BergingJacomina

Met polystyreen, lucht en de "Octopus" Kotter "Jacomina" boven water

"HEDENMORGEN OMSTREEKS NEGEN UUR", zo begon een verslag in de "IJmuider Courant/Haarlems Dagblad" van 24 juli 1965, "IS OP ZES MIJL NOORDWEST VAN IJMUIDEN DE KOTTER "KW. 219 Jacomina" GEKAPSEISD EN VERVOLGENS OM KWART OVER ELF GEZONKEN. DE BEMANNING KON DOOR DE KW. 110 TWINTIG MINUTEN LATER AAN BOORD WORDEN GENOMEN. DE ZEESLEPER "TITAN" BEVOND ZICH IN DE OMGEVING VAN HET GEKAPSEISDE SCHIP, MAAR HAD NOG NIET VASTGEMAAKT".

De "Jacomina" kapseisde op die dag nadat het 118 Brt. metende vissersschip, dat in 1964 werd gebouwd door schipper eigenaar A. van der Plas uit Katwijk aan Zee, bij windkracht zeven twee zware zeeën had moeten verwerken.

De gehele bemanning werd behouden aan land gebracht, maar de kotter kwam op de Noordzeebodem terecht.

Zeventien meter diep op een plek, die later door duikers werd vastgesteld. In een eenzame stilte lag het ruim 28 meter lange en ruim 6 meter brede wrak daar op haar bakboord- zijde op de zeebodem.

Enkele dagen nadat de kotter was gezonken, stelden duikers een onderzoek in naar de bergingskansen. Besloten werd om voor het lichten van het schip in volle zee een nieuwe methode toe te passen.

Daar de "Jacomina" te zwaar was om alleen door de "Octopus" gelicht te worden, werden plannen uitgewerkt om de kotter gedeeltelijk te vullen met polystyreen schuimballetjes, een soort kunstschuimstof.

De mogelijkheid van het gebruik van deze balletjes, die vele malen lichter dan water zijn — 98 procent "verpakte lucht" en 2 procent celstof — was al lange tijd in de bergingswereld bekend, maar een van de belangrijkste problemen was de vraag hoe de balletjes, ter grootte van een erwt, in een scheepswrak te brengen en er tegelijkertijd voor te zorgen, dat het water in het wrak en ook het medium — lucht en water — waarmee de schuim-kunststof in het wrak wordt gebracht, weer uit het wrak wordt verwijderd, terwijl de balletjes op hun plaats bleven.

Met deze methode van inbrengen is in IJmuiden lang geëxperimenteerd en tenslotte werden twee apparaten geconstrueerd, waardoor het inbrengen van de schuimballetjes in wrakken op grote diepte tot de mogelijkheden ging behoren.

In IJmuiden, achter het kantoor aan het Sluisplein, werd in de open lucht een "fabriekje" opgetrokken, waar de polystyreen werd geëxpandeerd tot schuimballetjes. Van vijf vaten polystyreen werd ongeveer 60 kubieke meter schuim-kunststof vervaardigd en in een grote silo gebracht. Op zee waren inmiddels van de "Sepiola" duikers in actie gekomen om de kotter op de zeebodem verder af te dichten en op de plaatsen, waar deuren of luikhoofden waren, de inbrengapparatuur aan te brengen.

Belangrijke voordelen.

De stap tot het gebruik van de schuim-kunststof werd vooral genomen vanwege de belangrijke technische voordelen, die aan het gebruik zijn verbonden.
De balletjes brengen een groot drijfvermogen op, doordat zij geen water opnemen, en zij vormen een homogene massa, die honderd procent opwaartse druk geeft.
Bij samengeperste lucht waarmee tot op heden veelvuldig werd gewerkt bij het lichten van gezonken schepen, is dit niet het geval.
 
Alle wanden van een compartiment, dat vol lucht wordt geperst, krijgen dan evenveel druk. Het luchtdicht maken van een wrak door de duikers vergt ook veel meer werk dan het "ballendicht" maken. Bovendien is lucht nu eenmaal een onbetrouwbare bondgenoot voor een bergingsfirma.

Lucht is een vagebond in een wrak en kiest heel vaak een weg via kleine gaatjes en leidingen, waardoor men lucht krijgt op een plaats waar men het niet wil hebben. De berekeningen gaan dan niet meer kloppen met alle gevolgen van dien.

Voor het lichten van een schip, dat in een haven was gekapseisd en op haar zij voor de helft onder water lag, werd kunst-schuimstof in 1964 voor de eerste maal benut. Dit geschiedde bij het lichten van de met 6000 schapen geladen "Al Kuwait" in de haven van Koeweit.

Haast was daar nodig omdat in de onmiddellijke nabijheid van de duizenden kadavers het drinkwater voor Koeweit uit zeewater werd bereid.
Een Deens assurantiebedrijf liet de berging toen uitvoeren met polystyreen schuimballetjes, die in het schip werden gebracht volgens een idee van de Deen Karl Kroyer. In anderhalve maand tijds kon de "Al Kuwait" drijvend worden gebracht.

De problemen voor het werken in open zee en op grote diepte met schuimkunst-stof waren aanzienlijk, maar werden door Wijsmuller overwonnen.
Op de twee ontwikkelde apparaten om de balletjes op grote diepte in een gezonken schip te kunnen brengen, is inmiddels patent aangevraagd.

Bij gunstig weer waren in de wintermaanden van 1965—1966 de "Sepiola" en de "Octopus" boven het wrak van de "Jacomina". De werking van de inbrengapparatuur werd door een van de kikvorsmannen zelfs in het wrak gecontroleerd tijdens een van de vuloperaties.

Alles verliep naar wens. De balletjes, die in grote zakken uit IJmuiden vandaan per sleepboot werden aangevoerd, werden in enkele compartimenten van de kotter gebracht, waardoor het schip een gedeelte van het drijf-vermogen herkreeg. Een gedeelte, want voor de "Octopus" moest er nog wat te tillen blijven. Op zondagmorgen 20 februari was het dan zover, dat de "Octopus" er in slaagde de "Jacomina" in haar hefarmen boven water te brengen. Nadat alle ankers door de "Octopus" uit zee waren teruggenomen, maakte de "Simson" op het achterschip van de "Octopus" vast om het tweetal in de richting van de IJmuidense haven te slepen.

Met haar last mocht de "Octopus" in de loop van maandag 21 februari de haven van IJmuiden binnenkomen om de "Jacomina" bij het strand van het forteiland tussen de pieren aan de grond te zetten. Daar werd de kotter tenslotte recht gezet, leeggepompt en drijvend gebracht om vervolgens versleept te worden naar de Bijleggershaven.

Begin maart kreeg de mastloze kotter, die ook aan de brug flink wat schade had opgelopen, een ligplaats in de Haringhaven nabij de Kalkzandsteen fabriek.

Schipper- eigenaar A. van der Plas uit Katwijk aan Zee, die tijdens de laatste fase van de bergingsoperatie op vele dagen in IJmuiden aanwezig was, heeft in de loop van maart weer bezit genomen van de "KW. 219 Jacomina". Hij is voornemens de kotter weer te laten opknappen en opnieuw in de vaart te brengen.