Location: Home > O-S > Octopus1963 - 1970 > Geschiedenis

Geschiedenis

De"Nestor" versleepte eind augustus 1963 het hef- en bergingsvaartuig "Moorgrieve", een vaartuig van de moorburn Class, een zogenaamd 'mooring vessel', vanuit Vlaardingen naar IJmuiden.

Volgens een niet bevestigd verhaal was de "Moorgrieve" verkocht voor de sloop naar Hendrik Ido Ambacht en vandaar doorverkocht naar Zaandam, ook voor de sloop.

Toen de "Moorgrieve" lag te wachten in IJmuiden op de Goedkoop sleepboot die voor verder transport naar Zaandam zou zorgen, kwam men in IJmuiden op het idee of de "Moorgrieve" tijdelijk te gebruiken was bij de berging van de "WR.47 Wieringen" die in augustus was gezonken. Na overleg met de sloopwerf in Zaandam mocht Wijsmuller het schip daarvoor gebruiken.

Maar dit is niet verder terug te vinden in enig document, wat wel een feit was is dat de "Moorgrieve" helemaal leeg was, geen materiaal meer aan boord zelfs geen reddingsboten o.i.d. en op dat moment ook niet instaat was om op eigen kracht te varen.

In de tweede week van september 1963 heeft de directie van Wijsmuller besloten dat het hef- en bergingsvaartuig "Moorgrieve", dat op l september 1963 door de sleepboot "Nestor" naar IJmuiden werd gesleept, als de "Octopus" aan de vloot zal worden toegevoegd. Het schip is bestemd voor dezelfde soort werkzaamheden als waarvoor de "Help" is en wordt ingezet: wrakopruimingen en het lichten van gezonken schepen en hun ladingen.

De "Octopus" lijkt veel op de "Help", maar is niet uitgerust met een bok. De lengte over alles is 48.46 meter, de breedte 11 meter en de holte 3.60 meter. Het schip werd in 1945 voor de Britse Admiraliteit gebouwd door de Goole Shipyard Co. Ltd. te Goole – Engeland en is uitgerust met een 1000 IPK stoommachine en heeft een bruto tonnage van 507 Brt.

Evenals de "Help" is de "Octopus" voorzien van twee hef-armen. Over de kop heeft de "Octopus" een hef vermogen van 200 ton, met het gehele schip — dus horizontaal —  een hefvermogen van 1000 ton.

Hiertoe is de  "Octopus"  uitgerust met zes winches, twee op het voorschip, drie in de midscheeps en één — die ook kan worden gebruikt om te slepen —  op het achterschip. Van de drie winches in de midscheeps hebben er twee elk een trekkracht van 20 ton. De winches op het voorschip en in de midscheeps worden dus vooral benut voor het hieuwen over de kop en voor het horizontaal hieuwen.

Samen met de sleepboot "Nestor" is de "Octopus" half september 1963 ingezet bij een poging tot het lichten van de, ter hoogte van Terschelling, in de Noordzee gekapseisde kotter "WR.47 Wieringen" (een kotter van 18.40 meter lengte, 5 meter breedte en 2.5 meter holte en voorzien van een 190 pk motor). Een karwei, dat uitsluitend bij gunstige weersomstandigheden kan worden uitgevoerd.

De ramp met de kotter voltrok zich op 14 augustus 1963, twee van de vier opvarenden kwamen daarbij om het leven. De slechts 4 maanden oude kotter werd eind augustus 1963 door duikers geïnspecteerd en bleek 28 meter diep op de Noordzee bodem te liggen.

Tot twee maal toe poogde de "Octopus" in de tweede helft van september 1963 de "WR.47 Wieringen" te lichten, maar tot twee keer toe belette invallend slecht weer de volledige berging.

Begin april 1964 werd de "Octopus" vanaf het binnen-spuikanaal verhaald naar de Wijsmuller steiger om verder uitgerust te worden en vaarklaar te worden gemaakt.

Half september 1964 wordt de "Octopus" naar de werf van Verschure, Amsterdam verhaald voor een verbouwing en voor verder inrichting.

Na een verbouwings- periode, waarbij het er vooral om ging de "Octopus" om te bouwen van kolen- naar oliestoker en verder aan te passen aan de eisen van de Scheepvaartinspectie en American Bureau of Shipping, is het hef- en bergingsvaartuig "Octopus" half oktober 1964 weer in de vaart gekomen.

De "Octopus", die na de verbouwing 512 Brt. meet en die in staat is om 200 ton over het voorschip en 1000 ton horizontaal te heffen, is van een geheel nieuwe bergings-inventaris voorzien.

Het vaarklaar maken van de "Octopus" is deels bij de Scheepswerf Verschure, deels bij Wijsmuller zelf in IJmuiden gebeurt.

Er moest o.a. nieuwe nautische apparatuur aan boord worden geplaatst.
De "Octopus" kreeg nieuwe radio-, zend- en peil-toestellen geplaatst en vele onderdelen van het schip, zoals deuren, luiken en navigatie verlichting moesten aan de Nederlandse wet worden aangepast.

Voor het werk in andere gebieden werd het schip voorzien van een airconditioning installatie, terwijl in het voorschip koel- en vrieskasten werden ingebouwd.
Op het sloependek heeft de "Octopus" negen hutten, waaronder de hutten voor kapitein, 1e wtk., 1e stuurman en 2e wtk., 2e stuurman, de bootsman en de kok. Op dit sloependek is onder de brug ook de messroom gelegen.
Op het hoofddek zijn een 6 persoons- hut voor de matrozen en stokers. Tevens is daar de kombuis gelegen. Douche gelegenheid en toiletten zijn eveneens aan de weerszijden van het hoofddek ondergebracht. Achter de brug is een kleine hut voor een van de bergingsinspecteurs gelegen.

Op 14 oktober 1964 is de "Octopus" vanuit IJmuiden uit naar Nigeria vertrokken om daar in actie te komen bij het bergen van de gezonken baggermolen "Beverwijk 10" op de Bonny rivier.

Op 24 oktober 1964 arriveerde de "Octopus" vanuit IJmuiden in de haven van Casablanca - Marokko. En vervolgde meteen na het bunkeren, op dezelfde dag, weer de reis naar Nigeria.

9 november 1964 arriveerde de "Octopus" in de haven van Takoradi - Ghana en vertrok vandaar uit naar de haven van Port Harcourt - Nigeria.

In de haven van Port Harcourt - Nigeria is de "Octopus" begonnen met de berging van de baggermolen "Beverwijk 10", bij deze berging is ook de "Cycloop" ingezet die reeds vanaf eind september 1964 bezig is met het voorbereiden van deze berging.

Op 4 januari 1965 slaagde de "Octopus" er in de "Beverwijk 10" te kantelen.

1 februari 1965 werd de "Beverwijk 10" door de "Octopus" afgemeerd aan de kade van Port Harcourt – Nigeria. (Half februari 1965 vertrok de "Cycloop" vanuit Port Harcourt met de "Beverwijk 10" op sleeptouw naar Lagos - Nigeria, voor opname in het droogdok).

De "Octopus" vertrok 16 februari 1965 vanuit Port Harcourt - Nigeria, naar Ponta Delgade - Azoren voor reparatie werkzaamheden aan de Amerikaanse tanker "Niagara"(1945 – 10.448 Brt.). De "Niagara" had op de Atlantische Oceaan een deel van haar huid beplating verloren.

10 maart 1965 arriveerde de "Octopus" in de haven van te Las Palmas - Canarische Eilanden om materiaal te laden voor de werkzaamheden aan de Amerikaanse tanker "Niagara".

Na het aan boord nemen van materiaal vertrok de "Octopus" op 11 maart 1965 vanuit de haven van Las Palmas - Canarische Eilanden, naar Ponta Delgade - Azoren.

Vanaf 15 maart tot eind april 1965 was de "Octopus" bezig met herstelwerkzaamheden aan de Amerikaanse tanker "Niagara" en werd het grote gat in de huid gedicht zodat de "Niagara" versleept kan worden naar een werf voor definitief herstel.

De "Niagara" is uiteindelijk niet meer hersteld maar op 29 oktober 1965 gesloopt in Castellon - Spanje.

5 mei 1965 arriveerde de "Octopus" in de haven van Gibraltar, waar de bemanning op 9 mei 1965 werd afgelost.

Vanuit Gibraltar vertrok de "Octopus" op 15 mei 1965 naar Malta waar ze op 22 mei 1965 arriveerde.

Vanuit Malta vertrok op 27 mei 1965 de "Octopus" naar Marsa El Brega - Libië, voor diverse werkzaamheden in de haven en in het kustgebied.

Eind mei 1965 arriveerde de "Octopus" in de haven van Marsa El Brega – Libië.

Gedurende de maand juni 1965 is de "Octopus" werkzaam geweest in en bij de haven van Marsa El Brega aan de Noordkust van Libië. Versterkt met enkele duikers heeft de bemanning in de eerste plaats tot opdracht gehad alle meerboeien van de Sea-berths te verwisselen.

De boeien met ketting en zink-stukken werden door de "Octopus" in de armen genomen en vervolgens aan de wal gebracht om daar een onderhoudsbeurt te ondergaan.

Ook de navigatie-boeien werden verwisseld en moesten dus uit het water worden gehaald.

De "Octopus" en haar bemanning waren verder werkzaam bij de bow-mooring en de op de zeebodem rustende pijpleiding naar deze installatie, waaraan tankers hun lading kunnen innemen.

Zware beton-elementen, elk 5 ton zwaar, werden door de "Octopus" over de 42 duims pijpleiding geplaatst om deze leiding beter in de zeebodem te verankeren.

In totaal moesten bijna veertig van deze elementen geplaatst worden. Ook aan de bow-mooring moest door de duikers worden gewerkt. Met behulp van onder water lasapparatuur werd op dertig meter diepte laswerk uitgevoerd.

De werkzaamheden in en rond Marsa El Brega – Libië werden eind juni 1965 afgerond, waarna de "Octopus" op 2 juli 1965 vanuit Marsa El Brega – Libië vertrok naar Malta, waar de "Octopus" in de haven van La Valletta werd gestationeerd en werd gereed gemaakt voor een nieuwe opdracht.

Vanaf juli 1965 tot aan begin november 1965 lag de "Octopus" in de haven van La Valletta – Malta. Begin november 1965 werd door de "Octopus" koers gezet naar IJmuiden.

Op de thuisreis werd Gibraltar nog aangedaan, en op 10 november 1965 vertrok de  "Octopus" vanuit de haven van Gibraltar naar IJmuiden.

Tijdens de thuis reis werd door de "Octopus" assistentie verleend aan de kusttanker "Bab al Bahrein"(1932 – 315 Brt.)ex kusttanker "Monica" die was verbouwd tot vrachtschip.

De "Bab al Bahrein" was onderweg vanuit Nederland naar de Arabische Golf, maar had machine schade opgelopen.

De "Octopus" sleepte de "Bab al Bahrein"(1932 – 315 Brt.) naar de haven van Brest – Frankrijk en heeft de ""Bab al Bahrein" daar op 18 november 1965 afgeleverd.

Op 22 november 1965 arriveerde de "Octopus" in de haven van IJmuiden en werd weer klaar gemaakt voor alle werkzaamheden.

31 december 1965 vertrok de "Octopus" vanuit IJmuiden naar de haven van Middlesborough – Engeland. Om de, op de rivier de Tees gezonken, boorbak "Seacow I" te lichten.

Op 12 januari 1966 werd de "Seacow I" boven water gebracht.

15 januari 1966 vertrok de "Octopus" vanuit Middlesborough - Engeland, weer naar IJmuiden.

Op 16 januari 1966 werd hulp verleend aan de coaster "Start"(meerdere "Start" coasters) die met machine schade lag te drijven. De "Start" werd op basis van Lloyd's Open Form naar de haven van Great Yarmouth - Engeland gesleept.

17 januari 1966 begon de "Octopus" vanuit Great Yarmouth - Engeland, opnieuw aan de thuisreis naar IJmuiden.

Op 20 februari 1966 slaagde de "Octopus" er in om de "KW. 219 Jacomina" te lichten en naar IJmuiden te transporteren, waarbij de "Octopus" werd gesleept door de "Simson".

Eind februari 1966 werd de "KW. 219 Jacomina" drijvende afgemeerd aan de steiger van Wijsmuller. Daarna kreeg de "KW. 219 Jacomina" een ligplaats in de Haringhaven.

Begin april 1966 werd de "Octopus" ingezet bij de berging van het Noorse vrachtschip "Bretagne"(1966 – 1.340 Brt.) in IJmuiden.

16 april 1966 vertrok de "Octopus" vanuit IJmuiden naar Middlesborough - Engeland om werkzaamheden te verrichten nabij het booreiland "Ocean Prince" in de Noordzee.

Van de "Ocean Prince" werden de ankers in de juiste positie gebracht, deze werkzaamheden waren 27 april 1966 afgerond waarop de "Octopus" weer koers zette naar IJmuiden.

3 mei 1966 was de "Octopus" weer terug in de haven van IJmuiden.

Mei 1966 werden er door de "Octopus" diverse ankers en ankerkettingen opgevist uit de Noordzee.

27 mei 1966 vertrok de "Octopus" naar de locatie waar het booreiland "Sea Gem" was gekapseisd op de Noordzee. Om in opdracht van BP wrakstukken van de "Sea Gem" te verplaatsen.

De "Hector" vertrok op 28 mei 1966 vanuit IJmuiden, slepend met een bak, naar de rivier de Humber - Engeland, de "Hector" en de bak werden ingezet bij het werk van de "Octopus" op het wrak van het booreiland "Sea Gem".

De "Octopus" keerde 4 juni 1966 weer terug in de haven van IJmuiden na afronding van de werkzaamheden bij het wrak van het booreiland "Sea Gem".

Begin december 1966 wordt de "Octopus" te IJmuiden uitgerust voor de berging van de baggermolen "Beaver Chief" nabij de haven van Larna - Noord Ierland.

In de loop van januari 1967 worden de emmers van de baggermolen "Beaver Chief" verwijderd en de ladder gelicht en alle compartimenten pompklaar en luchtdicht gemaakt.

Begin februari 1967 was alle voorbereidend werk voor de berging van de "Beaver Chief" gereed en op 23 februari 1967 slaagde de "Octopus" de "Beaver Chief" nabij de haven van Larna - Noord Ierland, drijvende te brengen en de haven van  Larna - Noord Ierland binnen te slepen.

Half maart 1967 keerde de "Octopus" terug in de haven van IJmuiden na de berging van de "Beaver Chief" nabij de haven van Larna - Noord Ierland.

Vanaf augustus 1967 tot en met november 1967 wordt de "Octopus" ingezet bij wrakopruiming in de Noordzee ter hoogte van IJmuiden.

Februari 1968 is de "Octopus" een aantal dagen werkzaam in de havenmond van IJmuiden met het opruimen van wrakken en meerstoelen.

Ook in maart 1968 is de "Octopus" een aantal dagen werkzaam in de havenmond van IJmuiden met het opruimen van wrakken en meerstoelen.

De tweede helft van april 1968 is de "Octopus" werkzaam op de Noordzee.

Er worden 4 ankers en acht ankerdraden van het booreiland "Sea Quest" geborgen en naar Rotterdam gebracht.

Bij berging van wrakken in de Noordzee uit de vaarroute naar IJmuiden, in opdracht van Rijkswaterstaat heeft de "Octopus" niet alleen een voormalige IJmuidense trawler gelicht, maar ook een grote hoeveelheid munitie die zich nog in het wrak bevond.
 
De "Octopus" slaagde er in deze trawler, die geïdentificeerd is als de voormalige "Witte Zee", die in de oorlogsjaren als een Duitse voorpostenboot ter hoogte van IJmuiden was gezonken, in twee delen boven water te brengen. Het voor en achterschip werden aan de Noordzijde van de haven van IJmuiden op de wal geplaatst eind april 1968.
 
Nadat enige munitie in het wrak was aangetroffen, werden de Velser Politie en de mijnopruimingsdienst van de Marine gewaarschuwd.

De Marinemensen zijn drie dagen bezig geweest om het wrak leeg te halen en de explosieven te vernietigen.

Het bleek dat er zich nog 7400 granaten, 14 dieptebommen, 30 raketten, 7.500 patronen en 183 handgranaten in het wrak bevonden.

De "Octopus" was in mei 1968 bezig een in de oorlogsjaren gezonken sleepboot uit de IJmuidense havenmond te verwijderen.

Op 21 februari 1969 vertrok de "Octopus" vanuit IJmuiden om op de Noordzee ankers en ankerdraden te bergen van het booreiland "Sea Quest" en deze af te leveren in Vlissingen waar de "Sea Quest" reparaties ondergaat.

Half maart 1969 waren deze werkzaamheden afgerond. En de "Octopus" weer terug in de haven van IJmuiden.

Half juli 1969 werd de "Octopus" vanuit de haven van IJmuiden verhaald naar Zaandam waar de ketels en de machine installatie worden verwijderd.

Begin december 1969 kwam de "Octopus" terug in IJmuiden.

De "Octopus" wordt in 1970 naar Hamburg – Duitsland verkocht.

Nadat zij naar Hamburg – Duitsland was versleept, werd zij aldaar gesloopt bij een scheeps- sloperij.