, tijdens een West Noord Wester storm windkracht 8, naar zee om bijstand te verlenen aan de "Noord-Holland" en haar transport ter hoogte van Terschelling.

Een bak werd op 11 december overgenomen van de "Noord-Holland" en naar IJmuiden gebracht.

1966
 
8 januari 1966 versleepte de "Hector" de ponton "Caland I" vanuit IJmuiden naar Vlaardingen, na aflevering van de ponton vertrok de "Hector" meteen weer naar IJmuiden waar ze op dezelfde dag arriveerde.

Half januari werd de kuster "Start"(1933 – 199 Brt.) vanuit de haven van Great Yarmouth - Engeland naar de Nieuwe Waterweg versleepte en vervolgens bracht de "Hector" een trawler vanuit de haven van Grimsby - Engeland naar Hoek van Holland.

Begin februari 1966 kwam de "Hector" in aanvaring met een binnenvaart schip, waarbij de "Hector" zware schade opliep.

De "Hector" kwam begin maart 1966 weer in de vaart nadat de "Hector" vanaf begin februari in Amsterdam reparaties had ondergaan als gevolg van een aanvaring in het IJmuidense havengebied.

De "Hector" begon in de eerste helft van maart 1966 aan de uitvoering van enkele kustreisjes: de zuiger "Wiron" vanuit IJmuiden naar de Lauwerszee, de baggermolen "Tiger" vanuit Bremerhaven - Duitsland, naar IJmuiden.

"TIGER" VERMIST ACHTER DE "HECTOR"

EEN ONHEILSTIJDING hield het bericht van kapitein M.M. Menting van onze sleepboot "Hector" op de avond van 18 maart 1966 in: de sleep van de "Hector", de baggermolen "Tiger" met aan boord twee runners was op 50 mijl ten Noorden van Terschelling in een Noordoostelijke wind met windkracht 6 tot 7 plotseling verdwenen, waarschijnlijk gekapseisd. De "Hector" moest daarna de tros kappen. De "Hector" was met de "Tiger", die versleepte werd voor de firma D. Blankevoort te Bloemendaal, onderweg vanuit Brunsbüttelkoog – Duitsland naar IJmuiden.
Via Scheveningen Radio is de scheepvaart ten Noorden van de Waddeneilanden onmiddellijk verzocht uit te zien naar de runners en de eventueel nog ondersteboven drijvende sleep. Vanuit IJmuiden werd de "Titan" naar de noodpositie gedirigeerd, terwijl ook een opsporings-vliegtuig van de Marine Opsporings- en Reddingsdienst van het vliegveld Valkenburg opsteeg om het zoeken te vergemakkelijken. Het enige dat die zaterdag nog op zee werd gevonden was wat wrakhout. een rubber-dinghy en een reddingboei, welke onderdelen alle van de 403 Brt. metende molen afkomstig bleken te zijn. Van de baggermolen en van de twee opvarenden, matroos-runner G. van Wolferen en matroos-runner W.A. v.d. Hilst, ontbrak ieder spoor. Ook zondag 20 maart werd nog gedurende de gehele dag door de sleepboten "Hector" en "Titan" gezocht; daarna keerden beide schepen naar IJmuiden terug. Nu moest wel definitief aangenomen worden, dat de "Tiger" op die vrijdagavond tijdens de sleepreis zeer plotseling door onbekende oorzaak is gekapseisd en gezonken in ruim 40 meter diep water.

Het stoffelijk overschot van matroos-runner W.A. v.d. Hilst is later door een Harlingse kotter in Harlingen aan land gebracht. De begrafenis op de Ooster begraafplaats te Amsterdam vond plaats op 28 maart en werd onder andere bijgewoond door de directeur, de heer Arthur Wijsmuller, die in de aula enkele woorden ter nagedachtenis heeft gesproken.

De "Hector" versleepte begin april 1966 twee bakken vanuit Rotterdam naar St. Malo - Frankrijk en vervolgens een baggermolen en een bak vanuit Hamburg - Duitsland naar IJmuiden.

Eind april 1966 versleepte de "Hector" een zuiger vanuit IJmuiden naar Oostmahorn, vervolgens een tweetal bakken vanuit Hamburg - Duitsland naar Oostmahorn daarna twee bakken vanuit Vlaardingen naar St. Malo - Frankrijk.

De "Hector" versleepte begin mei 1966 een baggermolen vanuit Southampton - Engeland naar Bromborough bij Liverpool - Engeland.

En versleepte daarna twee bakken vanuit Newcastle on Tyne - Engeland naar IJmuiden.

Eind mei 1966 versleepte de "Hector" het vrachtschip "Bretagne"(1966 – 1.340 Brt.) vanuit Amsterdam naar Kristiansand - Zweden.

De "Hector" vertrok op 28 mei 1966 weer vanuit IJmuiden, slepend met een bak, naar de rivier de Humber - Engeland, de "Hector" en de bak werden ingezet bij het werk van de "Octopus" op het wrak van het booreiland "Sea Gem".

Begin juni 1966 versleepte de "Hector" het vrachtschip "Walma"(1947 – 1.707 Brt.) vanuit Amsterdam naar de scheepssloperij in Zeebrugge - België.

De "Hector" was half juni 1966 bij het transport van de "Ocean Traveller" om de sleepboten "Jacob van Heemskerck" en "Noord Holland" van enige voorraden te voorzien.

28 juni 1966 strandde de "Willemstad"(1938 - 5.088 Brt.) in de havenmond van IJmuiden.

En werd vlot gebracht door de "Hector", "Assistent", "Cornelis Willem" en "Simson".

Half juli 1966 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar de positie van de Noorse tanker "Mosli"(1964 – 34.179 Brt.).

De "Mosli" had bij de Portugese Zuid West kust een aanvaring gehad met de Griekse tanker "Marietta Nomikos"(1954 – 11.577 Brt.) waarna de "Mosli" in brand vloog en door de bemanning was verlaten.

Samen met de Noorse sleepboot "Hercules" de Portugese sleepboot "Praia da Adraga" en de "Titan" werd de "Mosli", geladen met 52.000 ton olie, naar Gibraltar gesleept waar het transport in de nacht van 22 op 23 juli aankomt.

Vanuit Vlissingen versleepte de "Hector" het vrachtschip "Fenris"(1941 – 1.904 naar IJmuiden.

En vanuit Rotterdam werd door de "Hector" een drijvende kraan naar IJmuiden versleepte.

De "Hector" versleepte half september 1966 Hr. Ms. "Tromp" vanuit Den Helder naar Amsterdam.

Op 22 september 1966 was de "Hector" samen met de "Simson", "Stentor", "Nestor" en "Assistent" betrokken bij het vlot brengen, op basis Lloyd's Open Form, van de bulkcarrier "Challenger"(1966 – 19.951 Brt.) die was vastgelopen tussen de Noordersluis en het Spuikanaal te IJmuiden.

De "Hector" versleepte half oktober 1966 de hopperzuiger "W.D." vanuit Blyth - Engeland, naar een positie ter hoogte van het eiland Wight waar de "Gelderland" op 22 oktober 1966 de hopperzuiger "W.D." overnam van de "Hector" voor de verdere sleepreis naar Cobh - Ierland.

Eind oktober 1966 werd door de "Hector" een zuiger vanuit Oostmahorn naar IJmuiden gebracht.

De "Hector" versleepte begin november 1966 "Hr. Ms. Van Zijl" vanuit Den Helder naar Vlissingen en vervolgens "Hr. Ms. Fret" vanuit Vlissingen naar Den Helder.

Half november 1966 versleepte de "Hector" een drijvende kraan vanuit IJmuiden naar Vlaardingen en daarna versleepte de "Hector" de ponton "Thor" vanuit Vlaardingen naar Calais – Frankrijk.

Hierna versleepte de "Hector" twee heftanks vanuit Zeebrugge - België, naar IJmuiden. Deze heftanks werden door Wijsmuller aangekocht om te gebruiken bij bergingen. Er zullen nog twee van deze tanks volgen.

Begin december 1966 versleepte de "Hector" vanuit Den Helder "Hr. Ms. "Breskens" naar de Nieuwe Waterweg.

Half december 1966 vertrok de "Hector" vanuit de haven van IJmuiden naar de positie van de gekapseisde kotter "SCH. 225 Willem Senior", maar de "SCH. 225 Willem Senior" zonk voordat de "Hector" ter plaatse was.

Vanaf de positie van de "SCH. 225 Willem Senior" ging de "Hector" naar Den Helder waar ze in afwachting van enkele sleepreizen werd gestationeerd.

Half december 1966 werd een baggermolen vanuit Oostmahorn naar IJmuiden gebracht en vervolgens werden twee bakken versleepte vanuit St. Malo - Frankrijk naar Rotterdam.

Verder versleepte de "Hector" op 27 december 1966 de, voor de sloop bestemde stoomtrawler, "IJM. 6 Norma Maria" vanuit Amsterdam naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg.
 
1967

Half januari 1967 versleepte de "Hector" een zuiger vanuit Hamburg - Duitsland naar Vlaardingen.

De "Hector" voerde half februari 1967 een sleepreisje uit met een ponton vanuit Calais - Frankrijk naar Southampton - Engeland.

Op 18 maart 1967 werd de "Hector" naar Avonmouth - Engeland gedirigeerd om een sleepreisje met het Noorse vrachtschip "Mango"(1964 – 2.763 Brt.) uit te voeren. De "Mango" werd vanuit Avonmouth - Engeland naar Amsterdam versleept

Begin april 1967 werd door de "Hector" een bak vanuit IJmuiden naar Middlesborough - Engeland versleept

Half april 1967 werd door de "Hector" een zuiger vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn gebracht.

De "Hector" bracht 13 april samen met de "Simson" en "Titan", het kraanhefponton "Kraanvogel" vanuit IJmuiden naar de Rotterdamse Maashaven.

De "Hector" versleepte op 23 april 1967, samen met de "Titan" vanuit Den Helder "Hr. Ms. Pelikaan" naar IJmuiden.

De "Hector" versleepte 13 april samen met de "Titan" en "Stentor" het kraanhefeiland "Lepelaar" vanuit IJmuiden naar de Maashaven in Rotterdam.

Begin juni 1967 versleepte de "Hector" de trawler "Utrecht" vanuit IJmuiden naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg.

Vervolgens begon de "Hector" aan een tiental verschillende kustreizen met het ponton "Mastgat".

Deze kustreisjes brachten de "Hector" achtereenvolgens vanuit Rotterdam naar Milfordhaven - Engeland, vanuit Milfordhaven - Engeland naar Bremen - Duitsland, vanuit Bremen - Duitsland, naar Fawley - Engeland, en vanuit Fawley - Engeland naar Vlaardingen.

De "Hector" versleepte eind juni 1967 twee bakken vanuit Vlaardingen naar Leith - Engeland en een coaster vanuit Londen - Engeland naar de Nieuwe Rotterdamse Waterweg.

De "Hector" hervatte begin juli 1967 haar reizen met de ponton "Mastgat" vanuit de Nieuwe Rotterdamse Waterweg naar Bremen - Duitsland, vervolgens vanuit Bremen - Duitsland, naar Milfordhaven - Engeland, en vanuit Milfordhaven - Engeland half juli 1967 weer naar Bremen - Duitsland.

Vanuit Bremen – Duitsland werd weer koers gezet met de ponton "Mastgat" naar Milfordhaven – Engeland en vanuit Milfordhaven – Engeland naar Liverpool – Engeland.

Zonder sleep zette de "Hector" vervolgens vanuit Liverpool – Engeland koers naar IJmuiden.

De "Hector" versleepte eind juli — begin augustus een drijvende heistelling vanuit IJmuiden naar Bantry Bay - Ierland.

In de tweede week van augustus werd in Liverpool - Engeland door de "Hector" weer de ponton "Mastgat" vastgemaakt en vertrok via Milfordhaven - Engeland naar Vlaardingen.

Half augustus 1967 werd door de "Hector" de zuiger "Beverwijk 37" vanuit Oostmahorn naar Vlissingen versleepte.

Na aflevering van de zuiger "Beverwijk 37" in de Sloehaven van Vlissingen vertrok de "Hector" naar de Buitenhaven van Vlissingen voor bunkers en proviand.

Bij aankomst in de Buitenhaven kwam de "Hector" in aanvaring met het Belgische binnenvaartschip de "Bizart" en een naast de "Bizart" afgemeerd zeiljacht de "Krabber", hierbij liepen de "Bizart" en de "Krabber" zware schade op.

Vanuit Vlissingen zette de Hector" weer koers naar Oostmahorn en werd een zuiger vanuit Oostmahorn naar IJmuiden versleept

De "Hector" versleepte eind augustus 1967 de ponton "Mastgat" vanuit Vlaardingen naar Bremen - Duitsland en vervolgens begin september vanuit Bremen - Duitsland naar Milfordhaven - Engeland.

De "Hector" bracht de ponton "Mastgat" tenslotte leeg vanuit Milfordhaven - Engeland naar Vlaardingen.

Half september 1967 versleepte de "Hector" een zuiger vanuit Londen - Engeland naar Rotterdam en een kotter vanuit de Nieuwe Rotterdamse Waterweg naar IJmuiden.

De "Hector" versleepte eind september twee bakken vanuit IJmuiden naar Leith - Engeland en vervolgens twee bakken vanuit Middlesborough - Engeland naar Grangemouth - Engeland.

Eind september 1967 werd ook de drijvende kraan "Clyde Bay" vanuit
Middlesborough - Engeland naar Grangemouth – Engeland versleepte door de "Hector".

Begin oktober 1967 versleepte de "Hector" twee bakken vanuit Leith - Engeland, naar IJmuiden.

Half november 1967 werd een bagger molen vanuit IJmuiden naar Vlaardingen versleepte en eind november een baggermolen vanuit Milfordhaven - Engeland naar Rotterdam.

Half december 1967 assisteerde de "Hector" bij het vertrek van het booreiland "Sedneth I" uit Rotterdam.

De "Gelderland" nam in de tweede helft van december 1967 ter hoogte van Wight de sleep van de "Hector", de zuiger "Bijlmermeer", over voor de verdere reis naar St. Nazaire - Frankrijk.

Slecht weer belette de "Gelderland" de voortzetting van deze reis, waarna de zuiger werd binnengebracht in de haven van Southampton - Engeland en de "Hector" eind december weer vanuit IJmuiden kwam om de zuiger "Bijlmermeer" vanuit Southampton - Engeland, naar St. Nazaire - Frankrijk te brengen.

Door de "Hector" werd in 1967 12.850 mijl slepend afgelegd.

1968

Begin januari 1968 vertrok de "Hector" uit Southampton - Engeland, met de zuiger "Bijlmermeer", naar St. Nazaire - Frankrijk.

Vervolgens versleepte de "Hector" twee bakken vanuit Sheerness - Engeland naar Vlaardingen.

De "Hector" was vanaf 5 tot 8 februari 1968 ingezet bij de berging van de "Pollux"(1959 – 1.326 Brt.) in de Averijhaven te IJmuiden.

De "Pollux" was lekgestoten bij de Baloeran-boei buitengaats en verkeerde in zinkende toestand.

Door de "Hector", "Nestor" en "Assistent" werd de "Pollux" aan de grond gezet in de averijhaven.

En werd begonnen de lading papier en stukgoed van de "Pollux" te lossen en de gaten te dichten met behulp van duikers die werkten vanaf de "Sepiola".

De "Hector" versleepte begin maart 1968 een zuiger van IJmuiden naar Vlaardingen en vervolgens op 10 maart 1968 een zuiger vanuit Vlaardingen naar Oostmahorn geassisteerd door de "Titan".

Half maart 1968 versleepte de "Hector" de Nederlandse kustvaarder "Caranan"(1953 – 473 Brt.) vanuit Brest - Frankrijk naar Hamburg - Duitsland en vervolgens vanuit Hamburg - Duitsland naar Harlingen voor reparaties.

De "Caranan" was 7 maart 1968 door de "Groningen" op 50 mijl ten Noord Oosten van kaap Villano - Spanje vastgemaakt toen deze met machineschade lag te drijven.

10 maart 1968 werd de "Caranan" door de "Groningen" afgeleverd in de haven van Brest - Frankrijk.

De "Hector" versleepte half mei 1968 "Hr. Ms. Tromp" vanuit Vlissingen naar Rotterdam.

Op vrijdagavond 10 mei melde de "Staley Bridge"(1940 – 297 Brt.) via Scheveningen Radio dat ze lag te drijven met machine schade op ongeveer 50 mijl ten Westen van Hoek van Holland.

De "Groningen" bood toen haar diensten aan, maar de "Staley Bridge" melde dat de schade hersteld was en dat ze haar reis kon vervolgen.

Zaterdag 11 mei melde de "Staley Bridge" wederom problemen op 55 mijl ten West Noord Westen van IJmuiden en dat ze in zinkende toestand verkeerde.

Nu werd de aangeboden assistentie van de "Simson" aanvaard.

Terwijl de "Simson" de "Staley Bridge" naar IJmuiden sleepte zette de "Hector" pompen en 4 bemannings leden over op de "Staley Bridge" die zinkende was.
Na een uur pompen lukte het om de machinekamer weer droog te krijgen.

En werd de "Staley Bridge" op 11 mei 1968 door de "Simson" in IJmuiden binnengesleept.

Half juni 1968 versleepte de "Hector" de Nederlandse coaster "Johanca"(1957 – 460 Brt.) vanuit Dublin - Ierland naar Delfzijl.

Op 8 juni 1968 lag de "Johanca" op 40 mijl ten zuiden van Small's Light met machine schade te drijven, en werd door de "Utrecht" naar Dublin – Ierland versleept.

Begin juli 1968 versleepte de "Hector" de ponton "Cosbla 4" vanuit IJmuiden naar Middlesborough - Engeland.

Half juli 1968 werden, door de "Hector", twee bakken versleepte vanuit Leith - Engeland naar Vlaardingen.

Hierna werd een drijvend pompstation vanuit Vlaardingen naar Gravesend - Engeland versleepte door de "Hector" en een ponton vanuit Gravesend - Engeland naar Vlaardingen.

Eind juli 1968 versleepte de "Hector" het tussenstation "Westdijk" vanuit Vlaardingen naar Gravesend - Engeland en de ponton "Schouwen" vanuit Gravesend - Engeland naar Vlaardingen.

Half augustus 1968 werd door de "Hector" een zuiger vanuit Duinkerken - Frankrijk naar Vlaardingen versleept

"Hector" versleepte eind augustus 1968 een zuiger vanuit Duinkerken – Frankrijk naar Vlaardingen.

De "Hector" versleepte in de tweede helft van oktober 1968 een ponton vanuit Vlaardingen naar Gravesend - Engeland en vervolgens een pompstation vanuit Gravesend - Engeland naar Vlaardingen.

Begin november 1968 versleepte de "Hector" een tweetal bakken vanuit Vlaardingen naar Barking - Engeland(aan de Theems) en vervolgens een beladen ponton vanuit Barking - Engeland naar Vlaardingen.

Op 27 november 1968 melde het Panamese vrachtschip "Amalia"(1946 – 2.062 Brt.) brand in de machinekamer.

Daar de bemanning bang was voor explosies werd het schip nabij Egmond aan Zee op een zandbank gevaren.

De "Nestor", "Simson" en later de "Hector" begonnen met het bestrijden van de brand.

De "Amalia", een in 1946 gebouwd schip, was in alle ruimen en ook aan dek geladen met hout en onderweg vanuit Zweden naar Basrah - Irak.

Pas op 29 november 1968 kon men het sein brand meester geven en werd begonnen om het bluswater uit de "Amalia" te pompen onderwijl werd gepoogd om het schip weer vlot te brengen wat weinig resultaat opleverde ondanks dat de "Utrecht" ook te plaatse was gekomen.

Uiteindelijk besloot men een deel van de lading te lossen waarbij de "Nestor" diverse ladingen hout naar IJmuiden bracht.

In de middag van 5 december 1968 lukte het uiteindelijk om de "Amalia" vlot te brengen en IJmuiden binnen te slepen.

Na inspectie door experts van de verzekering bleek dat er aan de brand een luchtje zat.

Volgens de bemanning was de brand ontstaan in de bakboords-bunker.
De brandslangen lagen echter aan de stuurboords kant en onderzoek leerde dat de brandhaard buiten de bunker lag.

Een duidelijk slecht uitgevoerd staaltje verzekeringsfraude.

De "Amalia" was wel C.T.L. (constructive Total Loss) en is uiteindelijk in mei 1970 gesloopt in Hamburg - Duitsland.

1969

Tot half januari was de "Hector" werkzaam te IJmuiden in de havendienst.

Op 18 januari 1969 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Ras Lanuf in Libië om daar vanaf eind januari 1969 werkzaam te zijn voor Mobil Oil.

De "Hector" keerde half mei te IJmuiden terug vanuit Ras Lanuf - Libië waar de "Hector" een drietal maanden werkzaam was geweest.

5 juni 1969 vertrok de "Hector" vanuit Den Helder met de voormalige lichte kruizer "Tromp"(1937 – 3.550 ton) naar Castellon - Spanje voor sloop.

Bij het vertrek uit Den Helder verleende de "Simson" assistentie.
 
Eind juni 1969 zette de "Hector" koers naar Pembroke - Engeland om twee bakken de "Tyne Bay en de "Tees Bay" te verslepen naar Middlesborough - Engeland.

Begin juli 1969 leverde de "Hector" in de haven van Middlesborough - Engeland de "Tyne Bay en de "Tees Bay", twee hoppers, vanuit Pembroke - Engeland af.
 
Waarna de "Hector" weer koers zette naar IJmuiden waar de "Hector"op 3 juli 1969 arriveerde.

Half augustus 1969 versleepte de "Hector" een bak vanuit IJmuiden naar Immingham - Engeland en de baggermolen "Kronos" vanuit Delfzijl naar Immingham - Engeland.

Op 19 september 1969 verleende de "Hector" ter hoogte van IJmuiden hulp aan de Duitse schoener "Admar"(geen gegevens), die met machineschade had te kampen.

Het scheepje werd IJmuiden binnengesleept.

5 oktober 1969 melde het Griekse vrachtschip "Martha"(1944 – 4.967 Brt.) een aanvaring met het Duitse vrachtschip "Ruhrstein"(1951 – 2.697 Brt.) waarna bij zowel de "Ruhrstein" en de "Martha" brand uitbrak.
 
Als eerste was omstreeks 13.30 uur de "Hector" bij de brandende "Ruhrstein" maar de kapitein van de "Ruhrstein" weigerde alle hulp.

Na 14.00 uur was ook de "Holland" van Doeksen aanwezig maar de "Ruhrstein" bleef hulp weigeren, pas omstreeks 15.30 uur toen het vuur in vrijwel de hele opbouw woedde werd er op basis van Lloyds Open Form een contract gesloten.

De "Hector" en de "Holland" begonnen onmiddellijk met blussen en werden omstreeks 16.00 uur bijgestaan door de "Nestor".

Daar de "Ruhrstein" door het bluswater steeds dieper kwam te liggen werd besloten dat de "Holland" het schip naar de rede van Texel zou slepen terwijl de "Hector" en "Nestor" verder gingen met bluswerkzaamheden.

Nadat 6 oktober de brand was bedwongen begon men met het leegpompen van de "Ruhrstein" en het schip klaar te maken voor de sleepreis naar Bremerhaven – Duitsland.

De "Holland" en de "Nestor" versleepten de "Ruhrstein" naar Bremerhaven – Duitsland waar de "Ruhrstein" werd overgenomen door de walploeg van de rederij van de "Ruhrstein".

De "Ruhrstein" is niet meer in de vaart gekomen maar gesloopt in Bremerhaven - Duitsland.

De "Hector" was toen de "Ruhrstein" versleept werd naar Bremerhaven - Duitsland, het bergingsvaartuig "Hulp in Nood" behulpzaam bij het bergen van de ankers van de "Ruhrstein" die men had moeten laten slippen tijdens de berging.

Na de berging van de "Ruhrstein", was de "Hector" weer werkzaam te IJmuiden.

Eind oktober 1969 werd de "Hector" overgebracht naar de werf Bolnes om versterkt te worden naar 2150 IPK en uitgerust te worden met een straalbuis.

Eind december 1969 kwam de "Hector", 2150 IPK sterk, weer in de havendienst in IJmuiden.

1970

Op 10 januari 1970 werd door de "Hector" samen met de "Nestor" de "Thuntank 4"(1969 – 1.500 Brt.) vanaf de IJmuidense rede naar de sluis versleept

Half januari 1970 werd door de "Hector" een ponton vanuit IJmuiden naar Hamburg - Duitsland versleepte.

19 januari 1970 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Cork - Ierland.

Vanuit Cork – Ierland versleepte de "Hector" een baggermolen naar Southampton - Engeland. Waarna de "Hector" na aflevering van de baggermolen meteen weer vertrok naar IJmuiden waar ze op 29 januari arriveerde.

15 februari 1970 werd het Noorse vissersvaartuig "Blastholm" door de "Hector" Den Helder binnengebracht.

De "Blastholm" had tijdens het vissen de netten in de schroef gekregen.

Eind februari en begin maart 1970 werden er door de "Hector" een aantal reizen gemaakt naar het Engels Kanaal en de Engelse oostkust met baggermolens en bakken.

In maart 1970 voerde de "Hector" een aantal reisjes uit in de Noordzee.

De "Hector" begon begin april 1970 vanuit de Nieuwe Waterweg een sleepreis met de beladen ponton "Tholen", waarvan de lading bestond uit materiaal voor de aanleg van een eenpuntmeerboei (SMB) in opdracht van IHC Holland te Porto Torres - Sardinië.

Half april 1970 werd het materiaal aan boord van de ponton "Tholen" afgeleverd in de haven van Porto Torres - Sardinië en werd de ponton "Tholen" door de "Hector" verder gesleept naar Libië.

Begin mei 1970 keerde de "Hector", na het afleveren van de ponton "Tholen" in Libië, terug in IJmuiden.

Enkele dagen later vertrok de "Hector" met de zuiger "Camaré 2" vanuit Vlaardingen naar Las Palmas - Canarische Eilanden.

Van waaruit de "Titan" de zuiger "Camaré 2" verder zal verslepen naar Salvador.

Na het afleveren van de zuiger "Camaré 2" in de haven van Las Palmas - Canarische Eilanden zette de "Hector" koers naar Penzance - Engeland voor het verslepen van de kraan "Giraffe" naar Vlaardingen.

Op 31 mei werd de Waterweg bereikt, de kraan "Giraffe" afgeleverd en de kuster "Oost Vlieland"(1957 – 1.106 Brt.)(ex "Willy Bohmer") vast gemaakt voor een sleepreisje naar Harlingen.
 
De Coaster "Willy Bohmer" liep op 10-2-1970 tijdens reparatie te Vlaardingen zware brandschade in de machinekamer op en was total-loss verklaard.

Eind juli 1970 werd de baggermolen "Noord" door de "Hector" vanuit Grimsby - Engeland naar Vlaardingen gesleept en aansluitend werd eenzelfde reis gemaakt met twee bakken.

Half augustus 1970 werd door de "Hector" samen met de "Nestor", de "Ham 210" vanuit de Nieuwe Waterweg naar Middlesborough - Engeland versleepte.

3 september 1970 werd door de "Hector" de coaster"Aaltje"(1934 – 181 Brt.) met machineschade IJmuiden binnengesleept vanaf de Noordzee.

13 september 1970 werd door de "Hector" de Noorse coaster "Rugg"(1964 – 198 Brt.), die kampte met machine problemen op 6 mijl ten Zuiden van Texel, IJmuiden binnengesleept vanaf de Noordzee.

16 september 1970 voer de "Hector" uit voor de Duitse coaster "Herta M"(1946 – 309 Brt.) die op 4 mijl van IJmuiden in moeilijkheden was gekomen doordat het water begon te maken.

Toen de "Hector" arriveerde bij de coaster had de bemanning de "Herta M" reeds verlaten in een rubbervlot.

De "Herta M" kapseisde en zonk even later op de positie 52.28.27 Noord en 4.26.05 Oost.

De "Nestor" en de "Hector" brachten op 3 november 1970 het vrachtschip "Sanaga"(1949 – 987 Brt.) vanaf zee IJmuiden binnen.

De "Hector" escorteerde op 3 en 4 november 1970 de "Eemsborg"(1954 – 499 Brt.) naar IJmuiden.

De "Eemsborg" kreeg tijdens een Wester storm windkracht 7 tot 9, op 6 mijl Noord West van IJmuiden, door het schuiven van de lading hout slagzij.

11 november 1970 verleende de "Hector" hulp aan het radioschip "King David"(1938 – 359 Brt.).

Na het breken van de ankerketting, tijdens een West Noord Wester storm windkracht 8, sloeg het schip bij Noordwijk op de kust waardoor het radiostation 'Capital Radio' tot zwijgen werd gebracht.

Ankerketting gebroken bij windkracht 8-9
Het radiozendschip "King David" het schip van piratenzender Capitol Radio sloeg op 10 november 1970 van haar ankers en liep aan de grond op het strand van Noordwijk aan Zee, zo'n 50 meter uit de kust.

De Wijsmuller sleepboot "Hector" en de reddingboot "Johanna Louisa" uit IJmuiden reageerden direct op de noodseinen van de "King David" en waren snel ter plaatse. Ook de strand-reddingboot van Noordwijk, de "Kurt Carlssen" kwam in actie.

Tijdens windkracht 7 haalde de Noordwijker reddingboot 5 van de 7 bemanningsleden van boord. Later die dag keerde iedereen weer terug.
Een woordvoerder van Capitol Radio kwam met de mededeling dat de "King David" "zwaar bewapend was en dat de bemanning getraind was in wapengebruik".

Dit alles omdat men bang was voor een bezetting van het zendschip, daar het toch een piratenzender betrof.

Later werd duidelijk dat er op het moment van breken van de ankerkettingen geen machinist aan boord van de "King David" was.

Verder was er niemand geweest die de hoofdmotor had kunnen starten. Pogingen om de "King David" dezelfde dag nog vlot te krijgen mislukten.

Op 13 november, om 14.41 uur, heeft de "Hector" de "King David" vlotgetrokken. De Wijsmuller bergers hadden na de eerste poging een geul gegraven met een bulldozer door de zandbank die het vlot trekken belemmerde.

De financiële afhandeling van de berging had nogal wat voeten in de aarde, maar dat is niets bijzonders.

Op 13 november 1970 trok de "Hector" het radioschip "King David", onder zeer grote belangstelling van het strand, en sleepte deze vervolgens naar IJmuiden.

In 1970 werd door de "Hector" in totaal 9.348 mijl slepend afgelegd.

1971

De "Hector" was werkzaam te IJmuiden en heeft in februari 1971 en maart 1971 enige keren meegetrokken op de "Benares"(1946 – 4.812 Brt.) die begin februari 1971 was gestrand op Texel.(zie verder bij de "Titan").

Uiteindelijk lukt het pas op 23 maart 1971 om de "Benares" vlot te brengen. De "Benares" is nooit meer in de vaart gekomen maar in november 1972 gesloopt te Bilbao - Spanje.
 
1 maart 1971 werd door de "Hector" een kraan versleepte vanuit Scheveningen naar IJmuiden.

Op 14 maart 1971 maakte de "Hector" op 12 mijl Noord Oost van Texel de coaster "Rowin"(1967 – 496 Brt.) vast, die kampte met machineschade, en sleepte de "Rowin" naar Delfzijl.

29 maart 1971 ontstond er in de machinekamer van de sleephopperzuiger "Geopotes VI"(1963 – 5.146 ton) brand.

De "Geopotes VI" bevond zich op dat moment op 7 mijl van IJmuiden.

De "Titan", "Nestor" en "Hector" vertrokken uit IJmuiden voor hulpverlening.

Als gevolg van de brand was het niet meer mogelijk om de zuigbuis naar boven te halen.

Nadat het was gelukt om de zuigbuis te lichten werd de "Geopotes VI" door de "Titan" en de "Nestor" versleepte naar de werf van Niehuis van den Berg in Pernis voor herstel van de schade.

Begin 1972 vertrok de "Hector" vanuit IJmuiden naar Libië en werd daar te werk gesteld, in de haven van Marsa El Brega - Libië.

Begin augustus 1972 werd een deel van de bemanning afgelost in de haven van La Valletta – Malta.

13 februari 1973 kwam om 13.00 uur de melding dat er nabij Zuetina - Libië, ongeveer 30 mijl vanaf Marsa El Brega - Libië, een grote gastanker op het strand was gelopen terwijl er een storm stond met windkracht 9.

Van de opdrachtgever in Marsa El Brega – Libië, Esso, kwam er toestemming om met 1 sleepboot poolshoogte te gaan nemen.

De "Hector" ging richting Zuetina - Libië. Bij aankomst bleek dat de "Antilla Bay" (1973 – 34.015 Brt.), een Nederlandse gastanker, een boei in de schroef had gekregen, en daardoor op het strand was gelopen.

Hierop vertrok ook de "Simson" vanuit Marsa El Brega naar Zuetina.

Op 15 februari 1973 ’s morgens om 08.00 uur werd door de "Simson" en de "Hector" op de "Antilla Bay" vastgemaakt en begonnen ze met volle kracht te trekken, en om 15.30 uur kwam de "Antilla Bay" vlot.

Daarna werd de "Antilla Bay" naar buiten gesleept en voor anker gelegd.

De "Antilla Bay" had behoorlijke roer- en schroefschade opgelopen.

De "Antilla Bay" werd door de sleepboten "Noordzee" en "Asteri" naar Toulon - Frankrijk gesleept waar het transport op 24 februari 1973 arriveerde.

De Liberiaanse tanker "Tidewater"(1957 – 33.705 Brt.) geladen met ruwe olie strandde op 4 oktober 1973 bij Zueitina - Libië.

Nadat een deel van de lading was gelost slaagden de "Hector" en de "Elbe" er in de "Tidewater" op 12 oktober 1973 vlot te brengen.

Augustus 1974 was de "Hector" voor onderhoud in de haven – dok – van La Valletta – Malta.

Augustus 1975 was de "Hector" voor onderhoud in de haven – dok – van La Valletta – Malta.

Juli 1977 was de "Hector" voor onderhoud in de haven – dok – van La Valletta – Malta.

Tijdens haar verblijf in Libië werd de "Hector" begin 1982 omgevlagd naar de Nederlandse Antillen en kreeg ze als thuishaven Willemstad.

De "Hector" werd ondergebracht bij een werkmaatschappij van N.V. Bureau Wijsmuller, namelijk General Tugboat Company.

De "Hector" werd in de zomer van 1982 in de haven van Marsa El Brega - Libië, vervangen door de "Bishr" ex "Utrecht" of door de "Benghazi" ex "Overijssel".

Nadat de "Hector" was afgelost in Marsa El Brega – Libië, vertrok ze naar de haven van La Valletta op Malta waar de "Hector" werd opgelegd.

In 1983 werd de "Hector" verkocht aan de Griekse sleepvaartreder Loucas G. Matsas te Piraeus. Voor deze eigenaar kwam de "Hector" in de vaart als "Amazon".

Link naar sleepreisje van de Hector en Zeeland met een dok van Verschure:

https://www.youtube.com/watch?v=WRlPNw1vnwk