Location: Home > ZwareLading > SuperServant 2 > Geschiedenis

Geschiedenis

<spanstyle="font-family: Tahoma;">De "Super Servant 2" werd op 31 augustus 1979 overgedragen aan Wijsmuller transport IJmuiden en daarna gedoopt door Mrs. Yoshizaki echtgenote van de directeur van Japan Drilling Company.

De eerste opdracht van de "Super Servant 2" betrof een identieke reis als die de "Super Servant 1" maakte, het transport van 10 drukvaten en pijp-eenheden in opdracht van Aramco Overseas Company uit Den Haag.

Het beladen van de "Super Servant 2" vond in drie verschillende havens  in Japan  plaats en het lossen van deze lading vond plaats in de havens van Ras Tanura en Quarrayah - Saudi Arabië.

 

Het beladen van de "Super Servant 2" vond in drie verschillende havens in Japan plaats en het lossen van deze lading vond plaats in de havens van Ras Tanura en Quarrayah - Saudi Arabië.

Na het lossen is de "Super Servant 2" naar Bahrein gevaren, voor bunkeren en aflos bemanning. Hierna werd koers gezet naar Singapore voor het laden van de 2 big foots.

December 1979 word de "Super Servant 2" te Singapore beladen met twee booreilanden de "Big Foot 1" en de "Big Foot 2".

Eigendom van (of gehuurd door) de Firma Zapata. 'Zapata zou deels eigendom zijn van president Bush Junior'. Met bestemming Ingleside – Texas – Verenigde Staten.

De reis van in totaal 13.500 mijl werd gemaakt via het Panamakanaal, in totaal nam de reis slechts 43 dagen in beslag.

1980

Na het lossen van de beide booreilanden januari 1980 in de haven van Ingleside – Texas – Verenigde Staten wordt door de "Super Servant 2" koers gezet naar Italië voor de volgende lading.

In de haven van Genua – Italië worden modules voor een ontziltingsfabriek aan boord van de "Super Servant 2" gebracht.

Daarna wordt koers gezet naar de haven van Taranto – Italië om een stoomketel voor deze ontziltingsfabriek aan boord te nemen.

In Taranto – Italië wordt de "Super Servant 2" met kont tegen de kant afgemeerd en wordt de "Super Servant 2" beladen via de Roll-On methode.

De stoomketel voor dit project met een gewicht van 650 ton werd op een onderstel met 196 wielen aan boord gebracht.

Eind februari 1980 worden in de haven van Jubail - Saudi Arabië, de modules weer van boord gereden.

Na aflevering van haar lading zet de "Super Servant 2" via Bahrein, waar gebunkerd werd en de bemanning werd afgelost, koers naar Singapore voor  de volgende opdracht.

Te Singapore werd de "Super Servant 2" gereed gemaakt voor het transport van het booreiland "Ron Tappmayer" die vanuit Singapore naar Ras Tanura - Saudi Arabië moest worden vervoerd.

Begin mei 1980 arriveerde de "Super Servant 2" met het booreiland te Ras Tanura - Saudi Arabië.

Na het afleveren van de "Ron Tappmayer" te Ras Tanura - Saudi Arabië werd koers gezet naar Dubai om beladen te worden met baggermateriaal met bestemming Singapore.

10 mei 1980 werden 2 zuigers, 1 sleepboot en 6 bakken geplaatst op de "Super Servant 2" die vanuit Dubai naar Singapore moesten worden vervoerd.

Eind mei 1980 werd deze lading weer gelost in Singapore.

Op de rede van Singapore werd de "Super Servant 2" beladen met het nieuwe booreiland "Sedneth Luanda" die vanuit van Singapore naar Luanda – Angola vervoerd moet worden.

Begin augustus 1980 arriveerde de "Super Servant 2" op de rede van Luanda – Angola.

Begin oktober 1980 wordt de "Super Servant 2" beladen met het booreiland "Key Bermuda" die vanuit Tamano - Japan naar Port Harcourt - Nigeria, moet worden vervoerd.

Half oktober werd Singapore aangedaan waar de bemanning van de "Key Bermuda" aan wal ging.

11 november 1980 arriveerde de "Super Servant 2" op de rede van Port Harcourt – Nigeria.

December 1980 werd te Quebec - Canada het booreiland "Glomar-5" op het dek van de "Super Servant 2" geplaatst met bestemming Brownsville – Verenigde Staten.

Te Corpus Christi – Verenigde Staten werd de "Super Servant 2" beladen met het booreiland "Don McMahron" met bestemming Porto Benana – Zaïre.

Te Porto Benana - Zaïre werd de "Super Servant 2" tijdens het lossen van de "Don McMahron" op 29 januari 1981 geassisteerd door het Amerikaanse bevoorradingsschip "Colombia Service”(1975 – 4800 APK.) van Zapata Marine Service. 

Door machineproblemen verloor de "Colombia Service" de controle over het booreiland "Don McMahron" waardoor deze in aanvaring kwam met de afgezonken "Super Servant 2".

De "Super Servant 2" liep een gat op in de bakboord casting waardoor water de machinekamer binnenstroomde, wat kortsluiting gevolgd door brand veroorzaakte.

Nadat ze twee uur had liggen branden zonk de "Super Servant 2" in de morgen van 30 januari 1981 in de rivier, die ter plaatse een stroomsnelheid heeft van 5 mijl per uur.

Hoewel een bergingsploeg van Wijsmuller de mogelijkheid tot berging zal bestuderen ligt de "Super Servant 2" waarschijnlijk op een diepte van meer dan 100 meter en moet ze als verloren worden beschouwd.

De "Super Servant 2" liep een gat op in de bakboord casting waardoor de machinekamer volliep, en binnen een half uur zonk. De diepte te plaatse was ruim honderd meter en er staat een sterke stroom van de Congo rivier zodat berging van de "Super Servant 2" onmogelijk was en total loss werd verklaard.

De verzekerings- maatschappijen melden later in hun jaarverslag over 1981 dat ze voor het verlies van de "Super Servant 2" werden geconfronteerd met een schade post van 48 miljoen gulden.