Location: Home > J_N > Junior 1957 - 1976 > Geschiedenis

Geschiedenis

8augustus 1957 werd de "Junior" in dienst gesteld bij Bureau Wijsmuller.

De accommodatie van de "Junior" bestond uit 5 slaapplaatsen, 2 kooien in het voorschip en 3 kooien in het achterschip.

Bij de in dienst stelling van de "Junior" sprak Wijsmuller van een 'experimenteel' schip. De "Junior" had nl. een blower op de hoofdmotor en was voorzien van een verstelbare schroef in een kort-straalbuis.

De "Junior" was bedoeld voor de havendienst en zou 'uitsluitend' werkzaam zijn in IJmuiden.

Op 31 oktober 1957 strandde de Poolse treiler "S.W.I. 125 Mornel"(1955 – 184 Brt.) op de strekdam bij het Semafoor in IJmuiden. De "S.W.I. 125 Mornel" werd door de "Nestor" en "Junior", op 1 november 1957, weer vlot gebracht.

De "IJM 34 Allan Water" vertrok op 18 november 1957 tijdens dichte mist vanuit IJmuiden naar zee maar strandde op een strekdam. De "Junior" en de "Nestor" maakten vast op de "IJM 34 Allan Water" en wisten deze na een uur weer vlot te brengen. De "IJM 34 Allan Water" keerde daarna terug naar de vissershaven voor onderzoek naar de schade.

1958

De "Junior" en de "Nestor" verleenden in de ochtend van zondag 13 juli 1958 assistentie, in de IJmuidense havenmond, aan de Belgische viskotter "0.165 Hendrik Conscience" eigenaar Louis van der Woude uit Oostende - België, die in de nacht van zaterdag op zondag op het strand tussen de strekdammen van het forteiland omhoog was gelopen. Toen een boei aan de verkeerde zijde was gepasseerd.

Het Belgisch "Visserijblad" schreef over het stranden en het vlot brengen van de 0.165 het volgende: Het schip verliet zaterdagmorgen omstreeks elf uur de haven van Oostende op weg naar de Witte Bank. Rond zes uur die zaterdagavond liep de keerkoppeling warm en was men verplicht om de remband los te laten. Men besloot in overleg met de vertegenwoordiger van de reder in IJmuiden om de haven van IJmuiden aan te lopen voor reparatie. Vrezende dat een rode boei werd aangevaren, zette schipper Frans Roose de motor op halve kracht, maar de koppeling wilde niet grijpen. Het schip strandde. Er kon die nacht na het hoog water niets meer worden ondernomen om de kotter vlot te brengen. Zondagmorgen vroeg werden dank zij de snelle tussenkomst en de samenwerking tussen de geïnteresseerde partijen alle maatregelen getroffen om het schip uit zijn gevaarlijke positie te krijgen. De weerberichten kondigden immers storm met windkracht acht aan. Inderdaad stormde het die zondagmiddag flink. De sleepboot "Junior" van N.V. Bureau Wijsmuller werd aan het werk gezet, gevolgd door de motorvlet "Burwijs" en de sleepboot "Nestor" om eventueel bij te springen.
De vlet zorgde er voor dat een tros werd overgebracht naar de 0.165, die intussen in het opkomend water hevig lag te stoten op het strand. Juist rond twaalf uur begon de "Junior" op volle toeren te trekken en een half uur later schoof de 0.165 van het strand in dieper water. De sleepboot "Nestor" nam de sleep over en voer van het forteiland naar de Vissershaven, waar de "Junior" de 0.165 weer op zij nam en naar de ligplaats in de haven voer. Lichte lekkage werd door het stoten opgelopen. Maandag werd het schip in het dok geplaatst voor onderzoek. De keerkoppeling werd daarna hersteld.'

Het Belgische "Visserijblad" besluit met: 'We kunnen hier slechts dank zeggen aan N.V. Bureau Wijsmuller en aan de Belgische consul de heer H. Zwart voor de knappe wijze, waarop hier te werk werd gegaan.'

Dinsdag 15 juli 1958 werden er in de haven van IJmuiden filmopnamen gemaakt voor de film 'Operation Amsterdam' de "Junior" heeft nog een klein rolletje gekregen in die film, als de sleepboot die een diamanthandelaar met zijn diamanten naar een wachtende Britse Torpedoboot moest brengen.

De "Hector" en de "Simson" moesten tijdens de opnames diverse ondersteunende werkzaamheden verrichten.

Vrijdagmiddag 26 september 1958 om kwart over zes is de Zweedse kustvaarder "Tor"(1954 – 499 Brt.) van de Rederij A-B Svea te Stockholm – Zweden, in de haven van IJmuiden op de kop van de Vissershaven aan de grond gelopen.
Het schip kwam vanuit Londen – Engeland en was met stukgoed op weg naar Amsterdam. Het schip zou koers zetten naar de middensluis, maar liep bij de nogal harde Noord Wester wind uit zijn roer.

De 400 pk van de sleepboot "Junior" van Bureau Wijsmuller bleken onvoldoende kracht te leveren om de coaster weer vlot te trekken. Maar toen bleek, dat de "Tor", die nog gepoogd had het aan de grond lopen te voorkomen door een anker uit te werpen, met het anker vast zat aan een kabel op de bodem van de haven.
De kabel werd omhoog getrokken. De Junior gaf de coaster wat 'loos' om te trachten het anker vrij te maken, maar het schip liep toen opnieuw op het havenhoofd vast. De loodsafhaler "Geep" kwam daarop eveneens assisteren.
De opvarenden slaagden er in het anker vrij te maken van de kabel en daarna kon de "Junior" de coaster weer in dieper water brengen.
Tegen zeven uur kon het schip zijn reis naar de middensluis voortzetten.

Op 15 oktober 1958 liep tijdens een Noordwester storm het Argentijnse vrachtschip "Entre Rios"(1954 – 7.604 Brt.) vast op de glooiing van het Zuidertoeleidingskanaal ter hoogte van het Semafoor. Alle beschikbare sleepboten werden ingezet om de "Entre Rios" vlot te brengen. Op het achterschip werd door de "Simson" en de "Stentor" vastgemaakt, de "Junior" maakte vast op de "Stentor" en op het voorschip werd door de "Cycloop" en "Hector" vastgemaakt en de "Nestor" maakte vast op de "Cycloop" . De "Entre Rios" werd met vereende krachten vlot gebracht en naar de Noordersluis versleept.

In de nacht van 16 op 17 oktober 1958 verleende de "Junior" assistentie aan het IJmuidense loodsafhaal vaartuig "Walvis", dat ter hoogte van het semafoorduin door de Noordwester storm aan lagerwal was geraakt. De "Walvis" was spoedig in dieper water terug.

In week 47 van November 1958, tussen 17 en 22 november, bracht de "Junior" een Poolse trawler die was vastgelopen op de kop van de Vissershaven weer vlot.

1959

In de avond van 11 januari 1959 kwam het Zweedse vrachtschip "Wiril"(1938 – 933 Brt.) tijdens een zware storm zonder loods (de loodsdienst was gestaakt) de haven van IJmuiden binnen. De "Wiril" verdaagde door de storm op de zuidelijke strekdam van het forteiland. Als eerste werd assistentie aangeboden door de "Junior" en de "Simson". De "Wiril" was vastgelopen tijdens hoogwater en op het moment dat de "Simson" vastmaakte begon het water al te vallen. Daarom werden ook de "Stentor" en de "Nestor" ingezet bij de poging tot vlot brengen. Ondanks de inzet van deze 3 sleepboten moest de poging gestaakt worden er werd het volgende hoogwater afgewacht. In de vroege ochtend van 12 januari kwam er beweging in het schip en werd de "Wiril" vlot gebracht en overgenomen door de "Junior" en "Nestor II".

De "Junior", "Nestor" en "Nestor II" wisten op 13 januari 1959 de ertstanker "Steenwijk"(1957 – 6.695 Brt.) voor de ondergang te behoeden door snel ingrijpen. De "Steenwijk" was bij het binnenlopen van IJmuiden tijdens stormweer op de Zuiderpier gelopen en had grote scheuren opgelopen in ruim 1 en 2. De "Junior", "Nestor" en "Nestor II" wisten onmiddellijk vast te maken en de "Steenwijk" de bergingshaven in te slepen en daar aan de grond te zetten. Duikers stellen een verder onderzoek in naar de schade van de "Steenwijk".

Bij het binnenlopen van de haven van IJmuiden, in de ochtend van 27 januari 1959, heeft het Liberiaanse vrachtschip "National Prestige" (10.044 ton) in dichte mist de betonblokken van de Zuiderpier geraakt. De "Junior", "Nestor", "Hector", "Simson" en "Stentor" hebben het schip in de bergingshaven aan de grond gezet. Bij onderzoek bleek dat de ruimen 1 en 2 lek zijn. Na het lossen van een deel van de lading en het provisorisch dichten van de lekken werd de "National Prestige" op 30 januari te Amsterdam in het dok geplaatst.

Vanaf de "Junior" werd door duikers een onderzoek ingesteld naar de schade van de "National Prestige" die in de bergingshaven aan de grond was gezet.

Op 9 februari 1959 slaagde de "Junior" erin, het Poolse vrachtschip "Tczew"(1958 – 2.556 Brt.) dat in de vissershaven aan de grond was gelopen weer vlot te brengen.

Dinsdagmorgen 9 juni 1959 om tien minuten over vier is de coaster "Navis"(1956 – 492 Brt.) van de rederij W. J. Kramer' uit Groningen op de blokken van de IJmuider Noorderpier gestoten.

De "Navis", die met een lading ijzer vanaf de Hoogovens was vertrokken voor een reis naar Londen – Engeland, maakte snel water en bevond zich binnen enkele ogenblikken in zinkende toestand.

De "Simson" die in de onmiddellijke nabijheid van de "Navis" lag, kon snel vastmaken en slaagde erin de "Navis" op het strand van het Fort eiland te zetten. Hierbij werd assistentie verleend door de "Junior".

Gedurende de berging was het hoog water en daarom werd de "Navis" met het achterschip zo hoog mogelijk op het strand gezet. Toch spoelde het water nog over de luikhoofden. Later ,op de ochtend zijn bergingsdeskundigen van Wijsmuller naar de "Navis" vertrokken om met behulp van drie dieselpompen en duikapparatuur de mogelijkheden van de berging te onderzoeken. De "Navis" die via de middensluis en het Zuider toeleidings- kanaal naar zee vertrok, moest uitwijken voor de door het Noorder toeleidings- kanaal naar binnen komende 8490 ton metende Zweedse ertstanker "Hasselo"(1939 – 8.490 Brt.), die een lading erts voor Hoogovens aan boord had. Bij de uitwijkmanoeuvre is de "Navis" te veel naar stuurboord gezwenkt en op de blokken gestoten. De "Simson" kon na de aanvaring zo snel vastmaken, doordat de "Simson" gereed lag om de "Hasselo" naar binnen te slepen. Om de "Navis" te kunnen bergen, zal vermoedelijk een groot deel van de lading moeten worden overgeladen.

Nadat de "Navis" woensdagmorgen van het strand van het Fort eiland naar de bergingshaven was gesleept en twee drijvende kranen die dag de lading van 742 ton staal hadden gelost, werd de "Navis" drijvend gebracht met behulp van zware bergingspompen. Twee duikers dichtten scheuren en gaten in de scheepshuid onder de kimkiel.

Vrijdag 12 juni 1959 gaf de rijkshavenmeester toestemming de "Navis" via de Noordersluis en het Noordzeekanaal naar Amsterdam te slepen. Getrokken door de "Assistent" en gestuurd door de "Junior" werd de "Navis" gesleept. Een pompboot en een bergingspomp moesten echter tijdens het transport blijven draaien, omdat het water door kleine lekken bleef binnendringen.

In het droogdok werd de schade zichtbaar, die groter is dan aanvankelijk werd verwacht. De halve bodem van het schip aan stuurboordkant onder de kimkiel zal vernieuwd moeten worden.

De waardevolle lading rollen en plakken staal, die bestemd was voor de auto-industrie in Engeland, is door vijf lichters afgeleverd bij de Hoogovens in IJmuiden. Daar zal men trachten het staal door een extra bewerking voor verdere inwerking door het zeewater te behoeden.

1960

Geen informatie of gegevens.

1961

Bij het binnenlopen van IJmuiden op donderdag 27 april 1961 liep de Russisch tanker "Petr Shirshov"(1958 – 8.229 Brt.) uit het roer en dreigde te stranden op het Fort eiland. De bemanning liet het anker vallen en voorkwam een stranding. De ankers raakten echter verward in de ankerkabels van een baggermolen en de scheidingston van het Noorder en Zuider toeleidings- kanaal. De "Junior", "Stentor" en "Simson" maakten vast op de "Petr Shirshov" en wisten de ankers vrij te maken en versleepten de Rus naar de Noordersluis.

Vanaf oktober 1961 tot juni 1962 is de "Junior" ingezet bij de werkzaamheden in de havenmond bij het opruimen van het uiteinde van de Zuidpier. De "Junior" verleent hierbij o.a. assistentie bij het verhalen van de dipper-dredger "Kala-Nag".

1962

Op 10 mei 1962 wordt het inspectievaartuig "Zilvermeeuw"(een ex M.T.B.) van Rijkswaterstaat, door de "Junior" vlotgebracht van het strand van het forteiland te IJmuiden.

De "Junior" wordt in juni en juli 1962 gereedgemaakt om 'tijdelijk' dienst te gaan doen in Marsa El Brega - Libië. Op verschillende plaatsen wordt de "Junior" versterkt, daar bijzonder werk, onder meer aan de betonning in de Golf van Sidra, moet worden verricht. Verder wordt de "Junior" voorzien van vlonders en rekken in de zijden zodat ze ook als loodsafhaal vaartuig kan worden gebruikt.

Op 10 juli 1962 vertrekt de "Junior" vanuit IJmuiden naar Newhaven aan de Engelse Zuidkust. Na enkele dagen gewacht te hebben op goed weer wordt op 14 juli 1962 Quessant - Frankrijk, gepasseerd en begon de "Junior" aan de oversteek van de Golf van Biscaye. Via Ferrol - Spanje, en Gibraltar waar werd gebunkerd op 23 juli 1962, arriveerde de "Junior" op 30 juli 1962 te Marsa El Brega - Libië.

1963

De "Junior" ging eind oktober 1963 vanuit Marsa El Brega - Libië, onderweg naar Malta voor een dok en onderhoudsbeurt.

Op 3 november 1963 arriveerde de "Junior" in de haven van La Valletta - Malta, voor een dok en onderhoudsbeurt. Half november 1963 vertrok de "Junior" weer naar Marsa El Brega - Libië, en hervatte daar haar werkzaamheden in de havendienst.

1964

Geen informatie of gegevens.

1965

Half mei 1965 arriveerde de "Junior" de haven van La Valletta - Malta vanuit Marsa El Brega - Libië, voor een onderhoudsbeurt. 24 mei 1964 vertrok de "Junior" vanuit Malta weer naar Marsa El Brega - Libië, om er het normale werk weer te beginnen, samen met de "Cycloop".

De "Junior" was half oktober 1965 wederom vanuit Marsa El Brega - Libië, voor onderhoud en reparaties in de haven van La Valletta - Malta.

De "Junior" en de "Cycloop" waren van 25 tot 28 november 1965 bezig met het vlot brengen van de Duitse tanker "Esso Deutschland"(1963 – 54.440 Brt.) in de nabijheid van de haven van Marsa El Brega.

1966

De "Junior" was eind november 1966 en begin december 1966 te Malta voor een onderhouds- beurt.

1967

Geen informatie of gegevens.

1968

Geen informatie of gegevens.

1969

De "Junior" was tot half september 1969 werkzaam in Marsa El Brega - Libië. Het werk daar werd overgenomen door de "Assistent".

De "Junior" is sinds 17 september 1969 samen met de "Cycloop" werkzaam bij de installatie van een "S.B.M." overslagboei in opdracht van Mobil Oil te Ras Lanuf  - Libië.

1970

22 februari 1970 waren de werkzaamheden te Ras Lanuf - Libië, gereed en vertrok de "Junior" vanuit Ras Lanuf - Libië, naar La Valletta - Malta, waar de "Junior" eind februari 1970 arriveerde.

Na een korte tijd in Malta te hebben gelegen vertrok de "Junior" vanaf Malta naar Porto Torres – Sardinië – Italië.

Vanaf half maart 1970 is de "Junior" werkzaam bij het onderwaterwerk voor de kust van Sardinië ter hoogte van Porto Torres, waar een "S.B.M." overslagboei wordt geïnstalleerd.

Nadat de "S.B.M." boei is geïnstalleerd worden de "junior" en de "Cornelis Willem" omstreeks september 1970 opgelegd in de haven van Porto Torres – Sardinië – Italië.

1971

Op 5 mei 1971 vertrekt de "Junior" op eigen kracht vanuit de haven van Porto Torres - Sardinië terug naar IJmuiden waar ze op 26 mei 1971 arriveert. In IJmuiden wordt de "Junior" weer klaar gemaakt om ingezet te worden bij de havendienst.

1972

Geen informatie of gegevens.

1973

Geen informatie of gegevens.

1974

Geen informatie of gegevens.

1975

Geen informatie of gegevens.

1976

De "Junior" is, na ongeveer een jaar opgelegd te zijn geweest in Spaarndam, in 1976 verkocht naar Piraeus - Griekenland.

Na enkele dagen gewacht te hebben op beter weer, vertrok de "Junior" op donderdag 3 juni 1976 met aan boord 4 opvarenden. Een ervan was stuurman Abma, die de reis zou meemaken tot Ceuta, vanwaar de drie Griekse opvarenden alleen verder zouden varen naar Piraeus – Griekenland. De reis naar Ceuta verliep voorspoedig. Na 7 nachtjes slapen op de brug stapte stuurman Abma op donderdag 10 juni in Ceuta van boord en wenste hij zijn mede opvarenden veel succes met het vervolg van de reis.

Op 2 augustus 1976 werd de "Junior", door George Sanakis uit Piraeus – Griekenland, als "Nestos I" officieel ingeschreven in het register te Piraeus – Griekenland.

Op 7 mei 1980 werd de "Nestos I" geveild en aangekocht door Aikaterinne Mertzaki & Eleftkerio Spanogiannakis & Iannis P.Spanogiannakis uit Piraeus – Griekenland.

19xx GEORGIOS, in beheer bij Kovoulis Shipping Agency, Volos
19xx CHRISTOPHOROS

De "Nestos I" is in 2001 gezien in de haven van Dubai - Verenigde Arabische Emiraten.

In 2004 voer de "Nestos I" ex "Junior" onder de naam "T 2002".