Geschiedenis


Op vrijdag 3 september 1965 werd de "Friesland" gedoopt door Mejuffrouw L.C.C. Wijsmuller en te water gelaten bij de Scheepswerf Kramer & Booy te Kootstertille Friesland.

Na de tewaterlating hielden Felix de Nobel en 1e wtk. J. Vijfhuize toezicht voor Wijsmuller bij de verdere afbouw. November 1965 kwamen daar nog kapitein Herman Bronsdijk, 1e stuurman Alex van Balen en 2e wtk. Paul Goerres bij.

Vanaf 8 december 1965, toen de "Friesland" vanuit Harlingen naar zee vertrok, heeft de "Friesland" op de Noordzee en op de rede van Den Helder proef gevaren.

De "Friesland" arriveerde op 10 december 1965 voor de eerste keer te IJmuiden.

De "Friesland" werd op 14 december 1965 door de werf Kramer & Booy aan Bureau Wijsmuller overgedragen.

Op 15 december 1965 maakte de "Friesland" haar eerste sleepreis, een drijvende bok en een beladen bak vanuit IJmuiden naar Middlesborough - Engeland.

Vanuit Middlesborough - Engeland zette de "Friesland" koers naar Le Havre - Frankrijk, om het voorschip van de Franse Shell tanker "Isocardia" (1955 - 20.708 Brt.) vanuit Le Havre - Frankrijk, naar de RDM te Rotterdam te verslepen.

Het voorschip van de "Isocardia" zal bij de RDM worden verbouwd tot een kraanponton voor Heerma.

Op 20 december 1965 vertrok het transport vanuit de haven van Le Havre - Frankrijk en op 22 december 1965 werd het voorschip van de "Isocardia" afgeleverd bij de RDM in Rotterdam.

Hierna werd door de "Friesland" de ponton "BRH.2" beladen met een well-protector vanuit de Nieuwe Waterweg naar het booreiland "Sea Gem" versleept.

De ponton "BRH.2" was eerst op sleeptouw genomen door de "Groningen" maar door invallend slecht weer was de "Groningen" genoodzaakt om terug te keren naar de Nieuwe Waterweg.

Terwijl de "Friesland" onderweg was naar het booreiland "Sea Gem", kwam dit booreiland, op 27 december 1965, in de problemen. De poten waarop het eiland stond storten plotseling in.

De "Friesland" kreeg na de ondergang van het booreiland "Sea Gem" orders om met de "BRH.2" retour gegaan naar de Nieuwe Waterweg, waar de "Friesland" op 30 december 1965 arriveerde.

1966

Op 1 januari 1966 werd het Braziliaanse vrachtschip "Loide-Guatamala"(1947 - 5.408 Brt.) deels geëscorteerd deels gesleept vanaf Vlissingen naar de Nieuwe Waterweg.

Nadat de "Loide-Guatamala" was aangekomen in Rotterdam zette de "Friesland" koers naar het bergings- station Penzance – Landsend – Engeland om daar de "Utrecht" af te lossen.

De tweede helft van januari 1966 vertrok de "Friesland" vanaf het bergings- station Penzance – Landsend - Engeland, waar de "Friesland" enige dagen de "Utrecht" had vervangen, naar Portland - Oregon aan de Amerikaanse Westkust.

Op 27 januari 1966 verleende de "Friesland" assistentie aan het Joegoslavische vrachtschip "Jablancia"(1943 – 7.241 Brt.) dat, geladen met meel, onderweg was vanuit St. John - Canada naar de Zwarte zee.
 
De "Jablancia" had om sleepboot assistentie verzocht op 600 mijl ten Zuid Westen van de Azoren, omdat tijdens stormweer scheuren in het dek van de "Jablancia" waren ontstaan.

De "Friesland" werd op basis van Lloyds Open Form geaccepteerd en escorteerde de "Jablancia" naar Ponta Delgada - Azoren, waar de de "Jablancia" op 30 januari 1966 arriveerde.

2 februari 1966 was de "Friesland" bij het Liberiaanse vrachtschip "Arion"(1944 – 7.216 Brt.) dat, ook al als gevolg van scheuren in het dek, lekkage had opgelopen. De "Arion" werd door de "Friesland" geëscorteerd naar Bermuda.

De "Friesland" vertrok half maart 1966 vanuit de haven van Portland – Oregon - Verenigde Staten met het hefeiland "De long 159", die was beladen met haar eigen poten, en een ponton, beladen met cilinders en aannemings-materiaal.

De reis leidde over 8000 mijl via Honolulu – Hawaï - Verenigde Staten en Manilla – Filipijnen, waar de poten van het hefeiland worden geïnstalleerd, naar Camranh Bay in Vietnam.

In de eerste helft van mei 1966 arriveerde de "Friesland" in de haven van Manilla - Filipijnen met het hefeiland "De long 159" en een ponton op sleeptouw, vanuit Portland – Oregon - Verenigde Staten.

Terwijl het hefeiland gereed gemaakt werd vertrok de "Friesland" met de ponton vanuit de haven van Manilla – Filipijnen naar Iloilo City op de Filipijnen. Waar de ponton op 15 mei 1966 werd afgeleverd en overgenomen door de sleepboot "Grenadier".

Vanuit Iloilo City - Filipijnen aanvaarde de "Friesland" de terugreis naar de haven van Manilla - Filipijnen, en vervolgde vandaar uit de sleepreis met het hefeiland "De long 159" naar Camranh Bay - Vietnam.

Na aflevering van het hefeiland "De long 159" in Camranh Bay – Vietnam werd daar een bak vastgemaakt met bestemming Da Nang – Vietnam. Nadat deze bak in Da Nang - Vietnam, was geladen, werd door de "Friesland" weer, met de beladen bak, koers gezet naar Camranh Bay - Vietnam.

Na het afleveren van een bak in Camranh Bay - Vietnam, zette de "Friesland" koers naar Singapore.

Op 24 en 25 juni 1966 werd in Straat Singapore op basis Lloyds Open Form, no Cure no pay, hulp verleend aan het Chinese vrachtschip "Ever Happiness"(1943 – 6.766 Brt.), dat was aangevaren door het Amerikaanse Marine vrachtschip "Marine Fiddler"(1945 – 10.780 Brt.), en daardoor zware schade aan het voorschip had opgelopen.

De "Ever Happiness"(1943 – 6.766 Brt.) werd door de "Friesland" naar Singapore gesleept.

Nadat de "Friesland" 26 juni 1966 de zwaar beschadigde "Ever Happiness"(1943 – 6.766 Brt.), de haven van Singapore had binnen gesleept, zette de "Friesland" koers in de richting Suez Kanaal.

Onderweg werd nog hulp aangeboden aan de Engelse Mobil tanker "Royal Arrow"(1954 – 20.413 Brt.). De "Royal Arrow" werd echter door een andere tanker op sleeptouw genomen.

Ook aan het Griekse vrachtschip "Sas"(1940 – 5.245 Brt.) werd door de "Friesland" assistentie aangeboden, maar de "Sas" had achteraf geen hulp nodig.

Aan de Cypriotische tanker "Manegina II"(1953 – 11.276 Brt.), die was gestrand, werd een Lloyds Open Form contract aangeboden. Maar de "Manegina II" accepteerde een andere berger.

Half juli 1966 werd door de "Friesland" het Italiaanse booreiland "Gatto Selvatico" vanaf een positie in de Perzische Golf versleept naar een nieuwe boorlocatie ter hoogte van Halul Eiland in de Perzische Golf.

De "Friesland" versleepte vervolgens een 3000 tons ponton vanuit Khark Island - Iran naar de positie 25.33 Noord en 53.10 Oost, in de buurt van Das Island - Verenigde Arabische Emiraten, waar het booreiland "C. E. Thornton" werkzaam was.

Na het lossen of laden van de ponton werd deze door de "Friesland" versleept naar Lavan Island - Iran en daar afgeleverd.

Hierna begon de "Friesland" half augustus 1966 aan de verplaatsing van het booreiland "C. E. Thornton" vanaf de positie 25.33 Noord en 53.10 Oost, in de buurt van Das Island - Verenigde Arabische Emiraten, naar een nieuwe locatie.

Nadat de "C. E. Thornton" op haar nieuwe locatie stond vertrok de "Friesland" weer Lavan Island - Iran waar de ponton werd vastgemaakt, die ze daar eerder had afgeleverd, voor een sleepreis naar Khark Island – Iran.

Vanaf Khark Island - Iran werd door de "Friesland" koers gezet naar Koeweit waar de "Friesland" 19 augustus 1967 arriveerde. Na aankomst in Koeweit werd de bemanning afgelost.

Nadat de bemanning was afgelost verrichte de "Friesland" stations dienst in de Perzische Golf.

Op 31 augustus 1966 verleende de "Friesland" hulp op basis Lloyds Open Form aan de Chinese tanker "Taipieng"(1950 – 5.676 Brt.) geladen met sojaolie, die op ongeveer 80 mijl ten Oosten van Bahrein machineschade melde.

De "Friesland" nam de "Taipieng" op sleeptouw naar Abadan – Iran waar de "Friesland" op 7 september 1967 met de "Taipieng" arriveerde.

De "Friesland" kreeg vervolgens opdracht om de "Taipieng" vanuit Abadan - Iran naar Bahrein te verslepen waar de "Taipieng" op 12 september 1966 werd afgeleverd.

Nadat de "Taipieng" was afgeleverd in Bahrein verrichte de "Friesland" weer stations dienst in de Perzische Golf.

Op 19 september 1966 ging de "Friesland" onderweg naar de positie van de Italiaanse tanker "Mare Nostrum"(1954 - 20.501 Brt.) die in de Indische Oceaan op Haulluya Island een van de eilanden van de groep Kuria Muria archipel - Oman, was gestrand en lek gestoten. De "Mare Nostrum" was leeg onderweg vanuit Napels - Italië naar Mena al Ahmadi – Koeweit.

De gehele bemanning bestaande uit 42 koppen werd aan boord genomen door de Britse tanker Pearleaf (1900 – 12.353 Brt.) en in Bahrein aan land gebracht.

De "Mare Nostrum" werd, ook door bergingsmaatschappijen, als verloren beschouwd. Hoewel de toestand van de "Mare Nostrum" slecht was, zetten drie sleepboten koers naar de positie van de "Mare Nostrum", waaronder de "Friesland".

Op 21 september 1966 kwam de "Friesland" ter plaatse. Een contract op basis Lloyds Open Form, no cure no pay, was tot stand gekomen om de "Mare Nostrum" vlot te brengen.

Met de motorboot, voorzichtig manoeuvrerend tussen riffen, ging men naar het gestrande schip. Na een inspectie werden de bergingskansen aanwezig geacht.

Inmiddels waren bergings- inspecteurs naar Aden gereisd waar ze de kapitein van de "Mare Nostrum" ontmoetten die zijn schip als een total loss beschouwde.

De "Friesland" pikte de bergings- inspecteurs in Jemen op en op 1 oktober 1966 begon de Berging van de "Mare Nostrum".

De "Mare Nostrum" had inmiddels bezoek van de kustbewoners gekregen die het schip gedeeltelijk plunderden. Geen hut was overgeslagen, alle eigendommen van de 42 opvarenden, die het schip hadden verlaten waren verdwenen.

Zes man van de Britse landmacht nam daarna de bewaking van de "Mare Nostrum" op zich.

Bij een lastige Zuid Westen wind met windkracht 5 moest er worden gewerkt.
Van de 30 lading-tanks bleken enige stuurboord-tanks nog in takt te zijn.
Vele midden - en bakboord-tanks waren op de riffen lekgeslagen.

De machine - en achterpomp-kamer waren nog droog.

Alle tankdeksels werden gesloten en met samengeperste lucht, op vrijwel alle tanks werd getracht de tanker drijvend te krijgen. Compressors en vele leidingen moesten door de bemanning van de Friesland worden aangesloten.

Tijdens het vol persen van de tanks moest ruim 5 meter water worden weggedrukt om de tanker van de rotsen te krijgen.

Op 9 oktober 1966 had men voldoende beweging in het schip om op 11 oktober de "Friesland" te laten vastmaken om een vlot breng poging te doen.

Op donderdag 13 oktober 1966 kwam er flink beweging in de "Mare Nostrum".
De "Mare Nostrum" draaide 30 graden nadat de "Friesland" elk hoogtij aan de "Mare Nostrum" had getrokken.

Op 14 oktober 1966, 's morgens om kwart voor vijf, bij het eerste daglicht kwam de "Mare Nostrum" vlot.

Achterstevoren werd de "Mare Nostrum" zo'n 8 mijl van de kust weggesleept drijvend op haar luchtkussen. Tegen de avond maakte de "Friesland" los van het achterschip om een nieuwe sleep verbinding met het voorschip tot stand te
brengen en de sleepreis van 800 mijl naar de haven van Aden, de dichts bijzijnde haven, te beginnen.

Tijdens de sleepreis naar Aden, stelden duikers een bodemonderzoek van binnenuit in.

Toen bleek pas hoe groot de schade was, de bodem van 22 tanks was compleet verdwenen.

Bij alle bakboord - en centertanks keek je in de diep blauwe zee, er zaten zelfs hele vis kolonies in die met de sleep naar Aden mee zwommen.

Op 27 oktober 1966 werd de "Mare Nostrum" de haven van Aden binnengesleept.

Bij aankomst in Aden moesten de duikers met elektrische onderwater-snij apparatuur lappen staal die onder het schip uithingen verwijderen.

Een grote lap staal van de bodemtanks 9 en 10 hing tot 10 meter onder de "Mare Nostrum", deze lap mat 8 bij 9 meter en woog 35 ton.

Verder werden er nog uitstekende delen en losgescheurde stukken bodemplaten verwijderd. Deze stukken werden op het dek van de "Mare Nostrum" geplaatst en zouden tijdens de sleepreis door de Rode Zee overboord worden gezet.

Op 22 november 1966 vertrok de "Friesland" met de "Mare Nostrum" op sleeptouw vanuit de haven van Aden naar Italië.

Op 7 december 1966 arriveerde het transport op de rede van Suez – Egypte.

Na de sleepreis vanuit Aden naar de rede van Suez – Egypte was het ruim 10 dagen wachten op een beslissing van de autoriteiten van het Suez Kanaal of de bodemloze "Mare Nostrum" het kanaal mocht passeren.

Een aantal gegevens en berekeningen moesten op tafel komen omdat men bang was dat het luchtkussen van de "Mare Nostrum" in het smalle kanaal zou ontsnappen.

Op 18 december 1966 kreeg de "Friesland toestemming om de doorvaart van het Suez - Kanaal te maken.

Nadat de "Mare Nostrum" het Suez Kanaal had gepasseerd, hadden de Egyptische sleepboten al losgegooid voordat de Friesland had vastgemaakt.

De "Mare Nostrum" voer toen 40 minuten op eigen kracht voordat de "Friesland" weer kon vastmaken.

Door de "Friesland" werd in 1966 15.310 mijl slepend afgelegd.

1967

De reis door de Middellandse Zee had een vlot verloop zodat op 4 januari 1967 het transport in de haven van La Spezia – Italië arriveerde.

Op 6 januari werd het Certificate of Delivery getekend, kortweg het C.O.D.

Uiteindelijke bleek de "Mare Nostrum", CTL (Compleet Total Loss) daar herstel van de bodem vrijwel onmogelijk bleek. De "Mare Nostrum", werd gesloopt in La Spezia - Italië, de sloop begon op 20 januari 1968.

De "Friesland" ging vanuit de haven van La Spezia - Italië onderweg naar Cadiz – Spanje.

In de haven van Cadiz – Spanje werd het Liberiaanse vrachtschip "Georgios P"(1943 – 8.685 Brt.) vast gemaakt voor een sleepreis naar Vlissingen.

Op 21 januari 1967 arriveerde de "Friesland", na een reis rond de wereld, in IJmuiden.

26 januari 1967 vertrok de "Friesland" weer vanuit IJmuiden om koers te zetten naar de Verolmewerf in Rotterdam. Daar werd, voor een 10.060 mijl lange sleepreis, het 2.000 ton metende "Waiame" droogdok (met daarin de bok "Taruna", twee havensleepboten, 10 kubieke meter medicamenten en een Volkswagen), vastgemaakt voor een sleepreis naar Ambon - Indonesië.

Het "Waiame" droogdok maakte deel uit van het materiaal dat werd gezonden naar de nieuwe scheepswerf op Ambon- Indonesië. Het droogdok was gebouwd voor rekening van het departement Perubungan Laut.

Op 28 januari 1967 was het dok sleepklaar en vertrok de "Friesland" met het "Waiame" droogdok op sleeptouw naar Ambon - Indonesië.

Eind februari 1967 passeerde de "Friesland" met het "Waiame" droogdok op sleeptouw het Suez Kanaal.

Eind maart bevond het transport zich ten Zuid Oosten van Sri Lanka.

Op 11 april 1967 was het op Ambon in de Molukken een feestdag, de "Friesland" leverde het "Waiame" droogdok (met daarin de bok "Taruna", twee havensleepboten, 10 kubieke meter medicamenten en een Volkswagen) af voor de nieuw te bouwen werf op het eiland.

De "Friesland" zette na aflevering van het "Waiame" droogdok, op 12 april 1967 koers naar Sydney - Australië.

In de haven van Sydney - Australië werd eind april 1967 de zuiger "HAM. 208" vastgemaakt voor een sleepreis naar Fremantle – Australië. De "HAM. 208" was in 1964 door de "Gelderland" vanuit Rotterdam naar Sydney – Australië gesleept.

Eind april 1967 vertrok de "Friesland" vanuit Sydney - Australië, met de zuiger "HAM. 208" voor een sleepreis naar Fremantle – Australië.

Tijdens deze reis werd een zware storm doorstaan, waardoor het nodig was om de haven van Albany - Australië aan te lopen voor herstelwerkzaamheden aan de "HAM. 208".
 
Op 11 mei 1967 arriveerde de "Friesland" in de haven van Albany - Australië en vertrok weer op 16 mei 1967 na herstel van de schade aan de "HAM. 208".

Op 20 mei 1967 werd de "HAM. 208" in de haven van Fremantle - Australië afgeleverd door de "Friesland".

Vanuit Fremantle – Australië ging de "Friesland" vervolgens onderweg naar Portland - Australië om daar werkzaamheden uit te voeren.

Onderweg naar Portland - Australië werd 100 mijl ten zuiden van Albany - Australië op 25 mei 1967 de Deense tanker "Katrine Maersk"(1961 – 24.527 Brt.) vastgemaakt.

De "Katrine Maersk" had machineschade en is door de "Friesland" naar Albany - Australië gesleept, waar de "Katrine Maersk" op 31 mei 1967 werd afgeleverd.

5 juni 1967 arriveerde de "Friesland" in de haven van Portland - Australië waar de "Friesland" werd ingezet bij het verplaatsen van het booreiland "Sedco 135 E" naar een nieuwe locatie.

Gedurende twee weken in juni 1967 was de "Friesland" vanuit Portland - Australië werkzaam bij het verplaatsen van het booreiland "Sedco 135E".

De Rig-move, waarbij ook de bevoorradings- vaartuigen "Lady Astrid" en "Smit Lloyd 10" waren betrokken, werd op 14, 15 en 16 juni 1967 uitgevoerd.

Nadat het booreiland "Sedco 135E" was afgeleverd op haar nieuwe positie, verrichtte de "Friesland" stations dienst in Bass – Strait - Australië.

Op 26 juni 1967 zette de "Friesland" via Portland - Australië koers naar Colombo - Sri Lanka waar de "Friesland" in de tweede helft van juli 1967 arriveerde.

Na aankomst in Colombo - Sri Lanka verricht de "Friesland" stations dienst.

Op 31 juli 1967 zette de "Friesland" vanuit Colombo – Sri Lanka koers naar de positie 13.55 Noord en 81.20 Oost, ter hoogte van Madras - India, waar de Liberiaanse "Angelina"(1943 – 7.219 Brt.) een explosie in de machinekamer had gemeld.

Op 1 augustus 1967 verliet de bemanning het schip en ging aan boord van het vrachtschip "Golden Phoenix"(1942 – 7.174 Brt.) om in Madras - India aan land gebracht te worden.

De "Friesland" arriveerde op 2 augustus 1967 op de positie, waar de "Angelina" door haar bemanning was verlaten. Drie dagen en nachten lang zocht de "Friesland" bemanning naar de "Angelina". In de nacht van 4 op 5 augustus 1967 werd de "Angelina" gevonden op de positie 15.28 Noord en 85.19 Oost, 200 mijl ten Zuid Oosten van Vizakhapatnam - India.

Op 6 augustus 1967 kon in slecht weer worden vastgemaakt. De "Friesland" ging vervolgens met de "Angelina" op sleeptouw onderweg naar de haven van Madras – India.

De havenautoriteiten van Madras – India weigerden echter de "Friesland" met de "Angelina" de toegang tot de haven.

Waarop de "Friesland" met de "Angelina" koers zette naar Singapore, waar het transport op 17 augustus 1967 arriveerde. De "Angelina" was rijp voor de sloop en is dan ook meteen na aankomst in Singapore gesloopt.

De "Friesland" zette vanuit Singapore koers naar Djeddah - Saudi Arabië. Om daar de Franse boortender "Neptune VI" vastmaken voor de sleepreis rond de Kaap naar Marseille – Frankrijk.

De "Neptune VI" werd eerder door de "Jacob van Heemskerck" vanuit Ras al Khafji - Saudi Arabië naar Marseille – Frankrijk op sleeptouw genomen.

Maar wegens de sluiting van het Suez Kanaal werd de "Neptune VI" door de "Jacob van Heemskerck" in Djeddah - Saudi Arabië afgeleverd in afwachting van wat er verder zou gebeuren na de sluiting van het Suez Kanaal.

Half september 1967 begon de "Friesland" aan de 11.000 mijl lange sleepreis vanuit Djeddah - Saudi Arabië naar Marseille – Frankrijk met de uitgebrande Franse boortender "Neptune VI". De sleepreis werd gemaakt via Djibouti, waar werd gebunkerd en de bemanning werd afgelost.

Half oktober 1967 werd Durban in Zuid-Afrika aangelopen, daar de runners op de "Neptune VI" lekkage hadden geconstateerd en herstelwerkzaamheden in een haven noodzakelijk waren.

Half december 1967 arriveerde de "Friesland" in de haven van Marseille - Frankrijk met de Franse boortender "Neptune VI".

Nadat de boortender "Neptune VI" was afgeleverd in Marseille – Frankrijk ging de "Friesland" in Marseille – Frankrijk stationsdienst verrichten.

Vanuit Marseille – Frankrijk werd door de "Friesland" assistentie aangeboden aan het Griekse vrachtschip "Misr Trader"(1939 – 1.375 Brt.), die in stormweer in de Middellandse Zee om hulp had gevraagd, een tevergeefse reis de "Misr Trader" had geen assistentie nodig.

Door de "Friesland" werd vanuit Marseille – Frankrijk ook koers gezet naar de positie van de Franse coaster "Kharsis"(1967 – 500 Brt.), die in stormweer in de Middellandse Zee om hulp had gevraagd, maar die later geen assistentie meer nodig had.

Ook het Tunesische vrachtschip "Zarzis"(1963 – 2.111 Brt.), vroeg om hulp in de Middellandse Zee. Maar ook de "Zarzis" wist de problemen zelf op te lossen.

Op 16 december 1967 zette de "Friesland" vanuit Marseille – Frankrijk koers naar de positie, ter hoogte van Sabratha op de kust van Libië, van het Italiaanse vrachtschip "Zante"(1952 – 750 Brt.) die was gestrand.

Nadat toestemming van de autoriteiten voor de berging was verkregen, werd het weer zoveel slechter dat de "Zante"(1952 – 750 Brt.) kapseisde en ten onder ging. Van verdere berging moest worden afgezien.

Op 24 december 1967 ging de "Friesland" onderweg naar een positie in de Middellandse Zee, waar een Italiaanse sleepboot een beladen bak de "Ischia" had verloren. De "Ischia" werd op 25 december 1967 gevonden in de Golf van Sidra – Libië. Vastgemaakt en naar Malta gesleept waar het transport op 27 december 1967 aankwam.

Vanuit Malta vertrok de "Friesland" naar Piraeus - Griekenland waar ze eind december 1967 arriveerde.

Door de "Friesland" werd in 1967 27.903 mijl slepend afgelegd.

1968

Begin januari 1968 werd het achterschip van de tanker "Essberger Chemist"(1954 – 12.838 Brt. (Op 2 juni 1967 op 90 mijl ten Zuiden van de Azoren na een explosie in tweeën gebroken) vastgemaakt en op 5 januari 1968 vertrok de "Friesland" met de "Essberger Chemist" op sleeptouw vanuit Piraeus – Griekenland.

Dit voor de sloop bestemde deel moest naar Castellon in Spanje worden gesleept, maar gelet op het gedrag van de sleep in slecht weer tijdens de eerste dagen van de reis, werd besloten de sleep terug te brengen naar Piraeus - Griekenland in afwachting van een periode met gunstiger weer.

Op 17 januari 1968 werd de "Essberger Chemist" weer in de haven van Piraeus - Griekenland, afgemeerd.

Vanuit Piraeus – Griekenland zette de "Friesland", via Catania - Italië, koers naar Malta waar de "Friesland" op station zou gaan.

Op 27 januari 1968 werd door de "Friesland" koers gezet naar de positie van de Spaanse tanker "Bahia Gaditana"(1961 – 20.867 Brt.), die brand in de machinekamer had gemeld en hierdoor lag te drijven. De bemanning van de "Bahia Gaditana" slaagde er in nood-reparaties uit te voeren, waarna de "Friesland" weer koers zette naar Malta.

Eind januari 1968 arriveerde de "Friesland" in de haven van Tripoli - Libië.

Begin februari 1968 werden te Malta enkele voorzieningen aan boord van de "Friesland" getroffen. Op 4 februari 1968 kwam de "Friesland" aan ter hoogte van Zuetina – Libië, de nieuwe oliehaven van Occidental Oil. De "Friesland" zal daar voorlopig werkzaam zijn.

Op 27 februari 1968 werd de eerste tanker, de Nederlandse "Doelwijk"(1963 – 31.051 Brt.), die aardolie kwam laden, met assistentie van de "Friesland" op de boeien afgemeerd op de rede van Zuetina – Libië.

2 maart 1968 vertrok de "Friesland" vanuit Zuetina - Libië, naar de havenplaats Derna - Libië. Waar tijdens een zware storm de Nederlandse Coaster "Anne Herfurth"(1961 – 499 Brt.) van de trossen was geslagen en in de haven aan de grond gelopen. Tijdens deze storm kwam de eerste stuurman om en werden de kapitein en de 2e machinist Vermist.

Ook de "Cycloop" was vanuit Marsa El Brega - Libië, vertrokken naar de haven van Derna - Libië.

De werkzaamheden van de "Friesland" in Zuetina waren veel. De "Friesland" was onder andere bunkerboot, hotel (voor de loodsen), loodsboot, radiostation peilboot en ook nog sleepboot voor het assisteren van de tankers bij het vastmaken op de boeien. Regelmatig ging de "Friesland" naar Malta om te bunkeren en voorraden op te halen.

In aard en omvang nam het werk in Occidental Oil's nieuwe oliehaven Zuetina aan de Noordkust van Libië steeds toe.

Tankschepen werden in de "berths" geholpen om daar de ladingen olie aan boord te laten stromen.
 
Bebakening, meerboeien, leidingen en slangen worden gecontroleerd en onderhouden, het omliggende Zeegebied werd in kaart gebracht.
 
Met dit werk waren de "Friesland", "Sepiola" en "Cornelis Willem" en hun bemanningen belast. De "Friesland" verleende vooral assistentie bij het afmeren van de tankschepen in de twee conventionele berths.

De drie kikvorsmannen van de "Sepiola" en de duiker van de "Friesland" waren op deze plaatsen, waar de tankschepen worden afgemeerd, ook veel werkzaam, wanneer boeien of slangen moeten worden verwisseld.

Daarbij moest vaak op grote diepte — zo'n 25 tot 30 meter — worden gewerkt om de slangen onder water te verwisselen. Soms werden de slangen ook aan dek van de "Sepiola" verwisseld. Daarnaast was de "Sepiola" bemanning veel in actie bij het repareren en onderhoudswerk van de bebakenings-boeien, de mono-boei, de meerboeien, meer-draden, afsluiters en ook het klaren van schroeven van de launches en tankschepen.

1969

7 februari 1969 kapseisde de motorbarkas "Wafia" op de rede van Zuetina de opvarenden kwamen allen in het water terecht. De "Friesland", "Sepiola" en de "Cornelis Willem" starten direct een reddingsactie en slaagden er in om 4 van de 5 opvarenden te redden waaronder de mooring-master van Occidentel Oil. De vijfde opvarende werd ondanks een uitgebreide zoekactie niet gevonden.

Uiteindelijk was de "Friesland" werkzaam in Zuetina – Libië tot begin november 1969, de werkzaamheden in Zuetina – Libië werden toen overgenomen door de "Stentor".

De "Friesland" zette via Malta koers naar Catania - Italië, waar de "Friesland" stations dienst ging verrichten in de Middellandse Zee.

De "Friesland" werd later betrokken bij de werkzaamheden rond het installeren van een overslag-boei en het trekken van een pijpleiding te Ras Lanuf - Libië, en zette begin december 1969 vanuit Ras Lanuf - Libië, koers naar IJmuiden met de ponton "Magnus XI" op sleeptouw.

Op 21 december 1969 verleende de "Friesland" tijdens deze sleepreis hulp aan de coaster "Salvinia"(1959 – 499 Brt.), die vanaf een positie 26 mijl West ten Noorden van Cabo Dagata - Spanje naar Almeria - Spanje, werd gesleept.

De "Salvinia" werd vast gemaakt terwijl de "Friesland" de ponton "Magnus XI" nog op sleeptouw had.

Op 30 december 1969 liep de "Friesland" met de ponton "Magnus XI" binnen in de haven van La Coruna - Spanje, om de ponton "Magnus XI" daar tijdelijk achter te laten en onmiddellijk uit te varen voor de hulpverlening aan de "Dorothea"(1942 – 1.049 Brt.), die 22 mijl van Vigo – Spanje in moeilijkheden verkeerde door machineschade.

In zeer slecht weer werd de "Dorothea" op de 30e december 1969 vastgemaakt en naar de haven van Vigo - Spanje gesleept.

Meteen nadat de "Dorothea" in Vigo - Spanje was afgeleverd zette de "Friesland" koers naar de positie van het Liberiaanse vrachtschip "Mayrose"(1951 – 7.564 Brt.) die assistentie verlangde wegens machine problemen ter hoogte van Coruña - Spanje.

De "Friesland" escorteerde de "Mayrose" naar Coruña - Spanje.

1970

In de haven van Coruña – Spanje werd de ponton "Magnus XI" weer werd vastgemaakt en de sleepreis naar IJmuiden werd door de "Friesland" vervolgd.

Met de ponton "Magnus XI" op sleeptouw arriveerde de "Friesland" half januari 1970 vanuit Libië in de thuishaven IJmuiden.

Na aankomst werd de "Friesland" verhaald naar Amsterdam om daar bij de A.D.M, in Amsterdam, verbouwd en versterkt te worden.

Begin februari 1970 koos de, nu van een straalbuis rond de verstelbare schroef voorziene, "Friesland" weer zee voor een proefvaart en trek-proeven. De op 4200 Ipk gebrachte "Friesland" ging vervolgens naar Penzance – Landsend - Engeland voor stations dienst.

Vanuit Penzance – Landsend - Engeland vertrok de "Friesland" op 12 februari 1970 naar de positie van het Poolse koelschip "Czestochowa"(1967 – 5.521 Brt.) dat na het breken van de sleepdraad van de Poolse sleepboot "Jantar"(1958) ter hoogte van Quessant - Frankrijk in nood verkeerde.

Terwijl de "Friesland" onderweg was naar de positie van de "Czestochowa" werd van het Engelse vrachtschip "Rio Cobre"(1945 – 6.795 Brt.) een S.O.S. Ontvangen.

Toen het bericht kwam dat de "Jantar" de "Czestochowa" weer had weten vast te maken, wijzigde de "Friesland" haar koers naar de positie van het Engelse vrachtschip "Rio Cobre" die op 13 februari 1970 werd bereikt.

Op 13 februari 1970 werd het Engelse vrachtschip "Rio Cobre" vastgemaakt en achterwaarts naar Falmouth - Engeland gesleept. Dit omdat van de "Rio Cobre" de luiken van ruim 1 waren ingeslagen en het schip, doordat ruim 1 was volgelopen, kopzwaar was zelfs zo kopzwaar dat beide schroeven boven water uit kwamen.

Op 18 februari 1970 arriveerde de "Friesland" met de met kunstmest geladen "Rio Cobre" op de rede van Falmouth - Engeland.

20 februari 1970 werd de "Rio Cobre" in de haven van Falmouth - Engeland, afgeleverd, nadat door de bemanning van de "Friesland" ruim 1 was leeggepompt.

Op 21 februari 1970 vertrok de "Friesland" vanuit Falmouth - Engeland naar de positie van de Zweedse coaster "Nordanhav"(1960 – 499 Brt.).

Die door de bemanning werd verlaten toen zware slagzij ontstond door het overgaan van de lading graan, 35 mijl ten Noorden van de Scilly-eilanden.

De "Nordanhav" werd door de "Friesland" vastgemaakt nadat er met behulp van helikopters 3 bemanningsleden (stuurman W. Fossen, matroos C. Huizinga en matroos K.P. Hops) van de "Friesland" waren overgebracht naar de "Nordanhav".

Nadat de "Friesland" vaststond werden de bemanningsleden weer door een helikopter aan boord van de "Friesland" gebracht. Op 22 februari 1970 werd de "Nordanhav" in de haven van Penzance – Landsend - Engeland afgeleverd.

Direct na aflevering van de "Nordanhav" vertrok de "Friesland" weer naar zee, nu naar de positie van de Ierse coaster "Oranmore"(1962 - 472 Brt.) nabij bij Valentia op de Ierse westkust.

De "Oranmore" was eveneens door de bemanning verlaten en strandde in de Ballyheige Bay bij Valentia – Ierland, voordat door de "Friesland" kon worden vastgemaakt. Door het slechte weer werd een poging om de "Oranmore" vlot te brengen uitgesteld.

Inmiddels werd er contact gemaakt met de Deense coaster "Costas"(1965 - 299 Brt.), die op 25 februari 1970 in moeilijkheden geraakte door machineschade, 40 mijl van de "Oranmore". De "Costas" werd door de "Friesland" vast gemaakt en naar Galway - Ierland, versleept. Waar de "Friesland" op 26 februari 1970 arriveerde.

Na aflevering van de "Costas" in de haven van Galway - Ierland, zette de "Friesland" weer koers naar de positie van de "Oranmore" en na aankomst werd de berging van de "Oranmore" ter hand genomen.

Ook deze berging slaagde en 5 maart 1970 kon de "Oranmore" in Cork - Ierland bij de werf van Verolme worden afgeleverd.

Op 10 maart 1970 vertrok de "Friesland" vanuit Cork - Ierland, naar naar Baltimore – Maryland - Verenigde Staten.

onderweg naar Baltimore – Maryland - Verenigde Staten, ontmoete op 15 maart 1970 de "Friesland" de "Jacob van Heemskerck" die op ongeveer 600 mijl zuidwest van de Azoren de Britse bulkcarrier "Cluden"(1965 – 22.341 Brt.) had vastgemaakt met schade aan roer en schroef. En gaf bunkers en proviand over aan de "Jacob van Heemskerck".

Eind maart vertrok de "Friesland" vanuit Baltimore – Maryland - Verenigde Staten met de Amerikaanse erts carrier "Santore"(1948 - 14.408 Brt.) op sleeptouw naar de sloopwerf in Santander - Spanje.

Nadat de Amerikaanse erts carrier "Santore" door de "Friesland" was afgeleverd in de haven van Santander - Spanje, werd koers gezet naar IJmuiden voor aflossing van de bemanning.

Nadat de bemanning was afgelost werd de zuiger "Wiron" vanuit IJmuiden naar de Oosterschelde versleept.

Hierna was de "Friesland" betrokken bij het verplaatsen van een booreiland op de Noordzee naar een nieuwe locatie.

22 mei 1970 arriveerde de "Friesland" op de Nieuwe Waterweg waar de "Friesland" de ponton "H. 101" moest vastmaken.

Op 23 mei 1970 vertrok de "Friesland" vanuit de Nieuwe Waterweg met de ponton "H. 101", beladen met een boortoren, op sleeptouw naar Trinidad.

Gedurende de maand juli 1970 was de "Friesland" werkzaam bij de installatie van de boortoren, die ze had aangevoerd met de bak "H. 101" van "Heerma Engineering", nabij Trinidad.

Half augustus 1970 werd de terugreis vanuit Trinidad naar Rotterdam aanvaard met de ponton "H. 101" op sleeptouw.

Een week later werd de sleep aan de "Utrecht" overgegeven en zette de "Friesland" koers naar Norfolk - Verenigde Staten voor het ophalen van twee schepen uit de z.g. Mottenballen vloot, de tanker "Salamonie"(1941 – 12.175 Brt.) en de Liberty "Georgetown"(1945 – 7.176 Brt.) met bestemming een sloperij in Spanje.

Op 30 augustus 1970 vertrok de "Friesland" vanuit Norfolk - Verenigde Staten met de de tanker "Salamonie" en de Liberty "Georgetown" op sleeptouw naar Villa Nueva bij Barcelona - Spanje.

13 oktober 1970 arriveerde de "Friesland" met haar sleep de "Salamonie" en "Georgetown" vanuit James River – Norfolk - Verenigde Staten op de rede van Villa Nueva nabij Barcelona – Spanje.

Na aflevering van haar sleep vertrok de "Friesland" naar Marseille - Frankrijk, waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Vanuit Marseille – Frankrijk vertrok de "Friesland" naar New York - Verenigde Staten.

In november/december 1970 versleepte de "Friesland" twee Liberty schepen de "James W.Johnson"(1943 – 7.207 Brt.) en de "Prince L.Campbell"(1943 – 7.176 Brt.) vanuit New York – Verenigde Staten naar Gandia - Spanje. Gedurende deze reis werd een periode van zeer slecht weer ondervonden met windkracht 10, maar half december 1970 konden beide sloop-schepen worden afgeleverd in de haven van Gandia - Spanje.

"Friesland" zette nadat de beide Liberty's waren afgeleverd koers naar Marseille, Frankrijk, waar een deel van de bemanning werd afgelost.

Vanuit Marseille, Frankrijk, zette de "Friesland" koers naar Gibraltar en vervolgens werd er koers gezet naar Aruba.

In 1970 werd door de "Friesland" in totaal 18.255 mijl slepend afgelegd.

1971

Begin januari 1971 was de "Friesland" onderweg vanuit de Middellandse Zee naar Aruba.

In de eerste week van januari 1971 werd op de Atlantische Oceaan de Liberty "Terry E.Stephenson"(1944 – 7.216 Brt.) vastgemaakt.

De "Terry E.Stephenson" werd gesleept door de "Cycloop" die na het breken van de sleeptros deze tros in de schroef had gekregen.

De "Cycloop" werd door de "Groningen" naar de Bermuda's gesleept, waar de tros uit de schroef werd verwijdert. Op 8 januari 1971 nam de "Cycloop" de Liberty "Terry E. Stephenson" weer over van de "Friesland" voor verder transport naar de sloopwerf in Spanje.

De "Friesland" vervolgde haar reis naar Aruba om daar na aankomst de tanker "Georgian Valour"(1953 – 11.243 Brt.) vast te maken met bestemming Sunderland - Engeland.

26 februari 1971 werd de tanker "Georgian Valour" in het Engels Kanaal overgegeven aan de "Utrecht" en de "Friesland" zette koers naar IJmuiden waar ze op 27 februari 1971 arriveerde.

Vanuit IJmuiden vertrok de "Friesland" dezelfde dag nog naar Schiedam waar de zuiger "HAM 210" werd vastgemaakt met bestemming Quenquen - Argentinië.

27 februari 1971 vertrok de "Friesland" vanuit Schiedam met zuiger "HAM 210" eerst naar Nouadhibou - Mauritanië, waar de "HAM 210" enige weken werkzaamheden zou gaan verrichten.

Nadat de werkzaamheden door de "HAM 210" in maart 1971 gereed waren, werd door de "Friesland" met de "HAM 210" op sleeptouw koers gezet naar de eindbestemming Quenquen - Argentinië.

15 mei werd er onderweg naar Quenquen - Argentinië, nog een runner van de "HAM 210" gehaald met een ontsteking in zijn voet.

18 mei 1971 leverde de "Friesland" de "HAM 210" af in de haven van Quenquen - Argentinië.

De "Friesland" vertrok na het afleveren van de "HAM 210" vanuit Quenquen - Argentinië naar Port of Spain - Trinidad om stations dienst te gaan verrichten.

Half juni 1971 versleepte de "Friesland" de baggermolen "Chimera" een derrick Barge en een Fuel Barge vanuit St. Lucia naar Kinston – Jamaica

Op 1 juli 1971 strandde de kraanbak "Ingram Offshore DB6"(9.000 Ton.) nabij Port of Spain - Trinidad. Op 8 juli 1971 lukt het de "Friesland" om de "Ingram Offshore DB6" weer vlot te brengen.

Op 9 juli 1971 strandde de Griekse bulkcarrier "Capetan Costis I"(1968 – 15.355 Brt.)op de Orinoco rivier in Venezuela.

De "Friesland" werd samen met een lokaal bergingsbedrijf ingezet bij de berging van de gestrande Grieks Bulkcarrier "Capetan Cortis I", op 23 juli 1971 slaagden de "Friesland" en de sleepboot "Anita H." er in de "Capetan Cortis I" vlot te brengen.

Nadat de "Capetan Cortis I" was vlot gebracht verricht de "Friesland" weer stations dienst in het Caraïbische gebied.

Op 31 augustus 1971 strandde de kraanbak "Ingram Offshore DB6"(9.000 Ton.) wederom (zie 1 juli 1971) nabij Port of Spain - Trinidad.

Op 4 september 1971 verzocht het Liberiaanse vrachtschip "Savonette"(1960 – 2.662 Brt.) na een explosie en een daarop volgende brand in de machinekamer om assistentie en werd door de bemanning verlaten op de positie 11.13 Noord en 62.19 West. De "Friesland" slaagde er in de brand aan boord van de "Savonette" te blussen en maakte de "Savonette" vast.

Op 5 september 1971 arriveerde de "Friesland" met de "Savonette" op sleeptouw in de haven van Port of Spain - Trinidad. De "Savonette" was C.T.L. En is later verbouwd tot een ponton.

De "Friesland" en de "Groningen", die op 20 september 1971 arriveerden bij de strandings plaats van de kraanbak "Ingram Offshore DB6", slagen er na heel veel werk en moeite op 6 oktober 1971 in de "Ingram Offshore DB6" weer vlot te brengen en naar de haven van Port of Spain te slepen waar ze bezig gaan om de kraanbak weer zeewaardig te krijgen.

Nadat het contract voor de berging van de "Ingram Offshore DB6" was getekend door de eigenaren, versleepten de "Friesland" en de "Groningen" de "Ingram Offshore DB6" vanuit Port of Spain - Trinidad, via Kingston – Jamaica naar Orange - Verenigde Staten waar de "Ingram Offshore DB6" op 5 november 1971 werd afgeleverd.

Vanuit Orange - Verenigde Staten vertrok de "Friesland" nadat de "Ingram Offshore DB6" was afgeleverd weer naar zee waar ze weer stations dienst verrichtte.

Op 24 november 1971 strandde het Liberiaanse vrachtschip "St.Helen"(1956 – 2.285 Brt.) bij de Chincorro Bank 18.39 Noord 87.16 West.

De "Friesland" slaagde er in om op 3 december 1971 de "St.Helen" vlot te brengen en leverde de "St.Helen" op 7 december 1971 af in de haven van New Orleans - Verenigde Staten.

Nadat de "Friesland" de "St.Helen" op 7 december 1971 had afgeleverd in de haven van New Orleans – Verenigde Staten zet de "Friesland" koers naar Port Arthur – Texas - Verenigde Staten.
 
18 december 1971 vertrokken de "Friesland" en de "Jacob van Heemskerck" vanuit Port Arthur - Verenigde Staten met het booreiland "Stromdrill" op sleeptouw naar Nigeria.

1972

Op 7 januari 1972 gaf de "Friesland" haar bunkers over aan de "Jacob van Heemskerck" en gaat zelf naar Freeport – Bahama's om te bunkeren.
Op 13 januari 1971 maakt de "Friesland" weer vast op de "Stormdrill".

12 februari 1972 werd de "Friesland" afgelost door de "Utrecht" bij het slepen van de "Stormdrill". En zette de "Friesland" koers naar Sao Vincente op de Kaapverdische Eilanden waar de "Friesland" op 16 februari 1972 arriveerde.

Nadat de "Friesland" had gebunkerd op Sao Vincente, Kaapverdische Eilanden, werd meteen dezelfde dag weer koers gezet naar de positie van de "Stormdrill".

19 februari arriveerde de "Friesland" bij de "Jacob van Heemskerck" en gaf bunkers en proviand over aan de "Jacob van Heemskerck".

Nadat de "Friesland" de "Jacob van Heemskerck" had bevoorraad zette de "Friesland" koers naar Las Palmas - Canarische Eilanden waar de "Friesland" op 23 februari 1972 arriveerde.

Vanuit Las Palmas - Canarische Eilanden, vertrok de "Friesland" op 25 februari 1972 naar de positie 31.12 Noord en 37.10 West waar de Liberiaanse tanker "Golden Drake"(1950 – 16.389 Brt.) zou liggen, die op 28 januari 1972 na een explosie in de machinekamer in brand stond en door de bemanning was verlaten.

Op maandag 28 februari kwam van Bureau Wijsmuller bericht dat, wanneer de "Golden Drake" was gevonden, ze moest worden afgezonken.

De "Golden Drake" was zonder bemanning in een lekkende toestand op drift geraakt en dreef sinds 15 februari 1972 rond.

Op dinsdag 29 februari werd de positie van de "Golden Drake" geschat op 31.17 N - 37.17 W.

Aangenomen werd dat de "Golden Drake" in een westelijke richting dreef.
De "Friesland" zocht het gebied in verschillende slagen af, tevens was aan andere schepen gevraagd scherp uit te zien. Om 14.20 uur kwam er een bericht binnen van de Japanse bulkcarrier "Spruce"(1968 - 9.292 Brt.) die waarschijnlijk de "Golden Drake" had ontdekt.

Om 14.50 uur meldde de "Spruce" dat het inderdaad de "Golden Drake" was en dat ze zich in positie 30.43 N – 38.27 W bevond.

De "Friesland" arriveerde om 21.00 uur bij de "Golden Drake".

Besloten werd om het daglicht af te wachten om dan een inspectie aan boord van de "Golden Drake" uit te voeren.

Op l maart om 07.00 uur voer de rubberboot van de "Friesland" naar de "Golden Drake", de motorsloep van de "Friesland" werd voor de zekerheid gereed gehouden.

Om 08.35 uur was de rubberboot bij de "Friesland" terug.

Het volgende rapport was opgemaakt, de "Golden Drake" lag praktisch horizontaal, luisterde niet, maakte water op het voorschip, machinekamer vol water evenals de opslagruimtes onder de waterlijn.

Een explosie had zich voorgedaan in de bunkertanks of in de voor pompkamer.

Een deel van het bakdek was weggeslagen, het waterdichte schot tussen de voor bunkertanks en tank 1 was gekraakt, en er was zichtbare lekkage in de bakboord tank en stuurboord tank 2.

Er stond water in de achterste pompkamer, dit was acceptabel maar de pompkamer zat wel vol gas.

Voorgesteld werd om de tanker te laten zinken door het openen van de lege tanks, te weten tank 4, tank 5a, tank 7a en de lege bunker-tanks achter tank 8.

Dan de klepdeksels van de opgegeven tanks, vervolgens de deksels van de
opslagruimtes van tank 4 en center-tank 5. Het openen van alle deuren en de patrijspoorten van de bovenbouw.

Het was ook mogelijk om de lege tanks te ballasten, maar het werk in de pompkamer moest dan met luchtmaskers worden uitgevoerd.

Een proef met de stuurboord tanks 5 en 8 werd genomen, daarop wachtte de Friesland op verdere instructies.

Om 12.05 uur vertrok de rubberboot wederom naar de "Golden Drake", nadat Wijsmuller bericht had gegeven dat de "Golden Drake" onmiddellijk moest worden afgezonken.

Het plan voor het afzinken dat de Friesland had voorgesteld werd uitgevoerd.
Aan het achterschip werd een boei met 220 meter lijn bevestigd.

Om 13.05 uur keerde de rubberboot terug naar de Friesland.

Het weer was goed, de wind Zuid Oost met 2 tot 3 Beaufort, de zee had een lichte deining.

De "Golden Drake" zakte geleidelijk naar beneden, 5 graden overhellend naar bakboord.

Om 19.30 uur werd met het Suez licht duidelijk dat de "Golden Drake" sneller zakte en dat de slagzij 10 tot 15 graden bedroeg. Spoedig daarna verdween het voorschip onder water, helde bijna geheel over naar bakboord en zonk om 19.44 uur in positie 31.02 N - 38.34.5 W.

De Friesland bleef stand-by tot het daglicht. Op 2 maart om 06.00 uur dreef er wat wrakhout en olie rond, er kwam geen olie naar boven.

Nadat de "Golden Drake" tot zinken was gebracht zette de "Friesland" koers naar IJmuiden waar ze begin maart 1972 arriveerde.

Vanaf 8 maart 1972 werd het zelf-varend booreiland "Offshore Mercury"(1969 – 5.519 Brt.) door de "Friesland" geëscorteerd naar Vigo - Spanje.

Nadat de "Offshore Mercury" op 10 maart was gearriveerd in de haven van Vigo - Spanje, zette de "Friesland" weer koers naar IJmuiden waar ze op 14 maart 1972 arriveerde.

Nog dezelfde dag 14 maart 1972 vertrok de "Friesland" vanuit IJmuiden met een casco op sleeptouw naar Vlaardingen.

Nadat de "Friesland" op 15 maart 1972 haar sleep had afgeleverd in Vlaardingen keert de "Friesland" weer terug naar IJmuiden.

4 april 1972 vertrok de "Friesland" vanuit IJmuiden naar Angra Dos Reis - Brazilië, (60 mijl Zuid van Rio de Janeiro – Brazilië) met een zuiger op sleeptouw.

Vanwege het slechte weer werd op 6 april 1972 de haven van Falmouth – Engeland binnen gelopen om te schuilen. Het weer was zo slecht dat een sloep van de "Friesland" was losgeslagen.

In Falmouth – Engeland verricht de "Friesland" stations dienst in afwachting van beter weer.

15 april 1972 werd de sleepreis met de zuiger vanuit Falmouth – Engeland naar Angra Dos Reis – Brazilië weer voortgezet.

De "Friesland" arriveerde op 28 april 1972 op de Kaap Verdische eilanden voor bunkers en proviand en vertrok op 29 april weer vanuit de Kaap Verdische eilanden naar Angra Dos Reis - Brazilië.

De "Friesland" arriveerde op 16 mei 1972 in de haven van Angra Dos Reis – Brazilië waar de zuiger werd overgenomen door een plaatselijke sleepboot.
In afwachting van orders verricht de "Friesland" stations dienst.

19 mei 1972 vertrok de "Friesland", stations gewijs, vanuit Angra Dos Reis – Brazilië richting Recife - Brazilië.

Op 25 mei 1972 kreeg de "Friesland" opdracht om op volle kracht koers te zetten naar Trinidad.

Te Port of Spain - Trinidad, werd door de "Friesland" gebunkerd en ging de "Friesland" op station.

Tot 20 juni 1972 verricht de "Friesland" stations dienst, toen kreeg de "Friesland" orders om koers te zetten naar Quequen - Argentinië om een sleep met bestemming Rotterdam op te halen.

Onderweg naar Quequen – Argentinië kreeg de "Friesland" op 22 juni 1972 opdracht om koers te zetten naar de positie van de Liberiaanse tanker "Aquario"(1956 – 10.394 Brt.).

Op 26 juni 1972 maakte de "Friesland" op de positie 17.06 Noord en 71.01 West in de Caraïbische zee ten Oosten van Jamaica de "Aquario" vast, die wegens machine schade lag te drijven.

De "Aquario" moest worden afgeleverd in Curaçao, waar de "Friesland" met de "Aquario" op sleeptouw op 30 juni 1972 arriveerde.

Na aflevering van de tanker "Aquario" bij de Shell terminal van Curaçao werd door de "Friesland" weer koers gezet naar Quequen - Argentinië.

Onderweg naar Quenquen - Argentinië, kreeg de "Friesland" op 14 juli 1972 opdracht om koers te zetten naar Montevideo - Uruguay, voor bunkers.

Op 15 juli 1972 brak er om 1.00 uur een felle brand uit in de machinekamer van de "Friesland". Bekabeling smolt en de meterkasten branden geheel uit.

Met veel moeite zag de bemanning van de "Friesland" kans om weer 1 motor aan de gang te krijgen en werd koers gezet naar Montevideo - Uruguay.

Op 17 juli 1972 kreeg de "Friesland" opdracht om koers te zetten naar Angra dos Reis – Brazilië. Voor herstel van de schade op de Verolme werf van Angra dos Reis - Brazilië.

19 juli 1972 arriveerde de "Friesland" bij de werf van Angra dos Reis - Brazilië, waar onmiddellijk werd gestart met herstel werkzaamheden. Er werd 24 uur per dag gewerkt en op 22 juli was de "Friesland" gerepareerd en werd weer koers gezet naar Montevideo - Uruguay.

Op 25 juli arriveerde de "Friesland" in Montevideo - Uruguay, voor bunkers en proviand waarna de "Friesland" koers zette naar Quequen - Argentinië, waar de "Friesland" op 28 juli 1972 arriveerde.

Na het vastmaken van de zuiger "HAM 210" vertrok de "Friesland" op 29 juli vanuit Quequen – Argentinië naar Rotterdam.

30 augustus 1972 arriveerde de "Friesland" met de "HAM 210" op sleeptouw in de haven van Dakar - Senegal voor bunkers en aflossing van de bemanning.

Vanuit Dakar – Senegal vertrok de "Friesland" op 3 september 1972 met de "HAM 210" op sleeptouw naar Nouadhibou - Mauritanië, voor contractwerk tot omstreeks eind oktober.

3 november 1972 vertrok de "Friesland" vanuit Nouadhibou - Mauritanië met de "HAM 210" op sleeptouw naar Rotterdam.

Omstreeks 25 november 1972 arriveerde de "Friesland" vanuit Nouadhibou - Mauritanië, met de "HAM 210" op sleeptouw in Rotterdam.

De "Friesland" maakte in de haven van Lerwick - Engeland de zuiger "Foremost Adventure" vast, die op 20 november 1972 door de "Krab" was vlot gebracht, en op 24 november door de "Cycloop" naar Lerwick - Engeland was gesleept.

Eind november 1972 versleepte de "Friesland" de zuiger "Formost Adventure" vanuit Lerwick - Shetland Eilanden – Engeland naar Newcastle - Engeland.

1973

Begin 1973 werd door de "Friesland" de kraanbak "W.D.Challenger"(1970 – 1.440 Brt.) versleept vanuit Southampton - Engeland naar Newcastle - Engeland.

Na aflevering van de "W.D.Challenger" in de haven van Newcastle - Engeland, verrichte de "Friesland" stations dienst in het Engels Kanaal.

17 januari 1973 nam de "Friesland" het vracht-passagiersschip "Republica de Columbia"(1964 – 11.656 Brt.) over van de "Groningen" die de "Republica de Columbia" had versleept vanuit Norfolk - Verenigde Staten.

Het vracht-passagiersschip "Republica de Colombia"(1964 – 11.656 Brt.) werd van de "Groningen" overgenomen op de Atlantische Oceaan, ten Westen van Engeland, en door de "Friesland" verder naar Hamburg - Duitsland versleept.

Na aflevering van de "Republica de Colombia" op 27 januari 1973 in de haven van Hamburg - Duitsland vertrok de "Friesland" naar Newcastle - Engeland, om de kraanbak "W.D.Challenger" weer vast te maken voor een sleepreis naar Southampton - Engeland.

Na aflevering van de "W.D.Challenger" in de haven van Southampton – Engeland, versleepte de "Friesland" de zware-lading ponton "Tak 9" vanuit Lyme Bay – Engeland naar Rotterdam.

8 februari 1973 vertrok de "Friesland" vanuit IJmuiden naar Schiedam voor een werf beurt bij de H.V.O. in Schiedam.

Na survey bij de H.V.O. te Schiedam vertrok de "Friesland" vanuit Schiedam op 17 februari 1973 weer naar zee.

De bulkcarrier "Adriatic Sea"(1964 – 17.238 Brt.), die op 17 januari 1973 strandde in de buurt van Casablanca - Marokko en door de "Krab" op 8 maart 1973 weer vlot was gebracht - werd door de "Friesland" vanuit de haven van Casablanca - Marokko versleept naar een reparatie werf in Cadiz – Spanje.

Waar de "Friesland" met de "Adriatic Sea" op sleeptouw op 15 maart 1973 arriveerde.

Hierna werd de Engelse ertstanker "Naess Trader"(1957 – 6.853 Brt.) door de "Friesland" vanuit Falmouth - Engeland versleept naar Jacksonville - Verenigde Staten.

Vanuit Colón - Panama versleepte de "Friesland" de zuiger "Georgia" en 2 bakken naar Port Everglades - Verenigde Staten.

Na aflevering van de zuiger "Georgia" in Port Everglades - Verenigde Staten zette de "Friesland" weer koers naar Colón – Panama. Waar een kraanbak een tanklichter en een ponton worden vastgemaakt, wederom met bestemming Port Everglades - Verenigde Staten.

In de haven van Boston - Verenigde Staten, werd door de "Friesland" het vrachtschip "Kimolos"(1964 – 7.891 Brt. Ex Geestpoort) vastgemaakt voor een sleepreis naar Vlissingen. Waar de "Kimolos" op 30 juni 1973 werd afgeleverd.

Vanuit Vlissingen zette de "Friesland" weer koers naar New Orleans – Verenigde Staten om daar een booreiland vast te maken voor een ruim 12.000 mijl lange sleepreis.

30 juli 1973 vertrok de "Friesland" vanuit de haven van New Orleans - Verenigde Staten naar Singapore met het booreiland "Bali Dolphin" op sleeptouw.

De "Friesland" arriveerde met het booreiland "Bali Dolphin" op sleeptouw na een reis van 12.621 mijl via het Panama Kanaal op 16 december 1973 in Singapore.

1974

Maart/april 1974 was de "Friesland" bezig met het vlot brengen van de Griekse tanker "Evaggelos Th"(1951 – 15.800 Brt.) die nabij Suez – Egypte, in de nacht van 25 op 26 juni 1969 wegens lekkage op 5 mijl ten Zuiden van Ras Sadat - Egypte, aan de grond was gezet.

Op 4 april wist de "Friesland" de "Evaggelos Th" vlot te brengen en versleepte deze dan vanuit Suez - Egypte naar Karachi - Pakistan.

Op 6 mei 1974 vertrok de "Friesland" weer met de "Evaggelos Th" op sleeptouw vanuit Karachi – Pakistan naar Gadani Beach – Pakistan waar de "Evaggelos Th" op 7 mei 1974 weer op het stand werd gezet, ditmaal voor de sloop.

Vanuit Safaga – Egypte versleepte de "Friesland" het Engelse vrachtschip "Maldive Transport"(1952 – 4.907 Brt.) naar Karachi – Pakistan.

Aan boord van de "Maldive Transport" was, in de positie 25.40 Noord en 35.35 Oost, op 29 april 1972 brand uitgebroken. Pas na 45 dagen was de brand uitgewoed.

Met een Noord Wester wind waren daarna de ankers gaan krabben en was de "Maldive Transport" gestrand op 5 mijl ten Zuiden van Safaga – Egypte.

Het transport arriveerde op 25 april 1974 in de haven van Karachi – Pakistan.

Na aflevering van de "Maldive Transport" verricht de "Friesland" ter hoogte van Karachi – Pakistan stations dienst.
 
Op 11 mei 1974 vertrok de "Friesland" vanaf haar station nabij Karachi - Pakistan naar R'as al Hadd - Oman om reserve onderdelen/materiaal af te leveren bij de "Groningen".

Op 13 mei 1974 arriveerde de "Friesland" bij de positie van de "Groningen" nabij Ras al Hadd - Oman.

Na afleveren van de reserve onderdelen/materiaal aan de "Groningen" zette de "Friesland" op 13 mei meteen koers naar Djibouti.

Onderweg naar Djibouti zette de "Friesland" nog koers naar de positie van de Italiaanse tanker "Luigi Esse"(1972 – 70.567 Brt.), maar de "Luigi Esse" had later geen assistentie meer nodig.

Op 19 mei 1974 arriveerde de "Friesland" in de haven van Djibouti.

20 mei 1974 vertrok de "Friesland" vanuit Djibouti naar Port Vitoria – Mahe – Seychellen, waar de "Friesland" op 28 mei 1974 arriveerde.

Na aankomst in de haven van Port Vitoria – Mahe – Seychellen ging de "Friesland" stations dienst verrichten.

19 juni 1974 vertrok de "Friesland" vanuit Port Vitoria – Mahe - Seychellen naar Mozambique.

Op 23 juni 1973 was de "Friesland", op de positie 15.56 Zuid en 44.23 Oost in de straat van Mozambique, om de bergingskansen te bekijken van het booreiland "Gattosalvatico", het booreiland was echter een C.T.L.

Na inspectie van het booreiland "Gattosalvatico" zette de "Friesland" koers naar Durban - Zuid Afrika.

Op 29 juni 1974 maakte de "Friesland" het Zuid Afrikaanse vrachtschip "Voorspeler"(1965 – 1.338 Brt.) met machineschade vast op 7 mijl ten Zuiden van Durban - Zuid Afrika en bracht deze nog dezelfde dag binnen in de haven van Durban - Zuid Afrika.

Vanaf 4 juli 1974 was de "Friesland" op station in de de Straat van Mozambique, in afwachting van een mogelijk berging.

Op 8 juli had de "Friesland" een rendez-vous met de "Noord Holland" in de straat van Mozambique. Waarna de "Friesland" weer koers zette naar Durban - Zuid Afrika.

24 juli 1974 bood de "Friesland" assistentie aan de op 22 juli 1974 nabij Cape Agulhas - Zuid Afrika gestrande bulkcarrier "Oriental Pioneer"(1966 – 35.746 Brt.), de "Friesland" bleef tot 6 augustus 1974 stand-by maar de "Oriental Pioneer" weigert assistentie.

De "Oriental Pioneer" is uiteindelijk nooit meer los gekomen van Cape Agulhas - Zuid Afrika.

7 augustus 1974 arriveerde de "Friesland" in de haven van Kaapstad - Zuid Afrika.

Vanaf 12 augustus 1974 tot 14 augustus 1974 verrichte de "Friesland" stand-by diensten bij de Noorse tanker "Kong Haakon VII"(1969 - 109.422 Brt.) in de baai van Kaapstad.

Op 14 augustus 1974 brak er brand uit in de machinekamer van de Liberiaanse tanker "World Princess"(1970 - 104.911 Brt.).

De "World Princess" bevond zich op 6 mijl ten Westen van Greenpoint (bij Kaapstad). Vanuit Kaapstad werden een aantal brandweerlieden met uitrusting per helikopter naar de "World Princess" gebracht. En deze wisten in korte tijd de brand te blussen met behulp van stikstof.

De stuurloze "World Princess" werd door de "Friesland" op 15 augustus 1974 vast gemaakt en naar een ankerplaats gesleept.

Tot 8 oktober 1974 bleef de "Friesland" stand-by, op basis van een huurbedrag per dag, bij de "World Princess" terwijl aan boord reparaties plaats vonden.

Na afloop van de reparaties aan boord van de "World Princess", op 8 oktober 1974, vertrok de "Friesland" vanuit Kaapstad - Zuid Afrika naar Durban - Zuid Afrika waar de "Friesland" op 14 oktober 1974 arriveerde.

De Liberiaanse tanker "Tekton"(1955 – 15.983 Brt.) onderweg vanuit Falmouth - Engeland naar Bandar Abbas - Iran kwam tijdens dichte mist op 10 oktober 1974 in aanvaring met de Noorse bulkcarrier "Obo Queen"(1971 – 54.761 Brt.) op 9 mijl ten zuiden van Cape St. Francis nabij Port Elizabeth - Zuid Afrika.

Beide schepen stonden meteen in brand, de "Tekton" werd door de bemanning (41 man) verlaten en deze werden opgepikt door een coaster.

De bemanning van de "Obo Queen" wist zelf de brand te blussen en zette koers naar Port Elizabeth - Zuid Afrika met zware schade aan haar boeg.

De "Tekton" werd door vissersschepen naar de rede van Port Elizabeth - Zuid Afrika gesleept waar de "Friesland" op 15 oktober 1974 de "Tekton" vastmaakte.

Vanuit de rede van Port Elizabeth - Zuid Afrika zette de "Friesland" daarop met de "Tekton" op sleeptouw koers naar Durban - Zuid Afrika.

Tijdens deze sleepreis brak de "Tekton" in tweeën.
Het achterschip zonk op 9 november 1974 op de positie 31.13 Zuid en 31.35 Oost. Het voorschip zonk op 11 november 1974 op de positie 31.43 Zuid en 30.28 Oost.

Vanaf de positie van het voorschip van de "Tekton", 31.43 Zuid en 30.28 Oost, zette de "Friesland" koers naar Durban - Zuid Afrika waar de "Friesland" op 12 november 1974 arriveerde.

De "Friesland" maakte in november 1974 in de haven van Durban - Zuid Afrika het vrachtschip "Spring Flower"(1958 – 11.021 Brt.), die een gebroken krukas had, vast een sleepreis naar Hamburg - Duitsland voor herstel.

1975

Na het afleveren van de "Spring Flower"(1958 – 11.021 Brt.) op 27 januari 1975 in de haven van Hamburg - Duitsland zette de "Friesland" vanuit de haven van Hamburg - Duitsland koers naar IJmuiden.

Door problemen met de motoren, werd slechts op 1 motor gevaren vanuit Hamburg – Duitsland naar IJmuiden, ter hoogte van Egmond weigerde ook deze motor vrijwel alle diensten.

Vanuit IJmuiden kwam de "Cycloop" naar buiten om de "Friesland" te escorteren.

Maar voor de bemanning van de "Friesland" was het 'humor' dat de "Cycloop" zelf weer snel naar binnen moest wegens lekkage in de stuurmachine kamer. De hoofd galand van de roerkoning was lek.

De "Friesland" slaagde er nog in om op eigen kracht op 29 januari 1975 in IJmuiden voor de steiger te komen.

De "Friesland" werd februari 1975 vanuit IJmuiden naar de scheepswerf van Boelier in Dordrecht gesleept en daar werden de beide Werkspoor hoofdmotoren vervangen door 2 X 6 cylinder 4-tact enkelwerkende MAK dieselmotoren type 6M452AK.

Ook werd de "Friesland" omgebouwd om te kunnen draaien op zware olie. Dit was een flinke ingreep daar er in de tanks de olie verwarmd moet kunnen worden.
 
Met de twee M.A.K. motoren kwam de "Friesland" op de paal aan een trekkracht (BP) van 40 ton en een snelheid van 16 knopen.

18 april 1975 arriveerde de "Friesland" vanuit de scheepswerf van Boelier in Dordrecht weer in IJmuiden.

Ook was de "Friesland" voorzien van een elektrische kraan aan stuurboordzijde ter vervanging van de davids voor de werkboot. Verder was de voormast uitgevoerd in de kleur wit en waren de beide rookkanalen voorzien van de maatschappij kleuren zwart-wit-blauw.

21 april 1975 vertrok de "Friesland" vanuit IJmuiden naar Brest – Frankrijk, waar op 22 april 1975 de (ex)kruiser "De Grasse"(1956 – 9.380 Brt.) werd vastgemaakt.

23 april vertrok de "Friesland" met de (ex)kruiser "De Grasse" op sleeptouw vanuit Brest – Frankrijk naar Pescara – Italië. Op 3 mei 1975 werd de "De Grasse" door de "Friesland" afgeleverd bij de sloopwerf in Pescara - Italië, voor sloop.

Vanuit Pescara – Italië zette de "Friesland" op 5 mei 1975 koers naar Penzance – Landsend - Engeland, om stations dienst te verrichten.

In de maand mei 1975 is de "Friesland" een van de sleepboten bij het verplaatsen van het booreiland "Zapata Explorer" naar een nieuwe locatie op de Noordzee.

Vanuit Penzance – Landsend - Engeland vertrok de "Friesland" op 24 mei 1975 naar Delfzijl.

26 mei 1975 versleepte de "Friesland" vanuit Delfzijl de Zuiger "Berg Ambacht" naar Vlaardingen. 27 mei 1975 werd de "Berg Ambacht" afgeleverd in Vlaardingen.

Na aflevering van de Zuiger "Berg Ambacht" in Vlaardingen vertrok de "Friesland" naar Southampton - Engeland waar de "Friesland" op 29 mei 1975 arriveerde.

Op 29 mei 1975 vertrok de "Friesland" vanuit Southampton - Engeland met de pontons "GW 132", beladen met een kraan, en de ponton "G.W. 183" naar Port of Spain - Trinidad.

18 juni 1975 arriveerde de "Friesland" met de pontons "GW 132" en "GW 183" in de haven van Port of Spain Trinidad.

Aangekomen in de haven van Port of Spain - Trinidad werd ook het ponton "G.W. 93" vastgemaakt, en vertrok de "Friesland" op 19 juni 1975 met drie pontons op sleeptouw naar Paita – Peru.

4 juli 1975 arriveerde de "Friesland" met drie pontons op sleeptouw op de rede van Paita - Peru, en de volgende dag werden de pontons weer verder gesleept naar Bayovar – Peru waar de pontons op 5 juli 1975 door de "Friesland" werden afgeleverd.

Vanuit Bayovar - Peru vertrok de "Friesland" naar New Orleans - Verenigde Staten waar de Franse bulkcarrier "Robert L.D."(1969 – 12.705 Brt.) werd vastgemaakt.

Op 16 juli 1975 vertrok de "Friesland" vanuit New Orleans - Verenigde Staten, met de "Robert L.D." op sleeptouw naar St. Nazaire - Frankrijk.

12 augustus 1975 leverde de "Friesland" de bulkcarrier "Robert L.D." af in de haven van St. Nazaire - Frankrijk.

Vanuit St. Nazaire - Frankrijk vertrok de "Friesland" naar Wandrille – Frankrijk waar de ponton "Teo 336-3"(5.800 Brt.) werd vastgemaakt door de "Friesland".

16 augustus 1975 vertrok de "Friesland" met de ponton "Teo 336-3" vanuit Wandrille - Frankrijk, naar een positie ter hoogte van Vlissingen. Waar de "Teo 336-3" op 18 augustus 1975 werd overgegeven aan een Poolse sleepboot.

Na het overgeven van de ponton "Teo 336-3" zette de "Friesland" koers naar IJmuiden waar ze op 19 augustus 1975 arriveerde.

Op 21 augustus 1975 vertrok de "Friesland" vanuit IJmuiden naar Dungeness – Engeland.

De "Friesland" arriveerde op 22 augustus in Dungeness – Engeland en ging daar op station.

28 augustus vertrok de "Friesland" vanuit Dungeness – Engeland naar Rotterdam waar de "Friesland" op 29 augustus 1975 arriveerde.

1 september 1975 vertrok de "Friesland" vanuit Rotterdam met de ponton "Alfred", beladen met baggermaterieel, op sleeptouw naar Walvisbaai – Namibië.

De "Friesland" arriveerde op 29 september 1975 met de ponton "Alfred" op sleeptouw in Walvisbaai – Namibië.

Vanuit Walvisbaai – Namibië zette de "Friesland", op 3 oktober 1975 met de lege ponton "Alfred" koers naar Rotterdam.

Op 11 oktober 1975 kreeg de "Friesland" opdracht om met de ponton "Alfred" koers te zetten naar Monrovia – Liberia.

13 oktober 1975 arriveerde de "Friesland" in de haven van Monrovia – Liberia en meerde daar de ponton "Alfred" af.

Vervolgens werden er 2 bakjes vast gemaakt met bestemming Lagos – Nigeria.

15 oktober 1975 zette de "Friesland", vanuit Monrovia – Liberia, met 2 bakjes op sleeptouw koers naar de haven van Lagos – Nigeria.

Na aankomst, op 22 oktober 1975, in de haven van Lagos – Nigeria leverde de "Friesland" de 2 bakjes af en zette weer koers naar Monrovia – Liberia.

Vanuit Monrovia – Liberia zette de "Friesland" op 26 oktober 1975, met de ponton "Alfred" weer op sleeptouw, koers naar Rotterdam.

4 november 1975 werd de haven van Funchal – Madeira aangelopen, omdat er schade was ontstaan op de "Alfred" en reparatie noodzakelijk was.

Vanuit Madeira zette de "Friesland" op 4 november 1975 koers naar het Engelse onderzoekings vaartuig "Discovery"(1962 – 2.665 Brt.) die op 250 mijl Zuid West van Las Palmas – Canarische Eilanden met een uitgebrande machinekamer ronddreef.

Op 6 november 1975 werd de "Discovery", op basis van Lloyds Open Form, vastgemaakt door de "Friesland" en op 8 november 1976 werd de "Discovery" afgeleverd in de haven van Santa Cruz de Teneriffe - Canarische Eilanden.

Na aflevering van de "Discovery" in de haven van Santa Cruz de Teneriffe - Canarische Eilanden, keerde de "Friesland" weer terug naar Madeira waar ze stations dienst ging verrichten.

19 november 1975 zette de "Friesland" vanuit Funchal – Madeira koers naar de positie van de Liberiaanse tanker "Antonis"(1956 – 28.800 Brt.) die kampte met machineschade, op de positie 34.53 Noord en 10.40 West.

20 november 1975 maakte de "Friesland" de Liberiaanse tanker "Antonis", op basis van Lloyds Open Form, vast op de positie 34.53 Noord en 10.40 West, vast.

De "Friesland" versleepte de "Antonis" vanaf de positie 34.53 Noord en 10.40 West naar Lissabon - Portugal waar de "Friesland" de "Antonis" op 23 november 1975 afleverde.

Vanuit Lissabon – Portugal zette de "Friesland" weer koers naar de haven van Funchal – Madeira.

Op 24 november werd koers gezet naar de positie van het vrachtschip "Athene"(vermoedelijk 1964 – 399 Brt.), waarmee een contact op basis van Lloyds Open Form was gesloten.

Op 26 november 1975 bleek dat de "Athene" al was vastgemaakt door een andere sleepboot. En vervolgde de "Friesland" haar reis naar de haven van Funchal – Madeira.

De "Friesland" maakte daar de gerepareerde ponton "Alfred" weer vast voor de verdere sleepreis naar Rotterdam, waar het transport op 5 december 1975 arriveerde.

Vanuit Rotterdam arriveerde de "Friesland" op 6 december 1975 in de haven van IJmuiden voor reparaties.

1976

vanaf 1 januari 1976 was de "Friesland" op de Noordzee werkzaam in charter voor Heerma.

In januari 1976 gaf de "Friesland" op de Noordzee een Heerma ponton geladen met een Jacket over aan een Poolse sleepboot. Doordat er een zware storm opsteekt verliest de Poolse sleepboot de ponton.

De "Friesland" die onderweg was gegaan naar Rotterdam zette weer koers naar de positie van de ponton, ook de Heerma sleepboot "Husky" en een Amerikaanse sleepboot de "Chippie-T" gaan op zoek gaan naar de ponton.

De "Chippie-T" ziet kans om een bemanningslid aan boord van de ponton te krijgen, deze kreeg hier wel $ 10,00 spring geld voor, en hierop werd de ponton weer vastgemaakt (door wie de ponton werd vastgemaakt is niet bekend).

De directeur van Heerma (Pieter Heerma) is zo onder de indruk van het redden van de ponton en het zich daarop bevindende jacket, dat hij aan de kapiteins van de betrokken sleepboten een gouden rolex kado doet. De overige bemanningsleden van de sleepboten kregen een gouden pen met inscriptie.

22 april 1976 lag de Friesland in de haven van Rotterdam.

Midden augustus 1976 versleepte de "Friesland" de beladen bak "Balder Lista" vanuit Rotterdam naar het Eldfisk Field.

1977

Begin 1977 was de "Friesland" nog steeds in charter van Heerma werkzaam op de Noordzee.

Nadat de "Willem Barendsz" het charter overnam van de "Friesland" zette deze koers naar Newport News – Verenigde Staten voor het ophalen van een sleep met bestemming Spanje.

De "Friesland" maakte op 5 februari 1977 het vrachtschip "Caroline Weston"(1974 – 1.599 Brt.), nabij Guernsey – Engeland vast die kampt met problemen aan het roer en om sleepboot assistentie had verzocht.

Op 6 februari 1977 werd de "Caroline Weston" door de "Friesland" binnen gebracht in de haven van Southampton - Engeland.

De "Friesland" werd ingezet bij het afmeren op de boeien van Cherbourg - Frankrijk van de nieuwe Liberiaanse tanker "Alexander S. Onassis"(maart 1977 – 126.621 Brt.).

Maart 1977 ging de "Friesland" weer onderweg naar Newport News - Verenigde Staten voor ophalen van een sleep bestemd voor Spanje.

De "Friesland maakte in Newport News - Verenigde Staten, de tanker "Golden Jason"(1959 – 22.557 Brt.) vast voor een sleepreis naar Castellon - Spanje, waar de "Golden Jason" gesloopt zou worden.

Na aflevering van de "Golden Jason" in de haven van Castellon - Spanje, werd het booreiland "IB 901" op 17 april 1977 van de "Typhoon", op de rede van Funchal - Madeira, overgenomen en zette de "Friesland" met het booreiland "IB 901" op sleeptouw koers naar Puerto Ordaz – Venezuela (Orinoco rivier).

De "Friesland" ondervond tijdens de reis met de "IB 901" geen moeilijkheden zodat het transport op 7 mei 1977 bij de uiterton van de Orinoco rivier arriveerde.

Twee dagen later op 9 mei 1977, na toestemming te hebben verkregen voer het transport de Orinoco rivier op.
Na anderhalf uur kwam het transport op de plaats van bestemming aan en werd de "IB 901" door twee sleepboten van Interbeton overgenomen.

Juni 1977 versleepte de "Friesland" de drilltender "Eastwind" vanuit Curaçao naar Morgan City - Verenigde Staten.

Begin juli 1977 begon de "Friesland" aan een sleepreis met de Destroyer "Bordelon"(1945 – 2.425 Brt.) vanuit Norfolk - Verenigde Staten naar Bandar Abbas – Iran.

Deze Destroyer was door de Amerikaanse Marine verkocht aan Iran als 'spare parts'.

Na aflevering van de Destroyer "Bordelon", in de haven van Bandar Abbas - Iran, zette de "Friesland" koers naar Bahrein voor bunkers en aflossing van een deel van de bemanning.

Vanuit Bahrein ging de "Friesland" stations dienst verrichten ter hoogte van Muscat.

Vanuit het station nabij Muscat had de "Friesland" koers gezet naar de positie van een Pakistaans schip, maar dat zonk voordat de "Friesland" arriveerde.

Daarop zette de "Friesland" koers naar een rivier in India, daar lag een schip te branden. Een lokale sleepboot was aan het blussen. Door die bluswerkzaamheden kreeg het schip slagzij. De gezagvoerder weigerde de assistentie van de "Friesland" en om een Lloyds Open Form te tekenen.

Hoewel er volgens IJmuiden een contract was. Toen de brand geblust was is, nog steeds de locale sleepboot, begonnen het schip recht te pompen door de dieptanks aan de hoge kant te vullen. Het gevolg was dat het schip kapseisde en met een donderend geraas plots tot de dekken in het water lag.

De "Friesland" heeft daarna koers gezet naar de haven van Karachi – Pakistan.

In Karachi – Pakistan is kapitein Hans Jense nog verhoord na aanleiding van het vergaan van het Pakistaanse schip waar de "Friesland" eerder nog tevergeefs hulp had aangeboden.

De "Friesland" vertrok in september 1977 met 3 bakken op sleeptouw vanuit Karachi – Pakistan naar Bandar Abbas - Iran.

Begin oktober 1977 vertrok vanuit IJmuiden de sleepboot "Smit Enterprise" met de heistelling "Berlin" richting Curacao.

Buiten de schuld van de "Smit Enterprise" om liep de "Berlin" tijdens een storm in het Kanaal zeer grote schade op. De schade was zodanig dat reparatie in de daarvoor beschikbare tijd niet mogelijk bleek.

De eigenaar, Interbeton moest zodoende uitzien naar een andere oplossing.
In Doha - Qatar waar de heistelling "Barbeel" zonder emplooi lag bleek de oplossing te liggen, ook omdat de "Friesland" in de buurt was.

De "Friesland" werd gecontracteerd om de "Barbeel" over ongeveer 8.900 mijl naar Curacao te slepen. Midden oktober vertrok de "Friesland" met de "Barbeel" op sleeptouw naar Willemstad – Curaçao.

Het uitvoeren van deze sleepreis gaf de bemanning van de "Friesland" een extra belasting daar pech of vertraging onderweg moest zijn uitgesloten.

Na passage van het Suez Kanaal, midden november 1977 moest het transport tegen een Noord Wester storm, kracht 9 opboksen.

Door de storm die vier dagen aanhield liep het transport enige vertraging op met een wat verlate aankomst te Ceuta – Spanje.

Na bunkers en proviand te hebben ingenomen werd het traject Ceuta – Spanje - Curacao zonder verder tegenslag afgelegd. Zodat de opgelopen achterstand op het reisschema weer was goedgemaakt.

Midden december 1977 arriveerde de "Friesland" met de "Barbeel" op sleeptouw in de haven van Willemstad – Curaçao en werd de "Barbeel" zonder kleerscheuren aan de vertegenwoordiger van Interbeton overgedragen.

Twee uur nadat de "Friesland" op 22 december 1977 na het afleveren van de "Barbeel" de haven van Willemstad had verlaten ontving de "Friesland" orders om naar de Cayman Islands op te stomen waar de Noorse tanker "Titus"(1976 - 187.887 Brt.) van Wilhelmsen en Co. te Oslo aan de grond was gelopen.

In de ochtend van de eerste kerstdag arriveerde de "Friesland" nabij de "Titus".

Tot op dat moment hadden de eigenaren van de "Titus" nog geen enkel contract afgesloten met een sleepbootmaatschappij om het vlot te brengen.

Wel was inmiddels een contract met de Liberiaanse tanker "Oriental Explorer" (1965 - 38.858 Brt.) van de United Maritime Tanker Transport Inc. te Monrovia, afgesloten om een deel van de lading van de "Titus" over te nemen, terwijl
Wilhelmsen een van hun andere vlooteenheden, de "Talisman"(1977 - 12.755 Brt.) naar de positie van de "Titus" had gedirigeerd om tezamen met een sleepboot een poging te ondernemen de "Titus" vlot te brengen.

De kapitein van de "Friesland" werd voor een gesprek uitgenodigd over de ingediende prijs voorwaarden. Het gevolg van deze bespreking was dat de "Friesland" werd gecontracteerd om tezamen met de "Talisman" de "Titus" vlot te brengen. Inmiddels was komen vast te staan dat de "Titus" niet lek was, wel was er 30.000 ton olie in "Oriental Explorer" overgepompt.

De "Friesland" maakte vast op het voorschip van de "Titus", terwijl later ook de "Talisman" haar sleep verbinding tot stand had gebracht.

Na zes uur, waarbij de telegraaf van de "Friesland" op volle kracht stond, kwam de "Titus" vrij van de rotsen.

De "Talisman", waarvan tijdens de bergings poging de sleep verbinding brak, gooide los waarna de "Friesland" haar sleepdraad nog enkele schijven uitvierde om de "Titus" naar open zee te trekken.

Even later werd de "Friesland" bedankt voor de bewezen diensten en zette de "Titus" de reis op eigen kracht voort.

1978

Na de berging van de Noorse tanker "Titus" werd door de "Friesland" de tanker "Patianna"(1971 – 27.502 Brt.) op 27 januari 1978 vanuit Coatzacoalcos - Mexico naar Vera Cruz - Mexico versleept.

In de ochtend van 7 februari 1978 vond in de machinekamer van het Mexicaanse vrachtschip "Azteca"( 1969 – 16.039 Brt.) een explosie plaats gevolgd door een
hevige brand die een deel van de accommodatie en het stuurhuis volkomen verwoestte.

Zeven opvarenden raakten zwaar gewond en één opvarende kwam om.

Het ongeval deed zich op ongeveer 25 mijl ten Noord Oosten van Cabo Catoche in de Straat van Yucatan voor.

Door de explosie was de "Azteca" een dood schip geworden en ging voor anker in afwachting van sleepboot hulp.

De "Friesland" kwam als eerste bij het met kolen geladen schip aan, even later gevolgd door een Cubaanse - en de Nederlandse sleepboot "Noordzee".

De "Friesland" werd gecontracteerd voor het verslepen van de "Azteca" naar Tampa – Florida – Verenigde Staten.

Op 14 februari 1978 arriveerde de "Friesland" met de "Azteca" op de rede van Tampa – Florida – Verenigde Staten.

Wegens slechte weersomstandigheden werd het transport verhinderd de haven van Tampa – Florida – Verenigde Staten binnen te lopen.

Na anderhalve dag was het weer zodanig opgeklaard dat de laatste mijlen naar Tampa – Florida – Verenigde Staten op 16 februari 1978 werden afgelegd waarna de "Azteca" in een droogdok kon worden opgenomen.

Op 23 februari 1978 vroeg de Griekse tanker "Cassiopeia"(1973 – 16.560 Brt.) dringend om assistentie nadat er op de positie 12.49 Noord en 73.05 West, na een explosie, brand was uitgebroken aan boord.

24 februari 1978 was de "Friesland" aangekomen bij de "Cassiopeia" maar kon weinig uitrichten op 1 maart 1978 zonk de "Cassiopeia".

30 april 1978 maakte de "Friesland" in New Orleans - Verenigde Staten de kraanbak "W.D. Swampland" vast voor een sleepreis naar Warri - Nigeria.

Op 7 juni 1978 werd de "W.D. Swampland" door de "Friesland" afgeleverd in Warri - Nigeria.

Op 16 juni 1978 was de "Friesland" in de haven van Dakar – Senegal en werd een deel van de bemanning afgelost.

18 juli 1978 begon de "Friesland" aan de berging van het het vrachtschip "Costathina"(1958 - 8.678 Brt.) dat op 15 juli 1978 was gestrand op 1 mijl ten Noorden van Cape Vert nabij Dakar - Senegal.

Op 21 augustus 1978 werd de "Costathina" vlot gebracht en door de "Friesland" binnen gebracht in de haven van Dakar - Senegal.

De "Friesland" versleepte het vrachtschip "Costathina" vanuit Dakar - Senegal naar Charthagena - Spanje, waar de "Costathina" eind oktober 1978 werd gesloopt.

Vanuit Charthagena – Spanje zette de "Friesland" koers naar Toulon – Frankrijk.

De "Friesland" versleepte het survey-schip "Doris 5214"(geen gegevens) vanuit Toulon - Frankrijk, naar Douala - Kameroen.

Op 28 december 1978 werd door de "Friesland" op de rede van Harwich - Engeland, de Coaster "Venus"(1967 – 499 Brt.), die met roer en bodemschade voor anker lag, vastgemaakt en naar Vlaardingen versleept.

Op 29 december 1978 werd de "Venus" bij Vlaardingen overgegeven aan enkele havenslepers die de "Venus" afmeerden bij de werf H.V.O.

1979

15 januari 1979 vertrok de "Friesland" vanuit IJmuiden naar de positie van de "Andros Patria"( 1970 – 99.460 Brt.). De werkzaamheden van de "Friesland" bestonden in hoofdzaak uit het brengen van extra bergingsmateriaal en het bevoorraden van de "Typhoon" en de bergingsploeg aan boord van de "Andros Patria". Ook verbleef er een T.V. Ploeg van Tros Aktua aan boord van de"Friesland" (verslaggeefster Yvonne Habets en cameraman Bato Bachman)die een reportage maakten over de berging van de "Andros Patria".

Deze reportage werd op 10 februari 1979 door de Tros uitgezonden.

De "Andros Patria" is uiteindelijk in Barcelona - Spanje gesloopt, aanvang sloop 19 juni 1979.

Op 12 februari 1979 maakte de "Friesland" een contract op basis van Lloyds Open Form met het vrachtschip "Maracaibo"(1970 – 11.495 Brt.) die kampte met stuurmachine problemen nabij de Azoren.
 
De "Friesland" zette koers naar de positie van de "Maracaibo" maar deze bleek zonder verder bericht haar reis te hebben vervolgt.

In de haven van Ponta Delgada – Azoren maakte de "Friesland" het vrachtschip "Eliza"(1969 – 6.228 Brt.) vast voor een sleepreis naar Rotterdam.

De "Eliza" was na een explosie in de machinekamer, op 23 januari 1979 naar de haven van Ponta Delgada – Azoren gesleept. Aankomst in de haven van Rotterdam op 2 maart 1979.

Na aflevering van de "Eliza" in Rotterdam zette de "Friesland" koers naar Delfzijl.

Vanuit Delfzijl vertrok de "Friesland" met de ponton "ETPM 19" op sleeptouw naar Kwa Ibo River – Nigeria.

Na aflevering van de ponton "ETPM 19" in de haven van Kwa Ibo River – Nigeria
verrichte de "Friesland" stationsdienst op de Azoren.

Van een positie nabij Conakry - Guinee, heeft de "Friesland" de Spaanse bulkcarrier "Valle De Lujua"(1975 – 6.172 Brt.), die een carter explosie had gehad waarbij ook een dode was gevallen, op 16 juli 1979 in de haven van Valencia - Spanje afgeleverd.

Na vertrek uit Valencia – Spanje werd eerst koers gezet naar Malta. Maar kort daarna kwam de opdracht om koers te zetten naar Warri – Nigeria.

Eind juli 1979 begon de "Friesland" aan een sleepreis met de bak "Stevin Express" vanuit Warri - Nigeria naar Durban - Zuid Afrika.
 
In de haven van Durban - Zuid Afrika, werd de "Stevin Express" beladen met een zuiger, waarna door de "Friesland" met de nu beladen "Stevin Express" koers werd gezet naar Cotonou - Benin.

Medio september 1979 vertrok de "Friesland" vanuit Tema - Ghana met het visserschip "Dae Bong No. 2", die bodem schade had opgelopen, op sleeptouw naar Lissabon - Portugal.

Vanuit Lissabon – Portugal zette de "Friesland" koers naar een Grieks vrachtschip dat in brand zou staan. Eenmaal buitengaats bleek dat er geen assistentie nodig was. Op dat moment bleek dat een Mexicaans vrachtschip machineschade had op gelopen en sleepboot assistentie nodig had.

Vanaf 13 oktober 1979 escorteert de "Friesland" het Mexicaanse vrachtschip "Rio Yaqui"(1958 – 9.096 Brt.) van een positie nabij Lissabon - Portugal, naar Lissabon - Portugal voor aankomst, in Lissabon – Portugal, maakte de "Friesland" nog vast op de "Rio Yaqui" en sleepte de "Rio Yaqui" op 16 oktober 1979 de haven van Lissabon – Portugal binnen.

Vanuit Lissabon – Portugal zette de "Friesland" koers naar de Azoren.

Vanaf de Azoren versleepte de "Friesland" de sleephopperzuiger "Port of Spain II"(1978 – 1.181 Brt.) naar IJmuiden waar het transport op 5 november 1979 arriveerde.

11 november 1979 vertrok de "Friesland" vanuit Middlesbrough - Engeland, met de Drijvende bok "Telford", naar Glasgow - Engeland waar de "Friesland" met de "Telford" op 18 november 1979 arriveerde.

30 november 1979 arriveerde de VLCC "Philip of Macedon"(1970 – 113.081 Brt.) in de haven van Falmouth - Engeland, geëscorteerd door de "Friesland".

De "Philip of Macedon"(1970 – 113.081 Brt.) werd door de Friesland versleept vanuit Falmouth – Engeland naar Rotterdam.

Ter hoogte van Coruña - Spanje werd het Engelse vrachtschip "Commodore enterprise"(1977 – 1.246 Brt.) door de "Friesland" vastgemaakt en naar Portsmouth – Engeland versleept.

De Amerikaanse sleepboot "Gulf Majesty"(1976 – 9.000 HP.), onderweg met een ponton geladen met materiaal voor de offshore vanuit Schotland - Engeland, naar de Mexicaanse Golf, melde op 25 december 1979, brand in de machinekamer.

De bemanning werd met een helikopter van boord gehaald en de "Gulf Majesty" en haar sleep driften, in een zware storm, naar de Zuid West kust van Engeland.
De "Friesland" slaagt er in op 55 mijl Zuid Oost van Lizard Point de "Gulf Majesty" en haar sleep vast te maken.

Door het slechte weer brak de sleepdraad tussen de "Gulf Majesty" en de ponton. (Hoe het met de ponton is afgelopen is helaas niet bekend).

29 december 1979 werd de "Gulf Majesty" door de "Friesland" de haven van Falmouth - Engeland, binnen gesleept.

1980

Op 4 januari 1980 werd door de "Friesland" weer het bergings- station Penzance – Landsend - Engeland, bezet.

Via Cardif - Engeland vertrok de "Friesland" naar Lissabon - Portugal om het containerschip "Eco Mondego"(1969 – 1.758 Brt.) vast te maken.
Op 15 januari 1980 vertrok de "Friesland" met de "Eco Mondego" op sleeptouw vanuit de haven van Lissabon - Portugal naar Rotterdam.

Na aflevering van de "Eco Mondego" in de haven van Rotterdam, vertrok de "Friesland" op 21 januari 1980 vanuit Rotterdam naar Amsterdam.

Op 28 januari 1980 vertrok de "Friesland" weer vanuit Amsterdam naar Rotterdam.

De "Friesland" kwam na een dokbeurt op 18 maart 1980 weer in de vaart.

Op 24 maart 1980 vertrok de "Friesland" vanuit Rotterdam met de ponton "Federal 400-1" op sleeptouw.

De ponton "Federal 400-1" is beladen met de zuiger "Corantijn" en een woonboot van de zelfde naam.

Op zondag 20 april 1980 arriveerde de "Friesland" met de ponton "Federal 400-1" op de plaats van bestemming Apoera - Suriname, 75 mijl stroomopwaarts van de rivier Corantijn - Suriname.

Na lossing werd de "Federal 400-1" door de "Friesland" vanuit Apoera - Suriname, versleept naar Port of Spain - Trinidad en daar afgeleverd.

April 1980 werd de "Jacob van Heemskerck" op de rede van Cozumel – Mexico afgelost door de "Friesland" en zette de "Jacob van Heemskerck" koers naar Canada.

 

Vanuit Port of Spain - Trinidad vertrok de "Friesland" naar Margarita Island - Venezuela waar de tanker "Saint Nicolaas"(1964 – 47.493 Brt.) gestrand was.
Het bergingscontract ging uiteindelijk naar een lokaal bergingsbedrijf.

Vanaf de strandings plaats van de "Saint Nicolaas" keerde de "Friesland" weer terug naar Port of Spain - Trinidad om daar de ponton "Federal 400-1" weer vast te maken.

Op 1 mei 1980 vertrok de "Friesland" vanuit Port of Spain - Trinidad met de ponton "Federal 400-1" naar Port Arthur - Verenigde Staten waar het transport op 12 mei 1980 arriveerde.

De "Friesland" versleepte juni 1980 de boorponton "L-402" vanuit Houston - Verenigde Staten naar Maracaibo - Venezuela.

Na aflevering van de boorponton "L-402" in de haven van Maracaibo - Venezuela versleepte de "Friesland" drie bakken vanuit Puerto Cabello - Venezuela naar Willemstad - Curaçao.

Op 2 augustus 1980 vertrok de "Friesland" met twee onderzeebootjagers op sleeptouw vanuit Norfolk - Verenigde Staten naar Piraeus - Griekenland.

Na aflevering van de twee onderzeebootjagers op 22 september 1980, vanuit Norfolk - Verenigde Staten, in de haven van Piraeus - Griekenland, zette de "Friesland" koers naar de haven van Galati - Roemenië.

In de haven van Galati – Roemenië werd de bulkcarrier "Mitera Stella"(1954 – 16.195 Brt.), die na een brand op 5 januari 1980 verkocht is voor de sloop naar Gadani Beach – Pakistan, op sleeptouw genomen.

3 november 1980 was de "Friesland" in of bij Bahrain en werd een deel van de bemanning afgelost

29 november 1980 was de "Friesland" in de haven van Dubai en werd een deel van de bemanning afgelost

Na aflevering van de tanker "Mitera Stella" te Gadani Beach - Pakistan op 2 december 1980 vertrok de de "Friesland" naar Ras Tanura - Saudi Arabië in afwachting van een sleepreis met de lege "Ocean Servant 1" naar Suez - Egypte.

Na aflevering van de "Ocean Servant 1" te Suez - Egypte vertrok de "Friesland" via het Suez Kanaal naar de Middellandse zee.

De "Friesland" escorteerde eind 1980 de Liberiaanse VLCC tanker "Mobil Condor"(1975 – 113.551 Brt.), die op 25 december 1980 problemen kreeg met een generatorset nabij Kreta - Griekenland, naar Fos sur Mer - Frankrijk.

1981

Januari 1981 liep de chemicaliëntanker "La Loma"(1976 – 1.599 Brt.) aan de grond bij Trapani – Sicilië – Italië na brand in de machinekamer en bemannings verblijven.

De bijzonder explosieve en contact gevaarlijke lading werd voor een deel overgepompt in een andere chemicaliëntanker die op minimaal 150 meter afstand moest blijven.

Na het overpompen werd gewacht op slecht weer zodat bij het vlot brengen er 'hulp' was van de deining om de "La Loma" van de rotsen te slepen, uiteindelijk lukte dit en kon de "La Loma" naar Trapani – Sicilië – Italië worden gesleept door de "Friesland".

10 februari 1981 versleepte de "Friesland" de chemicaliëntanker "La Loma" vanuit Trapani – Sicilië – Italië naar Antwerpen - België, waar de "La Loma" op 24 februari 1981 werd afgeleverd.

De "Friesland" ging vanuit Antwerpen naar de machinefabriek Boelier te Dordrecht voor survey aan de M.A.K. hoofdmotoren.

9 April 1981 arriveerde de "Friesland" in de haven van Philadelphia - Verenigde Staten, om de Amerikaanse Destroyer "USS Johnston"(1946 – 2.425 Brt.) vast te maken voor een sleepreis naar Kaohsiung - Taiwan.

Na aflevering van de "USS Johnston" te Kaohsiung - Taiwan, kwam deze in de vaart bij de Taiwanese marine als "Yung Yang".

Begin juli 1981 lag de "Friesland" op station bij Hongkong, eerst nabij Green Island later nabij Stonecutters Island.

Augustus 1981 vertrok de "Friesland" vanuit Hongkong naar Singapore om daar een zuiger op te halen voor een sleepreis naar Bahrein.

Vanuit Singapore vertrok de "Friesland" op 8 september 1981 met de zuiger "Queen of Holland" en een bak "ABBG 3110", vol geladen met bagger materiaal waaronder een sleepbootje, pijpen, floaters en wat dies meer zij, naar Bahrein in opdracht van Ballast Nedam. Die dit materiaal nodig had bij de bouw van de brug tussen Bahrein en Saoedi-Arabië de Koning Fahd Causeway.

Voor de westkust van Sri Lanka werd door de "Friesland" bunkers overgenomen uit de bak "ABBG 3110" zodat het niet nodig was om een haven aan te doen om te bunkeren.

Aangekomen in Bahrein werden de zuiger "Queen of Holland" en de bak "ABBG 3110" afgeleverd en ging de "Friesland" in het ASRY dok te Bahrein, voor onderhoud/inspectie.

De "Friesland" bleek verkocht aan G.O.R. Enterprises Ltd. te Georgetown, Cayman Islands en de Bureau Wijsmuller kleuren op de rook kanalen werden met rood over geschilderd.

Ook de voor Bureau Wijsmuller bemanningen bekende scheepshond Taco ging mee in de verkoop.

De meerderheid van de bemanning werd op 1 november 1981 afgemonsterd, 1 tot 2 mensen bleven voor de overdracht/familiarisation aan/van de nieuwe eigenaren.
 
Als "G.O.R. Fleet No. 9" kwam de "Friesland" in de vaart voor G.O.R. Enterprises Ltd. te Georgetown - Cayman Islands.

Het management van het bedrijf werd gevoerd door John G. Aldenships te Fort Lauderdale - Florida.
 
Nog in 1981 werd de naam van de "G.O.R. Fleet No. 9" gewijzigd in "G.O.R. FLEET No. 3."

De "G.O.R. Fleet No. 3." werd in 1984 doorverkocht naar de Dominicaanse Republiek. Als "PROGRESO II" kwam de sleepboot in de vaart voor Oil Transport Corporation S.A. te Santa Domingo.

Als "Salvor Master" werd de "PROGRESO II" in 1985 ondergebracht bij Salvor Master S.A., met als managers Oil Transport Co. S.A. te Santa Domingo.

De "Salvor Master" werd omgevlagd naar de Panamese vlag.

Geregistreerd eigenaar van de "Salvor Master" in 1995 was Oil Transport Co. S.A. te Santa Domingo - Dominicaanse Republiek.

In 2007 stond de "Salvor Master" nog steeds in de registers.

Op een gegeven moment ontving ik in 2010 de volgende mededeling:

Ik ben in Santo Domingo geweest en heb daar van de technisch manager van Boluda gehoord dat Oil Transport & Co. lang geleden failliet is gegaan en de "Salvor Master" (ex "Friesland") ca 8 jaar geleden gesloopt is in Santo Domingo, samen met de rest van de OTC vloot.

De sloopwerf ligt aan de Rio Ozama, die langs de stad loopt (waar Columbus zijn basis had in de nieuwe wereld).

Groet,

Hans Hoffmann
www.zeesleperelbe.nl

Heeft u nog informatie en of foto's van de "Friesland" van en over haar werkzaamheden vanaf 1965 tot en met haar sloop als "Salvor Master" neem even de moeite en stuur dat per mail of per post alstublieft op.