Location: Home > A-D > Brabant 1920 - 1927 > Geschiedenis:

Geschiedenis:

1919

De opdracht tot bouw van de sleepboot "Brabant" werd gegeven op 18 april 1919,

1920

19 maart 1920. Van de Scheepswerf der firma Jonker en Stans te Hendrik-ldo-Ambacht is te water geloopen, het stalen casco van een zeesleepboot, in aanbouw voor Bureau Wijsmuller,' Scheepvaart-, Transport-, en Zeesleepvaart-Maatschappij te 's-Gravenhage. De afmetingen dezer boot zijn; 46.50m. over alles; 44 m. tusschen de loodiijnen; 8.25 m. breedte en 4.30 m. holte. Er wordt een machine-installatie in geplaatst van 1200 I.P.K.
Deze sleepboot wordt onder den naam Brabant aan de vloot van zeesleepbooten van Bureau Wijsmuller toegevoegd. Bij de firma Jonker en Stans zijn nog voor dezelfde reederij in aanbouw 2 stoomschepen van elk 3200 ton. 1 stoomschip van 2500 ton. 1 zeesleepboot gelijk aan de Brabant. 2 zeesleepbooten met afmetingen: 48.50 m. over alles; 46 m. tusschen de loodlijnen, 8,80 m. breedte. 4.50 m. holte. De tewaterlating geschiedde bijna een jaar later op 15 maart 1920.

De "Brabant" kwam in de vaart voor N.V. Bureau Wijsmuller op 10 mei 1920

Op 15 mei 1920 vertrok de "Brabant" vanuit Rotterdam naar Hull, Engeland, om daar een sleep op te halen.

Vanuit Hull, Engeland, vertrok de "Brabant" met de Engelse bark (4 master) "Bellands"(1891 – 3.145 Brt.) op sleeptouw naar Frederikstad, Noorwegen.

22 Mei 1920 wordt door de "Brabant" de vracht-logger "Amsterdam"(geen verdere gegevens) vlot gebracht. De "Amsterdam" was gestrand bij Fuglesker, Denemarken. Het bergingscontract bracht 7.200,-- gulden op.

Vanuit Odense, Denemarken, versleept de "Brabant" een baggermolen en een bak naar Malta.

Op 6 juli 1920 arriveerde de "Brabant" met een baggermolen en bak vanuit Odense – Denemarken op sleeptouw in Malta waar de baggermolen en de bak werden afgeleverd.

De "Brabant" arriveerde op 16 juli 1920 vanuit Malta, onderweg naar St. Vincent – Kaapverdische eilanden, in Gibraltar voor bunkers.

In St. Vincent – Kaapverdische eilanden wordt door de "Brabant" het Amerikaanse vrachtschip "Gunston Hall"(1919 – 6.182 Brt.) geladen met graan, vast gemaakt voor een sleepreis naar Antwerpen - België. De "Gunston Hall" had drie maanden met machineschade gelegen in St. Vincent – Kaapverdische eilanden.

Op 16 augustus 1920 arriveerde de "Brabant", met de "Gunston Hall" op sleeptouw in de haven van Madeira – Azoren.

Op 18 augustus 1920 vervolgde de "Brabant" haar sleepreis met de "Gunston Hall" vanuit de haven van Madeira – Azoren naar Duinkerken, Frankrijk.

Uiteindelijk leverde de "Brabant" de "Gunston Hall" op 5 september 1920 af in Duinkerken, Frankrijk, en vertrok daarna met een naar Rotterdam waar de "Brabant" op 6 september 1920 arriveerde.

Vanuit Kiel arriveren de "Brabant" en de "Simson" met een 1400-tons dok van het Kitsing type vanuit Kiel, Duitsland, op 16 september 1920 om 16.55 uur op de Nieuwe Waterweg en leveren het dok om 20.00 uur af bij de werf van Wilton te Schiedam.

Tijdens deze sleepreis maakt de "Cyclop" ter hoogte van Scheveningen ook vast op het transport en verleende stuur assistentie tijdens het binnenlopen van de Nieuwe Waterweg.

Zondag 10 oktober 1920 vertrok de "Brabant", samen met de "Limburg" en de "Simson", met droogdok No. 3 van de Droogdok Maatschappij Soerabaja naar Soerabaja, Nederlands Indië.

Het dok is 94 meter lang en 28 meter breed en zal tot Gibraltar door de "Brabant" en "Limburg" worden gesleept. Na Gibraltar zal de "Brabant" alleen verder slepen.

Op 17 november 1920 vertrok de "Brabant" vanuit Gibraltar verder naar Soerabaja met het droogdok no. 3 op sleeptouw.

De "Brabant" arriveert op 5 december 1920 met het Soerabaja droogdok No. 3 te Malta.

Na gebunkerd te hebben in Malta vertrok de "Brabant" met het Droogdok No. 3 op
sleeptouw op 8 december 1920 richting Port Said, Egypte. Waar de "Brabant" op 27 december arriveerde voor de verder passage door het Suez Kanaal.

1921

31 Januari 1921 werd gebunkerd te Aden, en begin mei 1921 arriveerde de "Utrecht" bij de "Brabant". Nabij Colombo maakte de "Utrecht" op 6 mei 1921 vast op het dok zodat de "Brabant" kon gaan bunkeren in Colombo terwijl de "Utrecht" het dok gaande houd op de rede van Colombo.

Nadat de "Brabant" weer had vastgemaakt ging de "Utrecht" bunkeren te Colombo, Ceylon.

Hierna werd de sleepreis naar Soerabaja door de "Brabant" en de "Utrecht" gezamenlijk vervolgt. Omstreeks 19 mei 1921 werd Sabang, Nederlands Indië, aangedaan voor bunkers en op 20 mei 1921 werd de reis naar Soerabaja, Nederlands Indië, voortgezet.

De "Groningen" vertrekt op 7 juli 1921 vanuit Palembang naar Port Said, Egypte, met de sleepboten "Utrecht" en "Brabant" op sleeptouw.

De "Groningen" en de "Brabant" arriveren op 11 augustus 1921 in de haven van Aden.

Op 24 augustus 1921 vertrekken de "Groningen" en de "Brabant" vanuit Port Said, Egypte, met bestemming Rotterdam.

Op de Zuiderhaaksgronden is op l december 1921 het Noorse stoomschip "Huftero" gestrand. De "Jacob van Heemskerck", de "Zeeland", de "Cyclop" en de "Assistent" hebben vastgemaakt om te trachten het schip vlot te brengen. De "Friesland" van IJmuiden en de "Gelderland" vanuit Rotterdam zijn mede ter assistentie aangekomen. Later op de dag heeft de "Assistent" de lichter "Albatros" van Den Helder gehaald om lading van het stoomschip "Huftero", dat nog niet vlot is gekomen, over te nemen. 3 December lukte het om de "Huftero" vlot te brengen en af te slepen naar IJmuiden. Het bergingsloon bedroeg 250.000,-- gulden.

De "Brabant" versleept in 1921 ook het zeilschip "Bellpool" vanuit Hargshamn naar Skagen. Geen datum bekend

Op 21 december 1921 arriveert de "Brabant" met het Engelse zeilschip Bellpool te Helsingborg komende van Hargshamn. Na aankomst vertrekt de "Brabant" in de middag naar Skagen,

1922

Zaterdag 7 januari 1922 strandde het Engelse stoomschip "Quito" op zes mijl noordwest van de vuurtoren van Eierland. Dezelfde dag/nacht werd het schip door de "Brabant" en de "Jacob van Heemskerck" vlot gebracht.

Op 15 januari 1922 versleept de "Brabant" de "Rhea"(1922 – 1.386 Brt.) vanaf de werf in Lobith waar de "Rhea" is gebouwd in opdracht van de K.N.S.M., naar Amsterdam voor inbouw van de motoren bij Werkspoor.

Het Duitse 4 mast zeilschip "Herzogin Cecilie"(1902 – 3.242 Brt.) wordt in januari 1922 door de "Brabant" vanuit Oostende - België versleept naar Christiana – Noorwegen. Vertrek vanuit Oostende op 26 januari 1922

De "Brabant" arriveert op 21 maart 1922 te Queenstown – Engeland om de Spaanse Bark "Ada" vast te maken en te verslepen naar Malaga - Spanje.

De "Brabant" arriveert op 30 maart 1922 te Malaga - Spanje, met de Spaanse bark "Ada" vanuit Queenstown – Engeland op sleeptouw.

Op 2 mei 1922 vertrok de "Brabant" vanuit de Nieuwe Waterweg naar Sheerness – Engeland.

Op 6 mei 1922 vertrokken de "Brabant" en de "Zeeland" met het vracht/passagiers schip "Old Colony"(1907 – 4029 Brt.) vanuit Sheerness - Engeland naar Touring waar het transport op 8 mei 1922 arriveert.

De "Brabant" vertrekt dezelfde dag nog uit Touring richting naar Brugge om van daar het zeilschip "Ophelia" naar Wilhelmshaven, Duitsland, te verslepen.

20 Mei 1922 vertrekt de "Brabant" vanuit Calais – Frankrijk met de 4 mast bark "Onda"(1893 – 2.660 Brt.) op sleeptouw naar Willemshaven – Duitsland

Vanuit Bremen – Duitsland arriveerde de "Brabant", met het vracht/passagiers schip "Field Marschall"(1903 – 6.142 Brt.) op sleeptouw, op 14 augustus 1922 in Schiedam.

De "Brabant" vertrok op 16 augustus 1922 vanuit de Nieuwe Waterweg, met een baggermolen en een bak op sleeptouw, naar Rio Grande Do Sul – Brazilië.

Op 9 september 1922 arriveert de "Brabant" in de haven van St. Vincent – Kaapverdische Eilanden, met een baggermolen en een beladen onderlosser op sleeptouw, voor bunkers en proviand.

16 september 1922 vertrekt de "Brabant", onderweg vanuit Rotterdam naar Rio Grande do Sul - Brazilië, met een baggermolen en een geladen onderlosser op sleeptouw, vanuit St. Vincent - Kaapverdische Eilanden, na daar gebunkerd te hebben.

Op 10 november 1922 arriveert de "Brabant" te Rio Grande do Sul – Brazilië vanuit Rotterdam met een baggermolen en een geladen onderlosser op sleeptouw.

Op 21 november 1922 vertrok de "Brabant" vanuit Rio Grande do Sul – Brazilië naar Pernambuco – Brazilië, met een baggermolen op sleeptouw.

Vanuit Rio Grande do Sul – Brazilië arriveerde de "Brabant", met een baggermolen op sleeptouw te Pernambuco – Brazilië op 14 december 1922.

19 december 1922 zette de "Brabant" vanuit Pernambuco – Brazilië koers naar St. Vincent - Kaapverdische Eilanden, in afwachting van orders.

1923

Op 10 januari 1923 was de "Brabant", onderweg vanuit St. Vincent - Kaapverdische Eilanden naar Brest – Frankrijk, ter hoogte van Vigo – Spanje.

De "Brabant" vertrok op 11 april 1923 vanuit Southend – Engeland naar Rotterdam met het passagiers/vrachtschip "Taranto"(1899 – 1,230 Brt.) op sleeptouw.

Op 27 april 1923 vertrok de "Brabant" vanuit Brest, Frankrijk, naar Terneuzen met het Franse vrachtschip "Capitaine Guynemer"(1918 – 2.114 Brt.) op sleeptouw. 29 april 1923 arriveerde het transport in Terneuzen.

De "Brabant" en de "Willem Barendsz" vertrokken op 3 augustus 1923 vanuit Rotterdam naar Brest, Frankrijk, om daar het Engelse vrachtschip "City of Rangoon"(1914 – 6.635 Brt.) vast te maken.

De "Brabant" en de "Willem Barendsz" vertrokken met het vrachtschip "City of Rangoon" op sleeptouw op 6 augustus 1923 vanuit Brest – Frankrijk naar Londen - Engeland. De "City of Rangoon" was eerder Brest – Frankrijk binnen gebracht nadat ze haar schroef had verloren en ze had ook machineschade opgelopen.

De "Brabant" vertrok op 21 augustus 1923 vanuit Duinkerken - Frankrijk naar Dartmouth - Engeland.

Op 22 augustus 1923 versleept de "Brabant" het passagiers "Victoria"1902 – 5.967 Brt.), wat is aangekocht door N.V. Frans Rijsdijk Industriële Ondernemeningen voor de sloop, vanuit Dartmouth - Engeland naar Rotterdam.

De "Brabant" vertrekt op 20 of 21 september 1923 vanuit Rotterdam naar St. Nazaire - Frankrijk om daar het Franse zeilschip "Amiral de Cornuliers"(1900 – 2.311 Brt.) te verslepen naar Rotterdam voor de sloop.

Op 30 september 1923 arriveert de "Brabant" met het Franse zeilschip "Amiral de Cornuliers" op sleeptouw vanuit St. Nazaire – Frankrijk op de Nieuwe Waterweg.

Het Engelse vrachtschip "Balderton"(1897 – 2.311 Brt.) wordt op 5 oktober 1923 behouden binnengebracht te Horse Sand Ford – Engeland door de "Brabant" en later versleept naar Antwerpen.

1924

Vanuit Rotterdam vertrekt de "Brabant" op 24 september 1924 naar Stetin – Duitsland. Om daar de 4 mast bark "Paul"(1895 – 2.095 Brt.) vast te maken met bestemming Hendrik Ido Ambacht voor de sloop.

De "Brabant" vertrek met de 4 mast bark "Paul" op sleeptouw, op 1 oktober 1924 vanuit Stetin - Duitsland naar Rotterdam, voor sloop bij Frans Rijsdijk te Hendrik-Ido-Ambacht.

Op 9 oktober 1924 passeerde het transport Den Helder.

De "Brabant" vertrok op 21 oktober 1924 vanuit de Nieuwe Waterweg naar het Engels Kanaal voor orders.

Op 23 oktober 1924 arriveerde de "Brabant" in Dover – Engeland met het Engelse motorjacht "Probecita" op sleeptouw. De "Probesita" had in het Engels Kanaal verzocht om assistentie.

**De "Brabant" en het Britse visserschip "Ocean Gift" hebben een geschil over de berging van het jacht "Pobrecita"**

12 December 1924 maakt de "Brabant" de lichter "Formby" vast, die door het Engelse passagiers/vrachtschip "Saxonstar"(1899 – 5.464 Brt.) op 26 november 1924 op de positie 46.31 Noord en 10.29 West was verloren. De "Brabant levert de "Formby"af te Brest.

** De "Brabant" slaagt er op 15 december 1924 in om de bemanning van de lichter "Formby" te redden. De lichter "Formby" is op 90 mijl van Brest – Frankrijk gezonken.**

Op 17 december 1924 strandde in de Zuiderhaaksgronden het Engelse vrachtschip "Promus"(1918 – 4.816 Brt.). De "Drente" en de "Assistent" vertrokken direct naar de strandingsplaats en wisten vast te maken. Een eerste poging slaagde niet. Donderdag 18 december 1924 hadden de "Drente", de "Nestor", de "Cycloop", de "Assistent", de "Jacob van Heemskerk", de "Brabant" en de "Limburg" verbinding met het schip, ook deze poging mislukte. Op 23 december 1924 lukte het om de "Promus" vlot te brengen. Vlak bij Den Helder liep de "Promus" weer aan de grond, maar op 25 december 1924 lukte het om de "Promus" de haven van Den Helder binnen te slepen. Het bergingsloon voor de "Promus" bedroeg 144.000,-- gulden.

1925

Op 26 februari 1925 vertrek de "Brabant" vanaf het bergings station Brest – Frankrijk naar de positie 46.44 Noord en 6.44 West in de golf van Biscaye, waar het Italiaanse vrachtschip "Citta di Elena" in nood verkeerde.

De "Brabant" vertrok op 18 juli 1925 vanuit Rotterdam naar Gibraltar om daar het Nederlandse vrachtschip "Ceram"(1904 – 4.240 Brt.) vast te maken, dat daar ligt met ernstige ketelschade, de bakboordsketel is gescheurd.

25 Juli 1925 vertrekt de "Brabant" met het vrachtschip "Ceram" vanuit Gibraltar naar Hamburg – Duitsland.

7 augustus passeert de "Brabant" met het vrachtschip "Ceram" op sleeptouw het eiland Wright – Engeland om 18.00 uur.

Tijdens een bunkerstop in IJmuiden neemt de "Nestor" de "Ceram" over van de "Brabant" en houd deze gaande voor de kust.

10 Augustus 1925 arriveerde de "Brabant" met het vrachtschip "Ceram" op sleeptouw in Hamburg – Duitsland.

Vanuit Hamburg – Duitsland arriveerde op 16 augustus 1925 de "Brabant" in Vlaardingen.

Op 3 november 1925 strandde het Engelse vrachtschip "Eleveen"(1922 – 1687 Brt.) 3 mijl Zuid-Westelijk van Scheveningen. De "Eleveen" was onderweg vanuit Newcastle, Engeland, naar Rotterdam. De "Brabant" en de "Stentor" vertrokken naar de strandings plaats om hun assistentie aan te bieden. De "Eleveen" slaagde er echter in om op eigenkracht vlot te komen.

1926

12 Maart 1926 was het Engelse "Salatiga"(geen gegevens) gestrand bij Vlissingen. De "Friesland", de "Hector", de "Brabant" en de de "Gelderland" brachten haar weer vlot. Het bergingsloon bedroeg 1.000,-- gulden.

De "Brabant" vertrekt op 23 april 1926 vanuit Rotterdam om 12.00 uur naar de positie van het Duitse vrachtschip "Wittekind"(1906 – 4019 Brt.) die nabij Spit Head, Engeland, voor anker ligt en naar Rotterdam moet worden gesleept.

Op 24 april 1926 vertrekt de "Brabant" met op sleeptouw het Duitse vrachtschip "Wittekind"(1906 – 4019 Brt.) van Portsmouth, Engeland, naar Rotterdam.

In de middag van 27 april 1926 arriveert de "Brabant" met op sleeptouw het Duitse vrachtschip "Wittekind" in Rotterdam

Op 27 mei 1926 vertrekt de "Brabant" vanuit Rotterdam naar Newcastle – Engeland.

Vanuit Newcastle - Engeland vertrekt op 29 mei 1926 de "Brabant" met het Russische vrachtschip "Illitch"(geen gegevens) op sleeptouw naar Maassluis.
Waar het transport op 31 mei 1926 arriveert.

Op 18 september 1926 vertrok de "Brabant" vanuit Rotterdam naar de Tyne - Engeland, met het Engelse vrachtschip "Marpessa"(1919 – 5.476 Brt.) op sleeptouw. 21 september passeert de "Brabant" met de "Marpessa" op sleeptouw Flamborough Head - Engeland.

De "Brabant" arriveerde op 23 september met de "Marpessa" op sleeptouw te Newcastle – Engeland. Meteen na aflevering van de "Marpessa" zette de "Brabant" weer koers naar Rotterdam.

1927

De "Brabant" vertrekt op 15 januari 1927 vanuit de Nieuwe Waterweg naar Liverpool - Engeland.

De "Brabant" maakt in Liverpool – Engeland het Engelse vrachtschip "Romney"(1899 – 4.464 Brt.) vast voor een sleepreis naar de scheeps-slopers in Kopenhagen – Denemarken.

Tijdens de sleepreis naar Denemarken verliest de "Romney" tijdens slecht weer op de Elbe ter hoogte van Groot Vogelsand haar anker. Dit word later met behulp van een duiker opgevist.

Op 2 februari 1927 arriveert vanuit Liverpool – Engeland, de "Brabant" in Kopenhagen – Denemarken met het Engelse vrachtschip "Romney" op sleeptouw.

Vanuit IJmuiden arriveert de "Brabant" op 9 februari 1927 op de Nieuwe Waterweg.

Op 9 februari 1927 verslepen de "Nestor", "Vlaanderen", "Brabant" en de "Drente" de eerste sluisdeur voor de in aanbouw zijnde Noordersluis van Rotterdam naar IJmuiden. Bij aankomst in IJmuiden werd het transport geassisteerd door de "Junior", "Stentor" en "Hector".

Op 9 maart 1927 vertrekt de "Brabant" vanuit Rotterdam naar Cuxhaven – Duitsland.

15 maart 1927 vertrekt de "Brabant" vanuit Cuxhaven - Duitsland, naar Huelva - Spanje met een droogdok op sleeptouw.

De "Brabant", onderweg met een droogdok vanuit Cuxhaven – Duitsland naar Huelva – Spanje is op 24 maart 1927 Portland - Engeland, binnengelopen wegens schade aan het dok. Enige tanks lekken en er is schade boven de waterlijn.

Na reparatie van de schade aan het droogdok vervolgd de "Brabant" vanuit Portland – Engeland de sleepreis naar Huelva – Spanje op 10 april 1927.

Op 28 april 1927 arriveert de "Brabant" met een droogdok op sleeptouw vanuit Cuxhaven - Duitsland, te Huelva - Spanje.

Na aflevering van het droogdok in Huelva – Spanje zet de "Brabant" weer koers naar Rotterdam waar de "Brabant" op 5 mei 1927 arriveert.

Augustus 1927 wordt de "Brabant" overgenomen door L. Smit & Co's Internationale Sleepdienst te Rotterdam.

Op 2 september 1927 wordt de "Brabant" (27.01387 Rott.) overgedragen aan L. Smit & Co's Internationale Sleepdienst Maatschappij N.V. te Rotterdam. Voor dit sleepvaart bedrijf kwam de "Brabant" in de vaart onder de naam "Indus".

Ook onder de naam "Indus" stond de "Brabant" haar mannetje getuige onderstaande sleepreizen en bergingen.

De "Indus" vertrekt op 12 november 1927 vanuit Maassluis naar Saint Thomas – Virgin Islands om daar de 6 master "E.R. Sterling"(1883 – 2.576 Brt.) vast te maken en te verslepen naar Engeland.
Vanuit Saint Thomas – Virgin Islands vertrok de "Indus" met de "E.R. Sterling" op sleeptouw op 15 december 1927 en arriveerde het transport op 10 januari 1928 in de haven van Horta – Azoren voor bunkers en proviand.

1928

Op 12 januari 1928 werd de sleepreis vervolgt met als voorlopig bestemming Falmouth – Engeland. Op 29 januari 1928 arriveerde het transport in Gravesend – Engeland waar de "E.R. Sterling" werd afgeleverd in het West Indra Dock.

Vanuit Maassluis vertrokken de "Indus" en de "Gouwzee" naar Londen – Engeland om daar de tanker "Katendrecht"(1925 – 4.609 Brt.) vast te maken en te verslepen naar Rotterdam voor herstel van de motor.
Op 2 december 1928 vertrok het transport uit Londen – Engeland en op 3 december 1928 arriveerde de "Katendrecht" bij de werf in Rotterdam.

Op 14 februari 1928 maken de "Indus" en de "Afrika" op de Noordzee de Zweedse ertsboot "Vollrath Tham"(1909 – 5.807 Brt.) vast die kampt met schade aan het roer en slepen de "Vollrath Tham" naar Rotterdam.

De "Indus" gaat op 16 februari 1928 naar buiten voor assistente aan de op de Maasvlakte gestrande Franse tanker "Fort de Troyon"(1919 – 5.131 Brt.).
Op 23 februari 1928 slagen de "Indus", "Roozenburgh", "Poolzee" en de "Waterweg" er in om de "Fort de Troyon" vlot te brengen.

In de eerste helft van maart 1928 versleept de "Indus" de baggermolen "Varsovic" vanuit Rotterdam naar Gdynia – Polen. Waar het transport op 15 maart 1928 arriveert.

Op 3 april komen het Duitse vrachtschip "Venus"(1897 – 626 Brt.) en het Engelse passagiers/vrachtschip "City of Worcester"(1927 – 5.469 Brt.) op de Noordzee met elkaar in aanvaring. De "Indus" vertrekt vanuit Maassluis om assistente aan te bieden.

Vanuit Rotterdam versleept de "Indus" de drijvende kraan "Saha" naar Algiers – Algerije waar het transport op 28 april 1928 arriveert.

De "Indus" vertrekt op 14 juni 1928 met 7 extra runners aan boord naar Engeland om daar het "Singaporedok" sleepklaar te maken.
Op 22 juni 1928 vertrekken de "Indus", "Roode Zee", "Zwarte Zee" en de "Schelde" vanuit Newcastle met het "Singaporedok" op sleeptouw met bestemming Singapore.
Het transport passeert van 4 tot 6 augustus 1928 het Suez Kanaal.
In Aden wordt gebunkerd en wordt de reis op 22 augustus 1928 vervolgt.
Als gevolg van de moesson komt de "Indus" in aanvaring met de "Roode Zee" en moet wegens de opgelopen schade terug keren naar Aden voor herstel. Het herstel duurt uiteindelijk 10 dagen.

15 oktober 1928 arriveerde het transport waar de "Indus" deel van uitmaakte met een deel van het "Singaporedok" in Singapore.

De "Indus" vertrok op 27 oktober 1928 vanuit Sabang – Nederlands Indië naar Colombo – Ceylon waar de "Indus" op 31 oktober 1928 arriveerde.

Op 4 november 1928 vertrok de "Indus" vanuit Colombo – Ceylon en zette koers naar Europa via het Suez Kanaal.
De "Indus" deed Oran – Algerije aan voor vermoedelijk bunkers. Op 3 december 1928 vervolgde de "Indus" haar reis weer vanuit Oran – Algerije.

De "Indus" zette op 11 december 1928 koers naar de positie van het ter hoogte van Cork – Ierland, op 10 december 1928, op de rotsen gelopen Engelse passagiers/vrachtschip "Celtic"(1901 – 20.904 Brt.).

Op 15 december 1928 vertrekt de "Indus" vanuit Queenstown – Engeland naar Cardiff – Engeland.

De "Indus" vertrekt op 20 december 1928 vanuit Cardiff – Engeland naar Grangemouth – Engeland met het Engelse vrachtschip "Gresham"(1923 – 2.578 Brt.) op sleeptouw.
26 december 1928 werd de "Gresham" door de "Indus" afgeleverd in Grangemouth – Engeland en vertrok de "Indus" naar Maassluis.

De "Indus" arriveerde op 28 december 1928 in Maassluis.

1929

Februari 1929 versleepte de "Indus" een ponton en de sleepboot "AB 70" vanuit Hamburg – Duitsland naar Curaçao. Ter hoogte van Haaks lichtschip gaat de sleepboot "AB 70" verloren en arriveert de "Indus" met de ponton op sleeptouw op 11 februari 1929 op de Nieuwe Waterweg.
Op 28 februari 1929 wordt de reis naar Curaçao vervolgt met de ponton en de sleepboot "Minerva" op sleeptouw.

Op 8 maart wordt door de "Indus" Vigo – Spanje aangelopen voor bunkers.

Woensdag 17 april 1929 arriveert het transport te Curaçao.

Op 24 april arriveert de "Indus" vanuit Curaçao in de haven van Nassau – Bahama's met een sleepboot en een bak op sleeptouw.

juni 1929 is de "Indus" vanuit de Azoren slepende onderweg, met het zeilschip "Vera"(geen gegevens), naar Newport – Engeland waar het transport op 30 juni 1929 arriveert.

Met het de Engelse tanker "Southern Isles"(1893 – 3.028 Brt.) op sleeptouw vertrekt de "Indus" vanuit Rotterdam via Le Havre – Frankrijk naar Lobito – Angola. Op 29 augustus 1929 vertrekt het transport vanuit Le Havre – Frankrijk en arriveert op 11 oktober 1929 in Lobito – Angola.

Vanuit Lobito – Angola zet de "Indus", na aflevering van de Southern Isles", koers naar Sierra Leone.

Het zwaar beschadigde vrachtschip "Halfdan"(1919 – 1.448 Brt.) wordt door de "Indus" vanuit Brest – Frankrijk naar Rotterdam versleept, aan komt in Rotterdam op 14 november 1929.

Op 4 december 1929 brengen de "Indus", "Oostzee", "Maas" en de "Waterweg" het op 3 december 1929 op de zuidwal ter hoogte van Maassluis gestrande Duitse vrachtschip "Grete"(1923 – 6.567 Brt.) weer vlot.

Op 7 december 1929 assisteert de "Indus" het Spaanse vrachtschip "Josina"(1921 – 3.673 Brt.) ter hoogte van "Smitknoll" lichtschip en sleept de "Josina", die kampte met gebrek aan kolen naar de Nieuwe Waterweg.

1930

Op 5 januari 1930 neemt de "Indus" het Poolse zeilschip "Pomorze"(1910 -1.566 Brt.) over van de "Poolzee" en levert deze op 9 januari 1930 af in de haven van Nakskov – Denemarken.

Het Franse "Ville d' Oran", wat aan de grond was gelopen na een aanvaring met de sleepboot "Abeille 1" in de haven van Le Havre, wordt op 16 januari 1930 door de "Indus" en de "Zwarte Zee" naar Rotterdam gesleept voor herstel van de schade.

De "Indus" sleept op 19 januari 1930 de viermast bark "Pamir" vanuit Antwerpen naar zee.

Begin februari 1930 vertrekt de "Indus" vanuit Rotterdam met de baggermolen "H.A. 11" op sleeptouw naar Montevideo – Uruguay.
Op 2 februari 1930 arriveert het transport in Dakar – Senegal voor bunkers.
2 maart wordt de sleepreis vervolgt vanuit Dakar – Senegal waarna het transport op 2 april 1930 arriveert in Montevideo – Uruguay.
Via St. Vincente – Kaapverdische Eilanden, waar de "Indus" op 24 april 1930 arriveert, keert de "Indus" terug naar Maassluis.

Op 1 juni 1930 verslepen de "Indus" en de "Seine" het vrachtschip "Kelbergen" vanuit Antwerpen naar Rotterdam.

De "Indus" begint op 25 augustus 1930 een sleepreis met twee 1.000 tons bakken vanuit East Cower naar Lagos – Nigeria.
In Dakar – Senegal wordt gebunkerd en op 13 september 1930 vervolgt de "Indus" de sleepreis naar Lagos – Nigeria waar het transport op 25 september 1930 arriveert.

Na aflevering van haar sleept vertrekt de "Indus" vanuit Lagos – Nigeria weer naar Dakar – Senegal, waar de "Indus" weer op 5 oktober 1930 vertrekt naar Maassluis.

De tweede helft van oktober 1930 versleept de "Indus" een drijvende kraan vanuit Rotterdam naar Bordeaux – Frankrijk.

1931

Op 4 maart 1931 levert de "Indus" een zuiger af in IJmuiden en vertrekt meteen na aflevering weer naar Maassluis.

De tweede helft van juli 1931 vertrekt de "Indus" met een zuiger en een bak vanuit Rotterdam naar Bhavnagar, Gujarat, India.
Op 8 augustus 1931 arriveert de "Indus" in Oran – Algerije voor bunkers.
Het transport passeert het Suez Kanaal op 28 augustus 1931.
Op 11 september bunkert de "Indus" in Aden en het transport arriveert op 28 september 1931 in Bhavnagar, Gujarat, India.

Op de terugreis naar Europa maakt de "Indus" in Aden de baggermolen "Aden" en de bak "K.L.K. 19" vast.
Op 27 oktober passeert het transport het Suez Kanaal, en arriveert op 14 december 1931 in Rotterdam

1932

De "Indus" vertrekt op 22 januari 1932 vanuit IJmuiden met de baggermolen "H.A.M. 105" op sleeptouw naar Harwich – Engeland.

Vanuit Harwich – Engeland vertrekt de "Indus" op 25 januari 1932 met een baggermolen en een bak op sleeptouw naar Sunderland – Engeland. Waar de "Indus" op 27 januari 1932 arriveert.

In de eerste helft van februari 1932 verslepen de "Indus" en de "Gele Zee" het Engelse slagschip "Emperor of India"(1914 – 26.100 Brt.) vanuit Porthsmouth - Engeland naar een sloopwerf bij Rosyth – Engeland. Het transport arriveert op 16 februari 1932 op de rede van Rosyth – Engeland.

Vanuit Antwerpen wordt het Italiaans vrachtschip "Fidelitas"(1901 – 6.669 Brt.) door de "Indus", "Gele Zee" en de "Hoek van Holland" naar Hoek van Holland versleept.

Vanuit Maassluis vertrekt de "Indus" op 27 maart 1932 naar Saloniki (Thessaloniki) – Griekenland met een zuiger op sleeptouw.
Op 13 april 1932 arriveert de "Indus", voor bunkers, in Oran – Algerije.
En op 28 april levert de "Indus" haar sleep af in Saloniki (Thessaloniki) – Griekenland.

Vanuit Saloniki (Thessaloniki) – Griekenland zet de "Indus" koers naar Algeciras – Spanje, waar de bok "Adelaar" wordt vastgemaakt voor een sleepreis naar Rotterdam. Op 12 mei 1932 vertrekt het transport vanuit Algeciras – Spanje naar Rotterdam.

Op 25 mei arriveert de "Indus" met haar sleep in Rotterdam en wordt meteen weer klaargemaakt voor de volgende sleepreis.

Op 26 mei 1932 vertrekt de "Indus" vanuit Rotterdam naar Algiers – Algerije met een kraan op sleeptouw.

Met het voorschip van de "Murturton"(1929 – 6.272 Brt.) op sleeptouw arriveren de "Indus" en de "Ebro" op 9 juni 1932 vanuit Londen – Engeland in Maassluis.

Met het achterschip van de "Murturton"(1929 – 6.272 Brt.) op sleeptouw arriveren de "Indus" en de "Ebro" op 14 juni 1932 vanuit Londen – Engeland in Maassluis. De beide delen zullen bij de werf van Wilton Feijenoord weer tot een schip worden samen gevoegd.

Het passagiers/vrachtschip "Samarinde"(1912 – 6.825 Brt.) wordt door de "Indus" en de "Rozenburg" op 23 juni 1932 vanuit Rotterdam naar de sloper in Brugge – België versleept.

Op 28 juni 1932 versleept de "Indus" de viermast bark "Ponape"(1903 – 2.342 Brt.) vanuit Linwood – Engeland naar Maassluis.

Vanuit Rotterdam vertrekt de "Indus" op 3 september 1932 naar Oran – Algerije met een drijvende bok en een bak op sleeptouw. De "Indus" arriveert met haar sleep op 18 september 1932 in Oran – Algerije.

Vanuit Oran – Algerije vertrekt de "Indus" op 19 september 1932 naar Valencia – Spanje.

22 september 1932 vertrekt de "Indus" vanuit Valencia – Spanje naar Djidjelli – Algerije.

Vanuit Djidjelli – Algerije zet de "Indus" weer koers naar Maassluis waarbij ze op 28 september 1932 Gibraltar passeert.

1933

Zondagmorgen 29 oktober 1933 vertrok de "Indus" vanuit Maassluis naar Engeland. Buitengaats gekomen sloeg er een stortzee over de "Indus" heen, waardoor er een stuk van de brug werd afgeslagen. Waarop de "Indus" terugkeerde naar Maassluis voor herstel van de schade.

1935

Vanuit Curaçao vertrok de "Indus" op 2 oktober 1935 naar de positie van het passagiers schip "Rotterdam"(1908 – 24.149 Brt. dat was gestrand op het rif Marent Key op 60 mijl van Kinston – Jamaica.

De "Indus" was slepende onderweg vanuit Aruba naar Europa met een baggermolen van de Firma Albetam op sleeptouw.

De kapitein van de "Rotterdam" sloot echter een bergingscontract met een Amerikaans bergingsbedrijf die de "Rotterdam" op 5 oktober 1935 wist vlot te brengen.

1936

Zondag 2 februari 1936 arriveerde de "Indus" vanuit Curaçao met een rotsbreker op sleeptouw op de Nieuwe Waterweg. De "Indus" was vanuit Curaçao vertrokken met de rotsbreker en een bak de "A.B. 144". Op 8 januari 1936 brak de sleepverbinding met de "A.B. 144" en slaagde de "Indus" er niet meer in om de bak vast te maken. Op 6 maart 1936 werd de bak "A.B. 144" binnen gesleept in de haven van Funchal – Madeira.

Het Franse passagiersschip "Atlantique"(1931 – 42.512), die geheel was uitgebrand werd door de "Indus", "Ganges" en de "Noordzee" op 6 maart 1936 vanuit Cherbourg – Frankrijk, versleept naar de sloopwerf aan de Clyde – Engeland.

In de eerste helft van juli versleepte de "Indus" een scheepkameel vanuit Maassluis naar Leningrad – Rusland. De scheepskameel zal worden gebruikt om een jacht van de Sjah van Perzië, vanuit Leninrad – Rusland naar de Kaspische Zee. Het jacht wordt door de "Ebro" vanuit Maassluis naar Leninrad – Rusland gesleept.

Midden juli 1936 maakt de "Indus", op de thuisreis van uit Leninrad – Rusland, op de Noordzee het Duitse viermast zeilschip "Magdalena Vinnen"(geen gegevens) vast die door averij niet meer in staat was om een haven te bereiken.

De "Indus" vertrekt op rond 9 augustus 1936 vanuit Maassluis met het bergingsvaartuig "Meermin" en de lichter "Kameel" naar het op Haisboro Sand – Engels Kanaal gestrande Franse vrachtschip "San Francisco"(1930 – 6.013 Brt.).

15 augustus 1936 vertrekt de "Indus" met 2 lichters en een sleepboot op sleeptouw vanuit Maassluis naar Engeland.

Na aflevering van haar sleep zal de "Indus", in de tweede helft van augustus 1936 worden ingezet bij het verslepen van het, gelichte, Duitse slagschip "Kaiserin", vanuit Scapa Flow – Engeland naar Rosyth – Engeland, waar de "Kaiserin" gesloopt zal worden.

Bij een aanvaring met een zandzuiger op 9 september 1936, in de monding van de Nieuwe Waterweg, loopt de "Indus" schade op. Een deel van het berghout gaat verloren en er ontstaat lekkage waardoor de "Indus" water maakt. De pompen kunnen het water voldoende weg pompen en de "Indus" kan op eigen kracht terugkeren naar Maassluis.

Vanuit Gareloch – Engeland versleept de "Indus" de Engelse tanker "Inverleith"(1921 – 6.958 Brt.) op 20 december 1936 naar de werf van Wilton Feijenoord Rotterdam voor ombouw tot vrachtschip.

1937

Met de baggermolen "Lady Willington" op sleeptouw vertrekt de "Indus" op 3 maart 1937 vanuit Glasgow – Engeland naar Cochin – China.

In de tweede helft van april wordt de baggermolen "Lady Willington" afgeleverd in China en aanvaard de "Indus" de terugreis naar Europa.

Juni 1937 vertrekt de "Indus" met het Engelse vrachtschip "Vinemoor"(1924 – 4.359 Brt.) op sleeptouw vanuit Liverpool – Engeland.

Op 2 augustus 1937 verslepen de "Indus", "Zwarte Zee" en de "Witte Zee" het te Scapa Flow – Engeland geborgen Duitse slagschip "Friedrich der Grosse"(1912 – 24.724 Brt.) naar Rosyth – Engeland.

Drie Engelse deserteurs worden door de "Indus" op 20 mijl van St. Malo – Frankrijk op zee opgepikt en in St. Malo – Frankrijk op 1 september 1937 aan wal gebracht. De deserteurs hadden op het eiland Guernsey een jacht gestolen om te kunnen vluchten.

14oktober 1937 vertrekt de "Indus" vanuit Le Havre – Frankrijk naar Aveiro – Portugal met de treiler "Spitzberg" op sleeptouw.

De "Indus" vertrekt op 28 december 1937 vanuit Lissabon – Portugal naar Rotterdam.

1938

Op 20 januari 1938 vertrekt de "Indus" vanuit de Nieuwe Waterweg met de baggermolen "A.B. 12" en de bak "A.B. 140" op sleeptouw naar Curaçao

21 januari 1938 is de "Indus" met haar sleep weer terug op de Nieuwe Waterweg voor een reparatie aan de baggermolen "A.B. 12".

Op 18 februari 1938 arriveert de "Indus" met haar sleep in Las Palmas – Canarische Eilanden voor bunkers. Waarna ze op 19 februari 1938 weer de reis naar Curaçao vervolgt.

In april 1938 begint de "Indus" een sleepreis met de baggermolen "H.A.M. 102" en de bak "H.A.M. 613" vanuit Rotterdam naar Kaapstad – Zuid Afrika.

Na aflevering van de baggermolen "H.A.M. 102" en de bak "H.A.M. 613" in Kaapstad – Zuid Afrika vertrekt de "Indus" op 12 juni 1938 met de zuiger "Cetus" op sleeptouw vanuit Kaapstad – Zuid Afrika naar Southampton – Engeland.
De Zuiger "Cetus" wordt op 26 augustus 1938 door de "Indus" afgeleverd in Southampton – Engeland.

De "Indus", "Schelde" en de "Donau" vertrekken met de tinbaggermolen "Karimata" op sleeptouw op 15 september 1938 vanuit Terschelling naar Schiedam. Op 17 september arriveert het transport in Schiedam.

De "Indus" en de "Maas" vertrekken op 22 oktober 1938 met het vrachtschip "Stad Zaandam"(1919 – 2.058 Brt.) op sleeptouw, die haar roer heeft verloren, vanuit Cherbourg – Frankrijk naar Rotterdam waar het transport op 24 oktober arriveert.

Aansluitend versleept de "Indus" op 24 oktober 1938 een zuiger vanuit IJmuiden naar Sliedrecht.

Het vrachtschip "Sutherland"(geen gegevens) dat op 26 oktober 1938 strandde tussen Vlaardingen en Maassluis wordt door de "Indus" nog dezelfde dag vlot gebracht.

Op 10 december 1938 vertrekt de "Indus" met de baggermolen "Beverwijk 15" vanuit IJmuiden naar Rotterdam.

1939

Februari 1939 vertrekt de "Indus" vanuit Rotterdam naar Toulon – Frankrijk. Op 12 maart arriveert de "Indus" in de haven van Toulon – Frankrijk.

Vanuit Toulon – Frankrijk vertrekt op 17 maart 1939 de "Indus" met een sluisdeur op sleeptouw naar Diego Suarez.

Op 30 april 1939 arriveert de "Indus" met een sluisdeur op sleeptouw in de haven van Diego Suarez.
Vanuit Diego Suarez vertrekt de "Indus" op 2 mei 1939 weer naar Europa.

1 juni 1939 arriveert de "Indus" in de haven van Bizerta – Tunesië vanwaar uit ze op 24 juni weer vertrekt naar Rotterdam.

Met de Noorse tanker "Madrono"(1917 – 5.894 Brt.) op sleeptouw arriveert de "Indus" op 12 augustus in Vlissingen.

Op 17 augustus 1939 weet de "Indus" het nabij Maassluis gestrande Duitse vrachtschip "Goldenfels"(1911 – 7.438 Brt.) weer vlot te slepen.

De Koninklijke Marine vorderde de "Indus" op 24 augustus 1939 en brengt haar in de vaart als bewakingsvaartuig "BV 36". Bewapend met 1 kanon van 5 cm.

1940

Op 17 mei 1940 wordt de "BV 36" in beslag genomen door de Duitse bezetters en werd op 2 juni 1940 ingedeeld bij het Lazarett Verband als "LAZ 11".

1941

Vervolgens werd de "LAZ 11" in januari 1941 overgeplaatst naar het Bergungsschiffe Verband waar zij tot 1942 als "BS 4" heeft gevaren.

1942

De "BS 4" is op 20 november 1942 ter hoogte van Hoek van Holland (pos.: 52.10 N - 04.05 O) tot zinken gebracht door Beaufighters van het 236 Squadron.