Location: Home > T_Z > Zeeland 1982 - 2017 > Wijzigingen bij de Zeeland en Brabant

Wijzigingen bij de Zeeland en Brabant

Na de eerste serie van vier schepen van de Groningen klasse werd bij Tille Scheepsbouw de opdracht gegeven voor de bouw van nog vier schepen.

Naar aanleiding van de ervaringen opgedaan met de eerste schepen werden enkele aanpassingen doorgevoerd. Met name het stuurhuis werd aangepast, het grote raam van de vloer tot het dak achter, een novum in die tijd en de consoles waar werd gekozen voor twee consoles waartussen de schipper kon staan, zitten.

Ook verdwenen de brugvleugels o.a. gelet op het mogelijke werk in Libië waar de schepen ook met slecht weer langszij van de te assisteren schepen moesten komen o.a. voor het overbrengen van de loodsen en ook voor een beter uitzicht naar de zijde.

Had de eerste serie lieren van het merk Norwinch,voor de tweede serie werd gekozen voor het fabrikaat Brattvaag. Op basis van de ervaringen werden de lieren krachtiger en sneller.

De voorbeting, met de mogelijkheid voor de zogenaamde nekslag, verdween en daarvoor in de plaats kwam een geleideoog. Ten behoeve van het koppelen van de draden bij de DOS bouw werkzaamheden werd een hydraulische kraan geplaatst op de Zeeland en Brabant, kwam er een open achterschip,een hek-rol en een zware plaat op een rubber fundering op het achterdek. Ook de binnen verschansing werd aanmerkelijk zwaarder uitgevoerd.

DOS-bouw ging niet over een nacht ijs met de keuze van de sleepboten die moesten assisteren bij het overzetten van de ankerdraden van de ene boegbak naar de volgende boegbak.

Dat moest gebeuren bij een zo hoog mogelijke stroomsnelheden en bij een continue kracht op de draad van ca. 30 ton.

Met een van de schepen uit de Groningen klasse werden proeven uitgevoerd om te bewijzen dat dit type sleepboten het werk zouden kunnen uitvoeren. Deze proeven werden gedaan in een bij laag water geopende stuw van de Haringvlietdam.

Zo kon een stroomsnelheid van 8-10 knoop worden bereikt in dat gat. De boot stond als het ware schuim omhoog in het kolkende water. Alles verliep tijdens de twee dagen beproevingen naar wens. Er kon goed worden gekoppeld etc. dus we kregen het contract.

De schepen van Rijkswaterstaat waagden zich niet al te dichtbij gelet op de hoge stroomsnelheden en observeerden het geheel op ruime afstand.

Overigens de stroomsnelheid was dermate hoog geweest dat achteraf bleek dat aan de zeezijde van de geopende stuw de zware basalt stenen bodembedekking voor honderden meters was weggespoeld.

De boten bleken in de praktijk zeer goed te voldoen. Het was wel even wennen voor de schippers want aan de andere kant op het werkvaartuig stond een lier met een heel nauwkeurige trekkrachtmeter en een machinist die continue de trekkracht in de gaten hield en onmiddellijk reageerde als die even wat minder werd. Dat was natuurlijk wel even wat anders dan een normale haven assistentie bij een zeeboot met een loods aan boord.

Er ging ook wel eens wat mis !

De boten moesten in het weekeind patrouille varen om de watersporters uit de buurt te houden. Toen er op een wel eer warme dag een paar honderd pleziervaarders ronddobberden en de mannen, ze stonden droog, trek kregen in een slok besloten ze een zeilboot te vragen om een biertje.

Dat bleek de volgende maandag om zeven uur uitgerekend de directeur van DOS-bouw te zijn geweest die ze geënterd hadden. Dus om acht uur kwam er een telefoontje naar IJmuiden dat het contract met onmiddellijke ingang was opgezegd.

De operationele mannen bij de DOS-bouw zaten met de handen in het haar want er waren geen andere boten die dat werk konden doen maar de directeur was onvermurwbaar.

En ook de Bureau Wijsmuller mannen waren in de problemen, hoe vertel ik het de heer Wijsmuller.

We zijn toen maar spoorslags naar Neeltje Jans gereden en na uren praten ging die directeur uiteindelijk door de bocht, maar het was wel spannend.