Geschiedenis

De "Pauline" werd gebouwd in opdracht van het Russisch Gouvernement te Sint Petersburg.

De kiellegging hiervoor vond plaats in december 1915. Augustus 1916 ging het nog naamloze casco te water.

Door de Russische Revolutie ontstonden er betalingsproblemen en werden de orders, die uitstonden voor de bouw van twaalf sleepboten bij diverse Nederlandse werven, geannuleerd.

Zes van de twaalf sleepboten waren in aanbouw op de werf van J. & A. van der Schuyt te Papendrecht, en werden te koop aangeboden.

1917

John F. Wijsmuller Baarn koopt de "Pauline" aan op 6 mei 1917. Na de afbouw is de sleepboot bestemd voor eigen gebruik of de handel.

Nadat de "Pauline" had proefgevaren op 12 juli 1917, werd zij eerst bij de scheepswerf te Papendrecht opgelegd, later in Rotterdam.

Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog stagneerde het aanbod van sleepwerk en de verkoop in schepen.

Nadat de "Pauline" met potentiële kopers had proefgevaren, die toch maar van koop afzagen, werd de te Rotterdam gevestigde scheepsmakelaar Jacq. Pierot ingeschakeld.

1918

Door bemiddeling werd de "Pauline" tenslotte in februari 1918 verkocht aan de Koninklijke Marine, die haar in de vaart nam als "Mijnenveger 4".

Opmerking: Het feit dat de mijnenvegers 1 t/m 4 oorspronkelijk door een Russische opdrachtgever besteld zijn als sleepboten en het ontwerp per saldo ook door de opdrachtgever en de werf zal zijn bepaald, geeft aanleiding om te veronderstellen dat de "Hercules" evenals de "Achilles" (gebouwd  in dezelfde periode bij dezelfde werven) overeenkomstig het basis ontwerp van de M1 t/m M4 zijn gebouwd.

1925

September 1925 verbleef de  "Mijnenveger 4" op de Rijkswerf te Hellevoetsluis voor reparaties en onderhoud.

1926

April 1926 verbleef de "Mijnenveger 4" op de Rijkswerf te Hellevoetsluis voor reparaties en onderhoud.

1927

Op 11 maart 1927 maakt de "Mijnenveger 4" ten zuiden van de Nieuwe Waterweg de onderzeeer "O. VI", die kampt met roerproblemen, vast en sleept deze voor reparaties naar de Rijkswerf in Hellevoetsluis.

December 1927 verbleef de "Mijnenveger 4" op de Rijkswerf te Hellevoetsluis voor reparaties en onderhoud.

1931

Omstreeks 1931 werd de naam "Mijnenveger 4" gewijzigd in "M.4".

1940

Tijdens de Duitse aanval op Nederland in mei 1940 was de "M. 4" net als de "M. 1", "M. 2" en "M. 3" verbonden aan de 2de divisie mijnenvegers in IJmuiden.

Onder commando van Luitenant ter Zee 2e klasse J.P.D. Visser, werd de "M. 4" door de eigen bemanning op 14 mei 1940 tot zinken gebracht in het Zuider-toeleidingskanaal van IJmuiden, ter hoogte van het semafoor.

Tezamen met het eveneens tot zinken gebrachte stoom schip "Naaldwijk", werd hierdoor het scheepvaartverkeer gestremd.

Helaas laat de geschiedenis ook het volgende weten:

Op 13-05-1940 liep de mijnenveger "M. 4" van de Divisie Mijnenvegers II op een mijn. Deze mijnenveger moest het vak tussen de Velserbrug en de sluizen bewaken. De daarop volgende dag werden de sluizen gesaboteerd door de bewegende delen te vernielen en de elektrische centrale op te blazen.

Dit zou inhouden dat de "M. 4" NIET in het Zuider-toeleidingskanaal van IJmuiden, ter hoogte van het semafoor tot zinken is gebracht.

Op 22 juli 1940 werd de "M. 4" gelicht en hersteld. Na de reparatie kwam zij in dienst bij de Zeereddingsdienst als "ZRD 47". Niet lang daarna ging de "ZRD 47" over naar het Bergungsschiffe Verband als "BS 9".

1946

Na de oorlog werd de "BS 9" beschadigd teruggevonden op de Rijkswerf te Den Helder, na reparatie keerde de "BS 9" terug bij de Koninklijke Marine, die haar als "RS 23", met als thuishaven IJmuiden, in dienst nam.

1947

De "RS 23" kwam in juni 1947 in dienst van de Koninklijke Marine als "RS 7".

1950

Het toetreden van Nederland tot de NAVO doet in 1950 wederom het naamsein van de sleepboot veranderen. Ditmaal werd zij gewijzigd in "A 847".

1951

De "A 847" kwam in 1951 ter beschikking van de matrozen opleiding in Vlissingen.

Op 8 mei 1952 is de sleepboot buiten dienst gesteld en toegevoegd aan de reservevloot.

1953

Na een inspectie keuring op de Rijkswerf en bij de Kleine Vaartuigen Dienst, werd de sleepboot opnieuw in dienst gesteld op 14 december 1953, onder hetzelfde naamsein.

1956

De "A 847" werd veranderd in "Y 8262".

1961

Medio 1961 werd de "Y 8262" uit de vaart gehaald.

1965

Half 1965 werd de "Y 8262" verbouwd tot tanken wasboot, hiertoe werd de voortstuwing verwijderd en de accommodatie uitgebroken tot op de scheepshuid. Na verwijdering van mast, stuurhuis en kolenbunkers, werd de "Y 8262" ter hoogte van de beting door midden gesneden en verlengd met 3,75 meter. Deze verlenging was een tank, die ten doel had verontreinigd water en olie op te vangen.

1991

Tot in 1991 is het schip als zodanig in gebruik gebleven.

1992

Op 10 januari 1992 werd zij overgedragen aan de Dienst der Domeinen te Haarlem, welke het vaartuig twee maanden later verkocht voor een bedrag van 23.437 gulden aan de heren Kieft (Hoorn) en Tichelaar (Harlingen). Het vaartuig was bestemd voor de handel.

1992

Het vaartuig werd later aangekocht door de heer P. Hortensius te Zwolle, welke haar op 21 juni 1992 liet wegslepen van de werf 'Friesland' te Harlingen, naar de scheepswerf van Metz te Urk. Na inspectie werd de sleepboot vervolgens versleept naar Kampen.

Te grote verbouwingskosten doet de heer Hortensius besluiten het vaartuig van de hand te doen. Hiertoe doet hij haar over aan de heren C. Snijder (Wapenveld) en T. van Osch (Zwolle).

1993

Deze twee eigenaren lieten op 2 december 1993 de ketel verwijderen en onderging het vaartuig een algehele verbouwing tot restaurant.

De nog goede ketel (ketelnr 2830) werd verkocht en werd later geplaatst in de stoomsleepboot "Jacob Langeberg". 

1994

Op 5 september 1994 werd het restaurant-schip afgeleverd in de Thorbecke gracht te Zwolle, alwaar het werd afgemeerd met de naam "THOR".

Eind 2010 werd de "THOR" openbaar geveild nadat het resturant wat er in was gevestigd failiet was gegaan.

2010

Restaurantschip "THOR" is 20 oktober 2010 verkocht op een openbare veiling voor euro 60.000,00 aan Rik Elings.

2011

Restaurantschip "THOR" is woensdag 12 januari 2011 versleept naar Hasselt om gestript te worden bij Scheepsafbouwbedrijf Hasselt.

Nadat de "THOR" in Hasselt is gestript wordt ze verhaald naar Scheepswerf Metz in Urk waar de "THOR" op de helling gaat en het onderwaterschip wordt aangepakt.

De bedoeling is dat de "THOR" wordt verbouwd tot een theaterschip.

Op 27 juni 2011 keerde de "THOR" weer terug in Zwolle vanaf de werf in Hasselt.

De bedoeling is dat de "THOR" een cultuur schip wordt, huiskamer concerten, workshops, etc. Ook zal de eigenaar Rik Elings aan boord van de "THOR" gaan wonen.