1979 De Cycloop naar Marsa El Brega

Een verslag van een reis op de sleepboot "Cycloop" door Huub Westerhuis

In 1979 was ik in de havendienst in IJmuiden werkzaam. In week 1 had ik havendienst op de "Stentor" met o.a. Hans Harderbol. In week 2 op woensdag 10 januari kreeg Wijsmuller een SOS binnen van de Duitse kustvaarder de "Adollf Flint" uit Hamburg, Duitsland, die zich op dat moment ongeveer 45 mijl ten zuid- westen van IJmuiden bevond. Wij zijn die dag om 14.00h vertrokken en kwamen op donderdag 11 januari de haven van IJmuiden weer binnen met de kustvaarder op sleeptouw.

Week 3 zat ik op de "Stentor" met Teun Kiers als 1e machinist. Week 7 op de Nestor met machinist Chris Ullings. Woensdag 14 februari kwam er bij Wijsmuller een SOS binnen en moest ik samen met Chris overstappen op de Titan met als 1e machinist Dirk Klos.
 
Nadat wij waren uitgevaren konden wij helaas na enige uren weer onverrichte zake terug naar IJmuiden omdat het schip toch nog op eigen kracht de haven kon bereiken. Een andere 1e machinist in die week was Piet van Alkemade.

Tijdens die week havendienst kreeg ik op maandag 19 februari het bericht dat ik woensdag 21 februari met de "Cycloop" mee moest voor een sleepreis. Die maandag ben ik om 17.00h met openbaar vervoer naar Harlingen vertrokken om thuis kleding en andere spullen op te gaan halen voor die reis.
 
In die tijd was het station vlak bij de haven nog in gebruik zodat ik met de trein van IJmuiden naar Alkmaar kon reizen om vandaar met de bus verder door te reizen naar Harlingen. Het was echter een super strenge winter in 1979.

In Groningen en Friesland waren de wegen onbegaanbaar vanwege de enorme hoeveelheden sneeuw die er was gevallen en deze sneeuw was ook nog eens door de harde wind tot enorme hoogtes opgeblazen. Veel van deze ingesneeuwde mensen kregen hulp en voedsel van de lucht- en landmacht.
 
De buschauffeur gaf mij dan ook te kennen dat hij niet verder ging dan Den Oever omdat op de Afsluitdijk niet tot zeer slecht begaanbaar was en hij van zijn baas niet verder mocht en kon rijden dan Den Oever.
 
Omdat ik woensdag al weer terug moest zijn in IJmuiden en omdat ik bijna geen geld meer op zak had was dit mijn enige optie. In donker heeft de buschauffeur mij op mijn verzoek op de afrit van de A7 naar Den Oever uit laten stappen. Gelukkig dat een vertegenwoordiger mij een lift aanbood toen ik bij de sluizen van Den Oever liep. Deze durfde het nog aan om met zijn auto via de rechter rijbaan (aan de kant van het IJsselmeer) die nog "open" was de Afsluitdijk over te steken. Het werd een unieke rit en we kwamen erg laat in Harlingen aan.
Woensdag 21 februari heeft mijn toenmalige vriendin mij teruggebracht naar IJmuiden en arriveerden daar om 09.00h. Om 17.00h vertrok de "Cycloop" naar Rotterdam.
 
De bemanning bestond uit. Kapitein Hans Jenssen, stuurman Woud Wiedeman, bootsman Cor Hak, matroos Luc van der Woude, matroos Andre Kramer, jongetje Martin Ardenhout, kok Jan Meins,  1e machinist Henk Zwaag , 2e machinist Piet Nauta en 3e machinist Huub Westerhuis.

De "Cycloop", van hetzelfde bouwjaar als ik n.l. 1957, was vlak voor deze reis op de werf geweest en was omgebouwd van 110 volt gelijkspanning naar 220 wissel compleet met nieuwe Daf hulpmotoren. Tevens waren de hoofdmotoren nagekeken en de bunkers schoongemaakt ook was de boot geknipt en geschoren.
 
Helaas weet ik niet meer op welke werf dit is gebeurd maar wel weet ik dat Wijsmuller vroeger ook regelmatig hun schepen in Harlingen bij scheepswerf Welgelegen liet onderhouden.
 
Op donderdag 13.30h zijn wij in Rotterdam aangekomen om de sleep, een platte bak geladen met o.a. zandzuigbuizen, op te halen. Nadat wij vast gemaakt hadden en nadat een reserve voorloop etc. aangebracht was zijn wij op 17.00h weer vertrokken met als bestemmen Cioggia in Italië deze plaats ligt vlak naast Venetië.
 
Tijdens deze reis liepen wij 6 op 6 af wat wel redelijk zwaar is als je na je wacht moet eten en daarna even een biertje te gaan drinken met je collega’s zodat je na 6 uur gelijk weer de machine kamer in kon. Als je dit de volgende 6 uren af weer ging doen kwam er van slapen dus vrij weinig. Tijdens de 6 uur op hadden wij het ook nog eens erg druk omdat er tijdens de werfbeurt het een en ander of was vergeten of was misgegaan. Zo waren ze op de werf onder andere vergeten om de dagtank schoon te maken waardoor de hulpsets na enige tijd geen brandstof meer kregen. De verstopping zat echter niet alleen in de brandstoffilters maar ook in de aanzuig opening van de brandstofleiding in de dagtank. Dit losten wij op door een melkbus met gasolie te vullen en daar de tweede hulpmotor op te laten draaien, deze motor zat namelijk met hetzelfde probleem omdat hij op dezelfde leiding zat aangesloten . Dit moest wel snel gebeuren want voordat deze melkbus leeg was moesten wij de flens van de aansluiting op de dagtank losbouten om de verstopping door te kunnen prikken om daarna weer snel alles te monteren en te ontluchten. Hierbij kregen wij dan elke keer een douche met gasolie zodat je tot en met je sokken nat was van de gasolie. Dit moest elke dag minimaal een keer gebeuren. Ook aan de Bolnes hoofdmotoren waren ze tijdens de werfbeurt meerdere dingen vergeten te repareren zodat we ook hieraan genoeg sleutelwerk hadden.

Zondag 11 maart om 04.00h kwamen wij in Gioggia aan en leverden wij de bak af . Hierna moesten we verhalen om te bunkeren en zijn 's avonds om 19.00h weer vertrokken om met losse boot over te steken naar Libië. Op zaterdag 17 maart om 07.00h kwamen wij aan in Marsa El Brega. Tijdens deze oversteek moest er tot groot verdriet van een paar echte liefhebbers 's avonds het "een en ander" overboord worden gezet.
 
Gedurende de sleepreis waren er problemen met de oliedruk aan bakboord kant in de tandwielkast. Omdat de "Cycloop" op station in Libië moest blijven en wij de boot zouden overdragen aan een andere bemanning moesten wij dit euvel nog "even" repareren.
 
Door middel van het demonteren van een luikje waarop het bedieningsmechanisme zat gemonteerd moest iemand de tandwielkast in om dit probleem te verhelpen.

Omdat ik de jongste en de slankste van de drie was, was ik de aangewezen persoon om naar binnen te gaan. Met zeer veel moeite en allerlei acrobatische toeren lukte het mij uiteindelijk om bij de leiding aan bakboordskant te komen. Deze leiding was de oorzaak van het probleem.
 
Tussentijds hadden Henk Zwaag en Piet Nauta mij een looplamp en het gereedschap aangereikt. Voordat ik daadwerkelijk goed bij de moeren kon was ik op de meest aan  bakboords kant gelegen tandwielas gaan zitten. Deze as was op de plaats waar ik ging zitten glad en ik zat tussen allemaal grote en kleinere tandwielen in. Onder mij lag tevens een smeeroliebad wat ook nog erg heet was van de reis.
Net toen ik mij helemaal voorover boog om met behulp van een steeksleutel het euvel te verhelpen gingen alle assen plotseling heel erg snel draaien.
Op dat moment dacht ik dat de twee collega’s de motoren hadden gestart en volgas vooruit gaven.
 
Je kunt je er misschien wel iets bij voorstellen wat er dan door je heengaat als je wiebelend op een gladde as zit tussen al die draaiende tandwielen in met ook nog eens een douche van dampende en hete smeerolie. Uiteindelijk kwam alles na een behoorlijk lange tijd weer tot stilstand.
 
Nadat alles "veilig" leek ben ik weer uit de tandwielkast gekropen.
De oorzaak van dit bijna fatale ongeluk lag echter buiten de machine kamer en was afkomstig van de sleepboot "Assistent". Deze moest uitvaren en lag kont aan kont met de "Cycloop". Het was gebruikelijk dat eerst de motor werd gestart om daarna de schroef in het werk te zetten. Nadat uiteindelijk bijna alle trossen los waren gegooid kon de kont worden afgedraaid op de voorspring om daarna achteruit te varen om zo tussen de kraanbak en de "Cycloop" uit te kunnen komen.

Het schroefwater van de "Assistent" had dus tegen die van ons aan geblazen.
 
Maandag 19 maart vertrokken wij om 19.00h onze tijd met de "Simson" naar Malta waar deze zou worden opgelegd voor de verkoop.

Na en schitterende reis met mooi weer en vliegende vissen die 's nachts op ons achterdek sprongen kwamen wij woensdag 21 maart om 14.00h op Malta aan.

Eerst gingen wij in de haven van Valletta liggen omdat de dynamo kapot was en opnieuw gewikkeld moest worden. Dit gebeurde bij Mid Sea Shiprepair Yard and Electrical Shop een schitterend oud werfje waar wij dagelijks even gingen kijken.

Gedurende deze periode kregen wij stroom door middel van een mobiele generator van deze werf. Deze klus duurde zo’n twee weken en omdat er bij ons aan boord nu helemaal niets meer draaide hadden wij zeeën van tijd om overdag een auto te huren om daarmee het hele eiland te kunnen bekijken.
 
Echter moesten wij na een paar dagen wel zelf het eten koken omdat de kok eerder naar met het vliegtuig naar Nederland was vertrokken dan dat gepland was.
Ook gingen wij er regelmatig met openbaar vervoer op uit, dit waren erg oude en krappe bussen. Hier pasten wij en met name de wat steviger uitgevallen bemanningsleden bijna niet in en ook de stoelen waren voor ons erg aan de krappe kant.
 
Na het avondeten trokken wij er natuurlijk weer op uit om Valletta bij nacht te verkennen en ook dat was zeker de moeite waard. Strait Street dat schuin naar beneden liep en rijkelijk was voorzien van kleine maar zeer "intieme" kroegjes stond ook vaak op het culturele programma.
 
Toen ik daar op een van deze avonden met Luc van de Woude op stap was heb ik nog een stevige vechtpartij gehad met een ploeg Engelse mariniers die het zeer plotseling op Luc hadden voorzien. Zonder schrammen aan onze kant is dit in ons voordeel "opgelost". De oorzaak van deze vechtpartij had met de spanningen tussen de Engelsen en de Libiërs te maken en Luc zag er wat "donker" uit met zijn zwarte haar en grote zwarte snor.

In 1979 verkreeg Malt zijn neutraliteit en de volle onafhankelijkheid van de Britten die sinds 1814 soevereiniteit over malta hadden gehad.
 
In die week hebben wij in Valletta een toespraak van Kadaffie, de leider van Libië, bijgewoond.

Toen de dynamo weer opnieuw gewikkeld en geïnstalleerd was werd de "Simson" verhaald naar een jachthaven en opgelegd tussen allemaal zeer luxe jachten.
Hiertussen was de "Simson" van Wijsmuller zeker een blikvanger.
 
Nadat wij de motoren geconserveerd hadden en alles hadden nagekeken lieten wij de boot onbemand achter iets wat mij wel even een apart gevoel gaf.
Na een "slotavondje" stappen en een overnachting in een mooi hotel zijn wij de volgende dag met het vliegtuig weer naar huis vertrokken en landen wij 's middags op Schiphol.

Huub Westerhuis