Location: Home > T_Z > Utrecht- Bishr > Geschiedenis Utrecht - Bishr

Geschiedenis Utrecht - Bishr

De ontwikkeling van de Provincie klasse sleepboten (1980).

Tijdens de bouw van de "Ocean Servant's" in Japan zagen we de operaties van de havensleepboten in de havens van Tokio en Jokohama – Japan.

De schepen werden daar geassisteerd middels de methode Push-Pull, duwen-trekken en dat ging veel effectiever dan in de rest van de wereld. De Japanners hadden een type sleepboot ontwikkeld met twee roer propellers in het achterschip, werkten over het voorschip en gebruikten alleen maar lieren en synthetisch sleepmateriaal.

Er voeren een paar honderd van deze sleepboten in de diverse grote havens en het voldeed heel goed.

Het Hoogovenwerk werd toentertijd uitgevoerd met vier sleepboten 15 ton trekkracht, iedere boot had zes man aan boord, dus totaal 24 man per assistentie.

Als wij zouden overgaan tot een aangepast Japans type havenboot kon het werk worden gedaan met twee boten van 30 ton met totaal 6 man bemanning.

Het rekensommetje was snel gemaakt en er werd besloten tot de bouw van vier nieuwe sleepboten 2400 pk, Bolnes motoren, Niigata roerpropellers en Norwinch lieren.

De voorlier speciaal voor het havenwerk en de achterlier gecombineerd voor haven en zeewerk. (Een trommel havensleper en een trommel zeedraad).

De vier boten waren voor het havenwerk IJmuiden – Amsterdam en de directeur van Bureau Wijsmuller, Frank Wijsmuller, was er pertinent op tegen dat de boten zouden worden ingezet voor S.O.S. en kustsleepwerk want dan waren er dus te veel voor het havenwerk en er mocht dan ook niet onder klasse worden gebouwd.

De S.O.S. boten moesten de "Titan" en "Simson" blijven.

Ik heb toen gevraagd of hij dat even, ondertekend, zwart op wit wilde zetten. Dat heeft hij nooit gedaan en de boten zijn dus wel onder klasse gebouwd en konden wel naar zee, en gelukkig maar ook.

Al tijdens de eerste zware storm na de overdracht van de "Groningen" was er een S.O.S. ergens bij Den Helder, de "Titan" er op af. Er kwam nog een S.O.S. de "Simson" naar buiten. Toen kwam er een derde S.O.S. Kees van Wijk moest helemaal uit Hilversum komen om de derde boot te bemannen en dat was de "Groningen".

Eenmaal buiten de pieren in het slechte weer zette Kees van Wijk er alles op en bij Egmond had hij de "Titan" en "Simson" al ingelopen, het pleit voor de "Groningen" en de Provincie klasse was al snel beslecht, ze mochten S.O.S. varen!

Na de eerste serie van vier boten bij Tille Scheepsbouw werd een tijdje later de tweede serie van vier gebouwd, de "Zeeland" en "Brabant" werden aangepast voor het werk bij de DOS bouw, met heel zware en dubbele lieren.

De "Groningen" was het eerste schip dat te water werd gelaten nadat het koelschip "Atlantic" tijdens de lancering van de dwarshelling was gekapseisd.
 
De berging van dat koelschip heeft Wijsmuller ook gedaan. Die mislukte te water lating was een apart gebeuren, ik was er op zaterdagochtend, en er zat een heel comité op de werf en Wijsmuller moesten binnen veertien dagen een offerte inleveren.

Die zaterdag en zondag hebben we wat gerekend aan de techniek en de prijs en op maandagochtend om zeven uur werd de offerte gebracht.

We waren er zo van overtuigd dat we het werk zouden krijgen dat Jacke (magazijn IJmuiden) alles al op transport had gesteld. Toen op maandagmorgen om acht uur het werk was binnengehaald vroeg de werf wanneer kunnen jullie beginnen?
Was het antwoord, kijk eens naar buiten, want de wagens van Boon reden toen het terrein al op.

Toen de "Groningen" met twee drijvende bokken te water werd gelaten was de directeur van de werf behoorlijk nerveus na die ervaring met de "Atlantic".
Ik stond met de directeur te kijken en zei voor de grap ik hoor water lopen.
Hij meteen tegen een voorman ga gauw kijken hij hoort water lopen.
Die voorman ging nog kijken ook en kwam weer snel boven, omhoog die boot, er staat al water boven de vloer.

Het bleek dat ze de bouten van de beunkoelers niet goed vast hadden gezet.

Tot de dag van vandaag gelooft die directeur nog steeds niet dat ik geen water hoorde lopen.

S.O. Aarts


1 9 8 0

 

Officiële opdracht tot bouw van de "Utrecht" en van de "Brabant".

Op 4 december 1980 werd de kiel van de "Utrecht" gelegd bij Tille Scheepsbouw B.V. te Kootstertille.

Op 4 december 1980 werd de kiel van de "Utrecht" gelegd bij Tille Scheepsbouw B.V. te Kootstertille.

1981

Op 30 maart 1981 werd de "Utrecht" te water gelaten bij Tille Scheepsbouw B.V. te Kootstertille.

Op 1 mei 1981 werd de "Utrecht" door Tille Scheepsbouw B.V. te Kootstertille opgeleverd aan Bureau Wijsmuller.

De "Utrecht" werd na oplevering ingebracht in Goedkoop Havensleepdiensten B.V. En kwam in de havendienst onder nummer 34.

Juni 1981 assisteert de "Utrecht" de "Super Servant 1" bij het lossen van het Jack-up booreiland "Transocean nr. 6" in de haven van IJmuiden.


1 9 8 2

In 1982 werd de "Utrecht" ondergebracht bij een werkmaatschappij van B.V. Bureau Wijsmuller - General Tugboat Company - te Willemstad.

De "Utrecht" werd aangepast om dienst te gaan doen in Libië, en werd hiervoor uitgerust met een brandblusinstallatie en een hydraulische dekkraan.

Onder de vlag van de Nederlandse Antillen kwam zij in de vaart als "Bishr".
En vertrok in de zomer van 1982 naar Marsa El Brega.

1983

Een jaar later, in 1983 werd de "Bishr" ondergebracht bij een andere werkmaatschappij van B.V. Bureau Wijsmuller - Fiparco Shipping N.V. - eveneens gevestigd te Willemstad Nederlandse Antillen.

Haar roepletters werden veranderd in: PJBL.

De "Bishr" werd in 1987 overgedaan aan Sirte Oil Co. te Libië zonder naamswijziging.

Meteen in 1987 werden de uitlaten bovendeks gehaald. Dit omdat de sleepboten in Libië anders voeren dan in Amsterdam!

In Libië voeren de sleepboten meer achteruit dan vooruit op zee omdat de boten aldaar ook als loodsboot dienst deden.

Tijdens het afzetten van de loods afzetten gingen de sleepboten achteruit langszij, omdat de schroeven 360 graden kunnen draaien er er verder geen roer was. Waardoor er veel zeewater over het achterdek en in de uitlaten in de kont kwam. Daardoor was er veel last van roest en gaten in de uitlaat, waardoor weer zeewater in de machinekamer liep.

Daarom is besloten er schoorstenen op te zetten. Achter de motoren ging de uitlaat gelijk omhoog en dan kwam je net voor de trap, naar het sloependek naar boven. De trap is daardoor naar binnen geplaatst en het sloependek naar achter verlengt en de zijkant dicht gemaakt. De accommodatie bleef hetzelfde.

Ook in Libië werd met 3 bemanningsleden gevaren.

In 2011 kwam Libië in opstand tegen het regime. De "Bishr" werd door de opstandelingen in beslag genomen en uitgerust met afweergeschut op het achterdek.

September 2011 werd de "Bishr" door een N.A.T.O. vliegtuig aangevallen, vanwege het aan boord geplaatste afweergeschut, en met een raket geraakt in de machinekamer.

Na de opstand heeft de "Bishr" meer dan 7 maanden, gezonken, gelegen in de haven van Marsa el Brega – Libië.

De "Bishr" werd gelicht in 2012, maar zonk echter, na enige tijd, voor de tweede maal.

Ook nadat ze voor de tweede keer gezonken was werd zij gelicht.

Status thans niet bekent, alleen is bekend dat er ramen en Fenders verwijderd werden.

Op YouTube staat nog een filmpje waarin de "Bishr" gezonken is in de haven van Marsa el Brega.

http://www.youtube.com/watch?v=Crds5paV2D8&feature=youtube_gdata_player